Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Rechter mag niet ‘zomaar’ een andere machtiging verlenen
De eerste uitspraak waar ik u op wijs is gewezen in het kader van een gedwongen opname op grond van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (GZR 2018-0410). De Hoge Raad benadrukte de regel dat de rechtbank niet de bevoegdheid heeft om een andere machtiging voor gedwongen opname te verlenen dan door de officier van justitie is gevraagd. Is de rechtbank van oordeel dat een andere machtiging passender is, dan zal hij de weg van artikel 8a Wet Bopz moeten bewandelen. In dit artikel staat het volgende: ‘Indien de rechtbank op grond van het door haar ingestelde onderzoek zich afvraagt of in de gegeven omstandigheden een andere maatregel dan de verzochte niet passender is, kan zij dit gevoelen aan de officier van justitie kenbaar maken; zo nodig bepaalt de rechtbank daarbij dat de behandeling op een later tijdstip wordt voortgezet’. Los daarvan kan de rechtbank ook een andere machtiging verlenen als primair de ene en subsidiair de andere machtiging is gevraagd. Het is echter niet toegestaan ‘het mindere’ toe te wijzen als ‘het meerdere’ is verzocht.
Lange gevangenisstraf voor verkrachting cliënte
De tweede uitspraak is afkomstig van de Rechtbank Noord-Nederland en betreft een strafzaak (GZR 2018-0415). Verdacht werd een behandelaar die onder andere met massages de lichamelijke en geestelijke klachten van een patiënte behandelde. Bij deze massages is hij een aantal keer het lichaam van de vrouw binnengedrongen. De rechtbank achtte verkrachting bewezen en overwoog daarbij dat de subjectieve beleving van de dader of het slachtoffer niet ter zake doende zijn; het gaat om de aard van de handelingen. De vrouw werd gedwongen omdat het binnendringen onverhoeds en onvoorzien gebeurde. Bovendien werd gebruikgemaakt van de hoedanigheid van behandelaar en was er dus sprake van een afhankelijkheidsrelatie en psychisch overwicht. De rechtbank legde de behandelaar een aanzienlijk hogere straf op dan het Openbaar Ministerie had geëist: een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank achtte met name de ernst van het misbruik van het vertrouwen en de psychische gevolgen voor de vrouw redengevend.
Doorhaling registratie wegens seksuele relatie cliënte
De afhankelijkheidsrelatie tussen een patiënt en een behandelaar, verpleegkundige, en het misbruik daarvan door een seksuele relatie aan te gaan was ook voor het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Groningen reden voor een ernstige ‘bestraffing’; de registratie van de verpleegkundige werd doorgehaald met name omdat het tuchtcollege er geen vertrouwen in had dat de verpleegkundige in de toekomst ander gedrag zou vertonen (GZR 2018-0412).
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. De annotatie die dit keer het lezen waard is, is van de hand van Aart Hendriks (Hoogleraar Gezondheidsrecht Universiteit Leiden). Aart Hendriks bespreekt de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam waarin een klacht van een moeder in het kader van haar overleden zoon centraal staat (GZR 2018-0409). De zoon pleegde suïcide kort na een crisisbeoordeling. Aart geeft zijn visie op het oordeel en de motivering ervan, zulks mede in het licht van het doel van het tuchtrecht.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
Rechtbank
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager is door het RTG niet-ontvankelijk verklaard in haar klacht, wegens het ontbreken van een eigen belang op het gebied van de individuele gezondheidszorg. Het CTG verwerpt het beroep van klaagster tegen de beslissing, omdat het beroep niet heeft geleid tot vaststelling van andere feiten of beschouwingen en beslissingen dan die van het RTG. 04-10-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Een huisarts krijgt een waarschuwing opgelegd wegens onheuse bejegening en het schrijven van een onprofessioneel 'briefje' aan klager. 03-10-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen Doorhaling van een inschrijving in het BIG-register van een verpleegkundige (verweerder) wegens een gegrond bevonden klacht met betrekking tot (seksueel) grensoverschrijdend handelen jegens een patiënte. De relatie van verweerder met de patiënte is gestart tijdens de behandelperiode en gedurende drie maanden, na ontslag van patiënte uit de kliniek, voortgezet. Het RTG oordeelt dat er verzwarende omstandigheden zijn die maken dat niet kan worden volstaan met een schorsing. Het RTG is er onvoldoende van overtuigd dat verweerder zijn handelwijze in de toekomst kan veranderen. 02-10-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klaagster dient een klacht in namens haar overleden zoon. Verweerster heeft de zoon van klaagster gezien voor een crisisbeoordeling. Enkele uren na de beoordeling heeft de zoon suïcide gepleegd. Klaagster verwijt verweerster onvoldoende zorgvuldig en bekwaam handelen. Zij stelt dat de arts onvoldoende aandacht heeft gegevens aan de richtlijnen van suïcidaal gedrag. De klachten zijn ongegrond. 21-09-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klager klaagt erover dat verweerder, een gz-psycholoog (verweerder) die een aantal jaren ervoor door klager was benaderd om een contra-expertise uit te brengen over een Pro Justitia rapportage, niet beschikt over een klachten- en geschillenregeling conform de Wkkgz. Verweerder voert verweer. De klacht is gegrond. Verweerder krijgt een waarschuwing. 15-12-2017
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Huisartsen Klager klaagt dat hij geen inzage heeft gekregen in het medisch dossier van zijn minderjarige dochter. De huisarts van klager beroept zich met betrekking tot het niet geven van inzage in het dossier op goed hulpverlenerschap, nu het verstrekken van informatie niet in het belang zou zijn van het kind. De Geschillencommissie Huisartsen acht dit onvoldoende onderbouwd. 2018-05-22
- Internationaal overig Naar aanleiding van een groepsactie namens 312 individuele eisers heeft de High Court of Justice, Queen’s Bench Division, een uitspraak gedaan. Deze uitspraak had betrekking op de vraag of gedaagde fabrikant DePuy aansprakelijk is voor de gestelde gezondheidsschade van de eisers. Bij deze eisers werd een metaal-op-metaal heupprothese geïmplanteerd, afkomstig van DePuy. De High Court of Justice oordeelde dat DePuy niet aansprakelijk is. 2018-05-21
- Geschillencommissie Zorg Algemeen Cliënte voert aan dat zij door het medisch centrum niet is geïnformeerd over de grote kans dat haar borsten na een operatie, waarbij borstprotheses werden geplaatst en een borstlift is uitgevoerd, weer zouden kunnen gaan hangen. Het medisch centrum voert verweer. De Geschillencommissie Zorg Algemeen oordeelt dat het medisch centrum zich presenteert als een zorgaanbieder en jegens cliënte ook zo handelde en derhalve onder de reikwijdte van de Wkkgz valt. Het medisch centrum is tekortgeschoten in zijn zorgplicht met betrekking tot de informatievoorziening aan cliënte. Door het ontbreken hiervan heeft cliënte voorafgaand aan de operatie geen weloverwogen keuze kunnen maken en eventueel haar verwachtingen kunnen bijstellen. De Geschillencommissie kent cliënte een schadevergoeding toe van € 2250. 2018-07-05