Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2018
Uitspraken van 17-08-2018 tot 30-08-2018
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Aanbestedingsprocedure LUMC; voldaan aan de beginselen van gelijkheid en transparantie
De eerste uitspraak waar ik u op wil wijzen, is afkomstig van de Rechtbank Den Haag (GZR 2018-0364). De uitspraak heeft betrekking op een openbare aanbestedingsprocedure. De aanbestedingsprocedure was geïnitieerd door het LUMC en betrof verschillende naalden en naaldenbekers. De levering werd gegund aan B. Braun. Becton Dickinson kon zich hierin echter niet vinden en kwam in kort geding op tegen de voorlopige gunning. In het kort geding heeft zij zich op het standpunt gesteld dat de infuusnaalden niet voldoen aan de eisen uit het Programma van Eisen en dat de inschrijving van B. Braun daarom ongeldig zou zijn. Voorts heeft zij zich op het standpunt gesteld dat het LUMC gehandeld heeft in strijd met het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel. De voorzieningenrechter denkt daar echter anders over. Geoordeeld werd dat de naalden van B. Braun wel degelijk voldoen aan het Programma van Eisen, zodat de inschrijving niet ongeldig is. Voorts werd geoordeeld dat de aanbestedingsstukken voldoende duidelijk, precies en ondubbelzinnig zijn zodat geen sprake is van strijd met de beginselen van gelijkheid en transparantie. De motivering van de gunningsbeslissing had wellicht iets uitgebreider gekund, maar voldoet aan de minimumeisen zoals die volgen uit artikel 2.130 van de Aanbestedingswet.

Doorhaling registratie reden voor matiging boete NZa
De tweede uitspraak die ik belicht, ziet op een boeteoplegging door de Nederlandse Zorgautoriteit vanwege overtreding van artikel 35 en 36 van de Wet marktordening gezondheidszorg (GZR 2018-0365). De boeteoplegging viel een huisarts ten deel, nadat hem ook (in verband met dezelfde feiten) de maatregel van doorhaling van de registratie door het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg was opgelegd. De huisarts maakte bezwaar tegen de boete en ging daarna in beroep bij de Rechtbank Rotterdam. Hij stelde dat zijn financiële situatie behoorlijk was veranderd door de uitspraak van het tuchtcollege en dat hij de boete eigenlijk niet kon betalen. Ook voerde hij aan dat een bestuurlijke boete niet mag worden opgelegd als er ook een strafvervolging plaatsvindt. Dat laatste was niet het geval, maar volgens de huisarts kon een tuchtprocedure daaraan worden gelijkgesteld. De stellingen vonden geen gehoor bij de rechter. Wel oordeelde de rechter dat de NZa de tuchtmaatregel als omstandigheid had moeten meewegen bij het vaststellen van de boetehoogte, omdat in de Beleidsregel staat dat boetes moeten worden vastgesteld op een zodanig niveau dat deze een overtreder weerhouden van herhaling (specifieke preventie). De doorhaling heeft tot gevolg dat de huisarts niet langer zijn beroep kan uitoefenen. De kans op herhaling is dus aanzienlijk verkleind en de noodzaak tot specifieke preventie eveneens. De rechtbank heeft de boete gematigd.

Orthodontist krijgt taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf voor ontucht met cliënten
De laatste uitspraak die ik onder uw aandacht breng, betreft een strafzaak (GZR 2018-0367). Het gaat om een orthodontist die met meerdere patiënten die zich aan zijn zorg hadden toevertrouwd ontucht zou hebben gepleegd, bestaande uit knuffelen, slaan op of vastpakken bij de billen, op de schoot trekken, tegen de wang tikken en het geven van kussen in de periode van eind 2016 tot begin 2017. De feiten zijn ten laste gelegd als het plegen van ontucht door iemand werkzaam in de gezondheidszorg met iemand die zich aan zijn zorg had toevertrouwd en een poging tot aanranding. De rechtbank heeft een en ander bewezen geacht en de orthodontist veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaar. Geëist was een gevangenisstraf van 10 maanden, onvoorwaardelijk. De rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat de registratie van de orthodontist op last van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg is doorgehaald, een uitspraak die door het Centraal Tuchtcollege is bevestigd. De orthodontist moet zijn slachtoffers voorts een schadevergoeding betalen.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een annotatie van de hand van Melita van der Mersch (Velink & De Die advocaten) bij een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (GZR 2018-0296). Aan de rechtbank lag de vraag voor wie de verplichting heeft om een verzekerde te informeren over de vergoeding van een behandeling op grond van de polisvoorwaarden van de verzekering die de verzekerde heeft afgesloten met de zorgverzekeraar. Melita zet de kwestie uiteen en geeft haar visie op het oordeel van de rechtbank in dat verband.

Commentaren
U treft voorts een nieuw commentaar op onze website. Het commentaar is geschreven door Jacqueline de Vries (Holla advocaten) bij de Wet van 11 juli 2018 tot wijziging van de Wet BIG. Jacqueline gaat in haar commentaar in op het feit dat met de wijziging is benadrukt dat ook cosmetische behandelingen onder de reikwijdte van de Wet BIG vallen. Zij onderzoekt in dat verband (onder meer) hoe het zit met een van de laatste trends in de cosmetische wereld: microblading voor de perfecte wenkbrauw.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI