Update
Geachte heer/mevrouw,
Hopelijk heeft u een prettige vakantie (gehad). Bijgaand treft u een nieuwe GZR-Update aan, klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Nederlands bedrijf aansprakelijk voor fout hulppersoon
De eerste uitspraak die ik onder uw aandacht wil brengen, betreft een oordeel over een in Turkije uitgevoerde tandheelkundige behandeling (GZR 2018-0320). Dat deze behandeling niet zorgvuldig is verricht, wordt door de Rechtbank Den Haag op basis van door de patiënt overgelegde stukken aangenomen, maar de vraag is of het Nederlandse Tand Correct daarvoor kan worden aangesproken. Ja dat kan, aldus de rechtbank. De Turkse tandarts moet worden gezien als hulppersoon van Tand Correct. Daarbij maakt het niet uit of er een geneeskundige behandelingsovereenkomst met Tand Correct bestaat, dan wel een pakketreisovereenkomst of iets dergelijks. Tand Correct heeft zich gedragen als contractspartij bij de overeenkomst en is op grond van de wet, artikel 6:76 BW, aansprakelijk voor fouten van haar hulppersonen.
Regels patiëntendossier minderjarige
Een tweede uitspraak is afkomstig van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ’s-Gravenhage en gaat over de regels aangaande het patiëntendossier van een minderjarige jonger dan twaalf jaar (GZR 2018-0322). Naar aanleiding van een klacht van de vader van de minderjarige over het handelen van de huisarts en het verzoek om afgifte van het medisch dossier teneinde de minderjarige in te schrijven bij een andere huisartsenpraktijk, oordeelde het tuchtcollege dat voor overschrijving toestemming nodig is van beide ouders. De moeder kon zich echter nog steeds vinden in behandeling van de minderjarige door de oorspronkelijke huisarts en wenste de overschrijving vooralsnog niet. Wat de inzage in het medisch dossier betreft, oordeelde het tuchtcollege dat hiervoor geen toestemming nodig was van de moeder. Inzage had de vader dus moeten worden verleend. Anders zit dat bij vernietiging van (delen van) het medisch dossier; in dat geval is toestemming van beide ouders nodig.
Opzeggen lidmaatschap onder omstandigheden machtsmisbruik
Een volgende uitspraak die ik wil belichten, gaat over het opzeggen van het lidmaatschap van twee van haar leden door de Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (GZR 2018-0326). De Rechtbank Midden-Nederland oordeelde dat een lidmaatschap alleen kan worden opgezegd indien van de vereniging redelijkerwijs niet langer gevergd kan worden het lidmaatschap voort te zetten. In dit geval is de opzegging volgens de rechtbank vernietigbaar, omdat de opzegging in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. De vereniging is de enige wetenschappelijke vereniging voor medisch specialisten op het gebied van klinische geriatrie en alleen het lidmaatschap van deze vereniging geeft toegang tot de beroepsvereniging en haar diensten. Het lidmaatschap is ook het enige middel om erkend te blijven als opleidingsinstelling. Door de opzegging maakte de vereniging feitelijk misbruik van haar machtspositie.
Tariefbeschikkingen orthodontie; geen belang procespartij
Een uitspraak die ik ook onder uw aandacht wil brengen, betreft een oordeel van het Gerechtshof Den Haag en ziet op de tariefbeschikkingen aangaande orthodontie van de NZa (GZR 2018-0327). De NZa had deze tariefbeschikking verlaagd, waartegen een orthodontist bezwaar maakte en in beroep ging, maar tevergeefs. Vervolgens wendde hij zich tot de civiele rechter. Deze oordeelde dat de orthodontist niet-ontvankelijk was, omdat hij geen belang had bij een uitspraak. De orthodontist bleek namelijk in Duitsland werkzaam en had dus feitelijk niets met de tariefbeschikkingen te maken. Het hof bevestigde dit oordeel.
Verbod titelmisbruik gaat over feitelijk gebruik en misleiding publiek daardoor
De laatste uitspraak die ik eruit licht, gaat over een overtreding van het verbod op titelmisbruik door een verloskundige (GZR 2018-349). Deze verloskundige merkte in 2015 in een uitzending van het televisieprogramma Pauw op dat zij verloskundige is, hoewel dat al sinds 2007 feitelijk niet het geval was. Haar BIG-registratie verliep op 11 januari 2014. In het handelsregister en op haar website voor fotografíe was echter nog vermeld dat zij verloskundige is. De minister legde haar een boete van € 2.680 op. De rechtbank oordeelde in een daaropvolgende procedure dat artikel 4 lid 2 Wet BIG was overtreden. De rechtbank achtte deze overtreding echter niet verwijtbaar en de opgelegde boete daarom niet evenredig aan de overtreding. De minister had in dit geval moeten volstaan met een waarschuwing. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) oordeelde echter anders. De Afdeling stelde daartoe voorop dat het voor overtreding van artikel 4 lid 2 Wet BIG niet noodzakelijk is dat het beroep daadwerkelijk wordt uitgeoefend en dat schuld of opzet niet nodig is; het gaat om de vraag of de verloskundige zich verwijtbaar ten onrechte aan het publiek kenbaar heeft gemaakt als een door de overheid erkende deskundige op het gebied van de verloskunde. Dat heeft zij gedaan. Wel achtte de Afdeling de omstandigheden zodanig dat een matiging van de boete op zijn plaats is.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer treft u een lezenswaardige annotatie van de hand van Xandra Ras bij de uitspraak van de Ondernemingskamer over de governancestructuur bij DeSeizoenen (GZR 2018-0226). Xandra grijpt de uitspraak aan om in te gaan op de ontwikkeling van het enquêterecht voor cliëntenraden en op de ontwikkeling van het governance beleid en de rol van de cliëntenraad binnen de Governance Code. Zij betrekt de jurisprudentie op dit gebied. Xandra sluit af met een conclusie over de ontwikkeling van het recht van enquête voor cliëntenraden en de rol van de cliëntenraad binnen de Governance Code.
Scripties
Ik maak u ook attent op een nieuw toegevoegde scriptie. De scriptie ‘Een antwoord op de dalende trend in de vaccinatiegraad: Geen vaccinatieplicht, maar wel een consultatieplicht?’ is afkomstig van Luut van Puffelen (UvA) en gaat over – u raadt het al – vaccinaties. Zeer de moeite van het lezen waard.
Nieuws
De afgelopen vier weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR-Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het ziekenhuis heeft een mondelinge toelatingsovereenkomst met een medisch specialist opgezegd. Daarvoor bestond echter geen zwaarwegende reden. Er is op een onzorgvuldige wijze een route naar beëindiging van de toelating gevolgd, met als gevolg dat er door het ziekenhuis en de Vereniging Medische Staf onrechtmatig jegens medisch specialist gehandeld is. 17-07-2018
- Gerechtshof Den Haag De NZa heeft via verschillende tariefbeschikkingen de maximumtarieven voor orthodontische zorg in Nederland verlaagd. Een orthodontist die tot 2010 werkzaam was in Nederland, maar hierna enkel in Duitsland werkzaamheden verrichtte, heeft hiertegen tevergeefs bezwaar en beroep ingesteld. Vervolgens heeft hij zich gewend tot de civiele rechter. In eerste aanleg is hij niet-ontvankelijk verklaard vanwege onvoldoende belang bij de tariefbeschikkingen. Het hof bevestigt dat vonnis. Centraal staat dat de orthodontist vanaf het moment dat de tariefbeschikkingen gelding kregen, geen werkzaamheden meer in Nederland heeft verricht. Hierdoor zijn de tariefbeschikkingen niet op hem van toepassing geweest, omdat de verplichting om geen bedrag boven de maximumtarieven in rekening te brengen enkel in Nederland geldt. De orthodontist heeft verder onvoldoende blijk gegeven van een concrete wens om zijn werkzaamheden in Nederland te hervatten of zich in Nederland te vestigen. 10-07-2018
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in deze uitspraak, anders dan in eerste aanleg, geoordeeld dat het Zilveren Kruis is toegestaan om vooraf toestemming te eisen van haar verzekerden voor het verlenen van thuiszorg door niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Ook mag Zilveren Kruis naar het oordeel van het hof haar verzekerden verplichten eerst de rekening zelf te betalen, voordat die bij de zorgverzekeraar kunnen worden ingediend. Het in de polisvoorwaarden opgenomen cessieverbod is toegestaan. Ten slotte oordeelt het hof dat Zilveren Kruis niet verplicht is om betaalovereenkomsten te sluiten met niet-gecontracteerde zorgaanbieders. 10-07-2018
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Een Nederlands bedrijf biedt tandheelkundige behandelingen aan in Turkije. Ernstig tekortschieten van de in Turkije ingeschakelde tandarts wordt toegerekend aan dat bedrijf. Het Nederlandse bedrijf dient de gedupeerde patiënte een bedrag ter zake van geleden schade te betalen. 18-07-2018
- Rechtbank Midden-Nederland De Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie (NVKG) is de enige wetenschappelijke vereniging voor medisch specialisten op het gebied van klinische geriatrie. De rechtbank is van oordeel dat de NVKG geen misbruik mag maken van haar machtspositie om het lidmaatschap van haar leden op te zeggen. 11-07-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Eiseres voert sinds 2002 een onderneming die thuiszorgwerkzaamheden verricht. Eiseres is een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Zilveren Kruis en eiseres hebben in 2016 een betaalovereenkomst gesloten. Voor het jaar 2017 weigert Zilveren Kruis met eiseres een dergelijke betaalovereenkomst te sluiten, mede wegens het instellen van een materiële controle bij eiseres. Uit deze controle volgt volgens Zilveren Kruis dat eiseres heeft gefraudeerd en dat een groot deel van de vergoede zorgkosten door Zilveren Kruis onverschuldigd is betaald. Eiseres betwist het door Zilveren Kruis gestelde en vordert bij de voorzieningenrechter alsnog betaling van de declaraties over het jaar 2017. 27-06-2018
- Rechtbank Gelderland Naar aanleiding van een verzochte verklaring voor recht dat het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) aansprakelijk is voor de schade van een vrouw bij wie PIP-borstimplantaten zijn geplaatst, oordeelt de Rechtbank Gelderland dat toerekening van de tekortkoming onredelijk is. Het CWZ was onbekend met de ongeschiktheid en mocht vertrouwen op de veiligheid omdat de implantaten waren goedgekeurd door de bevoegde instantie. 14-05-2018
- Rechtbank Gelderland Verzekerde X vliegt voor een second opinion over een mogelijke levertransplantatie naar Turkije. Aldaar verergert zijn situatie zodanig dat hij in Turkije een levertransplantatie ondergaat. Hij verzoekt zijn zorgverzekeraar op grond van zijn aanvullende zorgverzekering om volledige vergoeding van de kosten, aangezien sprake was van spoedeisende en onvoorziene zorg. De zorgverzekeraar betwist de spoedeisendheid en onvoorzienbaarheid. De rechtbank stelt de verzekerde in het gelijk, onder verwijzing naar verklaringen van Turkse artsen en de kennelijke initiële bedoeling van de verzekerde om maar kort in Turkije te verblijven. 25-04-2018
- Rechtbank Noord-Nederland Topfunctionaris van ziekenhuis is op non-actief gesteld en accountant stelt dat het in die periode doorbetaalde salaris als ontslagvergoeding moet worden beschouwd. In een procedure ex artikel 96 Rv (gezamenlijk verzoek) bepaalt de kantonrechter dat de periode waarin de werknemer eenzijdig door zijn werkgever op non-actief is gesteld in dit geval niet onder de werking van artikel 2.10 lid 3 WNT valt, omdat deze non-activiteit niet is overeengekomen en de topfunctionaris zich daartegen verzet heeft. 19-12-2017
Antillen
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Deze procedure betreft een klacht over gedragingen van een psychiater in opleiding in de privésfeer. Klager wordt door het RTG te Groningen niet-ontvankelijk verklaard, nu volgens dit college – verweerders gedragingen toetsend aan de tweede tuchtnorm – niet is gebleken van voldoende weerslag op het belang van de individuele gezondheidszorg. Klagers beroep wordt ongegrond verklaard. 31-07-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Deze kwestie betreft een deels gegronde klacht over een huisarts, die informatie over de ouders van een van zijn patiënten aan de Raad voor de Kinderbescherming – in verband met een raadsonderzoek – heeft gegeven. In eerste aanleg is geen maatregel opgelegd, omdat verweerder goede bedoelingen had en de wetgeving naar het oordeel van het RTG te Den Haag op dit punt onduidelijk is. Omdat het beroep van klagers uitdrukkelijk alleen ziet op de gegrondverklaring en beroep alleen kan worden ingesteld tegen beslissingen waarin een klacht ongegrond wordt verklaard, zijn klagers niet-ontvankelijk. 31-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klager verwijt neurochirurg dat hij ten gevolge van zijn ingreep ruggenmergbeschadiging heeft opgelopen, dat niet is gesproken over de risico’s van de ingreep, hij zonder toestemming informatie over klager heeft vergaard en hij niet heeft medegedeeld dat hij artsen opleidt. Het RTG wijst de klachten af. 25-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen Verweerder is arts en apotheker en is in een strafrechtelijk onderzoek als getuige-deskundige benoemd om te onderzoeken en rapporteren. Klager geeft een contra-expertise over het rapport van verweerder. Verweerder laat zich vervolgens hierover uit en legt dit voor aan de rechter-commissaris. Klager verwijt daarop verweerder dat hij zich onwaar en onnodig grievend jegens klager heeft uitgelaten, zowel in persoon als in de hoedanigheid van wetenschapper. Het RTG oordeelt dat het handelen van verweerder te ver is gegaan en hij onvoldoende professionele distantie heeft betracht. Omdat klager echter de reactie van verweerder heeft uitgelokt en de reactie doel diende in een strafzaak, is dit niet tuchtrechtelijk aan te rekenen aan verweerder. De klacht is ongegrond. 24-07-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen radioloog die ingreep via pols uitvoert in plaats van via lies. Verweerder wordt verweten dat geen sprake was van informed consent en dat ernstige complicaties zijn opgetreden. Het RTG oordeelt dat klaagster toestemming voor de ingreep via haar pols stilzwijgend en impliciet heeft gegeven. Het CTG overweegt dat verweerder mocht uitgaan van een informed consent op basis van het medisch dossier en het meewerken aan de ingreep via de pols. Het CTG verwerpt het beroep. 24-07-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen psychiater ten aanzien van Pro Justitia rapportage. Geen sprake van blokkeringsrecht doch mogelijkheid om bezwaren schriftelijk kenbaar te maken. Doordat zorgvuldigheidsnorm nog niet scherp geformuleerd was en vertrouwen bestond dat psychiater overeenkomstig norm zou hebben gehandeld als norm helder was geweest, geen tuchtrechtelijk verwijt. 24-07-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht IGJ tegen basisarts die zich begeeft op terrein van huisartsgeneeskunde. Het RTG heeft de inschrijving als basisarts doorgehaald. Het CTG verwerpt het beroep en legt de maatregel van ontzegging van het recht tot herinschrijving op. 24-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klagers (ouders van dochter) verwijten verweerster (kinderarts) dat zij ten onrechte een melding heeft gedaan bij Veilig Thuis en dit gebrekkig met klagers heeft gecommuniceerd. Dochter had echter een ernstige intoxicatie. Verweerster heeft overleg gepleegd met haar collega’s en geconcludeerd dat deze situatie dusdanig ernstig was dat een melding niet kon uitblijven. De communicatie met klagers had beter gekund maar het melden is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. De klacht is ongegrond. 19-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klager is de echtgenoot van patiënte die is overleden aan multi-orgaanfalen. Het multi-orgaanfalen was het gevolg van een ontwikkelde darmischemie, ontstaan na een operatie. In plaats van een CTA is eerst een sigmoïdscopie gemaakt, waarmee veel tijd verloren is gegaan. Doordat voor deze aanpak is gekozen, zonder voldoende onderbouwing, treft de arts een tuchtrechtelijk verwijt. Er wordt een berisping opgelegd. 19-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klager is de echtgenoot van patiënte die is overleden aan multi-orgaanfalen. Klager verwijt de aios chirurgie dat hij kostbare tijd heeft verloren door een sigmoïdscopie te laten verrichten in plaats van een CTA. Verweerder heeft hierover overleg gehad met de gastro-enterologisch chirurg en de vaatchirurg. Verweerder is 2,5 jaar in opleiding en zat in het algemene deel van de opleiding. Het RTG wijst de klacht af. 19-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klager verwijt de huisarts van zijn dochter dat hij zijn dochter niet juist heeft verwezen, heeft geweigerd om zijn dochter uit te schrijven bij de praktijk en hem geen inzage heeft gegeven in het dossier. Het niet uitschrijven van de minderjarige dochter was terecht, daar er voor de overschrijving van een minderjarig kind naar een andere huisarts toestemming of instemming nodig is van beide ouders. De instemming van beide ouders is overigens niet nodig voor inzage in het medisch dossier van een minderjarig kind. Klacht afgewezen. 17-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klager verwijt radioloog dat hij er niet voor heeft gezorgd dat klager met een rolstoel naar de afdeling chirurgie is gebracht. Dit had de laborante op de afdeling radiologie namelijk geweigerd. Volgens klager was de radioloog eindverantwoordelijk voor de afdeling radiologie en heeft hij nagelaten in te grijpen. De klacht wordt afgewezen omdat de radioloog geen afdelingshoofd van de polikliniek is en de laboranten ook niet bij hem in dienst zijn. 17-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een patient verwijt haar tandarts dat zij onzorgvuldig is geweest in de behandeling, niet voldaan heeft aan haar informatieplicht, gebrekkig heeft gecommuniceerd, onjuist heeft gedeclareerd en de privacy van haar en haar buurman heeft geschonden. Vijf van de zes klachtonderdelen zijn gegrond. Het RTG legt de tandarts een berisping op. 17-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht IGJ tegen een voormalig psychiater en psychotherapeut wegens grensoverschrijdend handelen. Verweerder ziet de ernst van zijn handelen niet in en er is een aanzienlijk risico op recidive. Klachten gegrond. Om het vertrouwen van de beroepsgroep te herstellen en volledig uit te sluiten dat verweerder weer werkzaamheden gaat verrichten, ontzegt het RTG verweerder per direct het recht tot (her)inschrijving in het BIG-register. 16-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Een specialist ouderengeneeskunde wordt tuchtrechtelijk aangeklaagd in het kader van zijn betrokkenheid als eigenaar, directeur van een particuliere zorginstelling en als bestuurder verbonden aan F, die de zorg verleent aan de instelling. Verweerder zou onvoldoende hebben toegezien dat de kwaliteit en veiligheid van de zorg in E voldoende was gewaarborgd. Het college acht klaagster ontvankelijk en oordeelt dat er sprake is van het toepassen van de tweede tuchtnorm, nu er voldoende weerslag is op de individuele gezondheidszorg en het handelen in de hoedanigheid van geregistreerde heeft plaatsgevonden. Inhoudelijk is het college van oordeel dat verweerder heeft nagelaten toe te zien op de kwaliteit en veiligheid van zorg. Dat verweerder zich heeft onttrokken aan zijn verantwoordelijkheid, deze heeft afgeschoven en geen zelfinzicht toont, maakt naar het college de maatregel van een berisping passend. 13-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klaagster was betrokken bij een verkeersongeval. In het kader van de afwikkeling van de schade werd verweerder (neuroloog) door de rechtbank gevraagd om een voorlopig deskundigenonderzoek te verrichten. Klaagster stelt dat verweerder bij dit onderzoek onzorgvuldig heeft gehandeld. Het RTG Zwolle oordeelt dat het deskundigenrapport voldoet aan de zorgvuldigheidseisen, maar dat verweerder zich onvoldoende heeft ingespannen om over alle relevante stukken te beschikken. Het RTG legt een waarschuwing op. 13-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen Klacht tegen huisarts, ingediend door de dochter van een overleden patiënte. Klaagster verwijt verweerder dat hij nalatig is geweest in de behandeling, door oedeemvorming onvoldoende te behandelen en bij het oproepen van een ambulance de komst van die ambulance niet af te wachten, terwijl de ambulance twee uur op zich heeft laten wachten. Het RTG oordeelt dat documentatie van anamnese, onderzoek en bevindingen onzorgvuldig en onvolledig was. Afwachtend beleid had uitdrukkelijk met patiënte besproken moeten worden, evenals hoe geacteerd zou moeten worden bij wijzigingen in de tijd tot aan het consult bij de cardioloog, en de cardioloog zou van een en ander op de hoogte gesteld hebben moeten worden. Bij het oproepen van de ambulance heeft verweerder onvoldoende zorg gedragen voor een behoorlijke overdracht van patiënte en zich niet vergewist van de tijdige aankomst van de ambulance. Klachten gegrond; oplegging berisping in verband met een samenlopende gegrond bevonden klacht. 10-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Ongegronde klacht IGJ tegen uroloog. Verweerder merkte een torsio testis bij een minderjarige patiënt niet op. IGJ verwijt verweerder dat hij tekort is geschoten door de patiënt niet zelf te zien en af te wijken van het Stroomschema Acuut Scrotum. Ook wijst IGJ erop dat verweerder in een soortgelijke zaak een waarschuwing opgelegd heeft gekregen. Het RTG meent dat laatstgenoemde niet betekent dat het handelen van die arts in een volgende tuchtzaak aan een andere, strengere norm moet worden getoetst. Verweerder mocht in casu afwijken van het Stroomschema omdat het momentum waarvoor het is bedoeld, ruimschoots was verstreken. Verweerder mocht ook vertrouwen op de juistheid van de door een collega-uroloog eerder vastgestelde diagnose epididymitis, omdat de echo niet wees op torsio testis. De uroloog kon in deze omstandigheden volstaan met een afwachtend beleid. 10-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Verweerder is bedrijfsarts en verzorgde in die hoedanigheid de verzuimbegeleiding bij het bedrijf waar klaagster werkzaam is. Klaagster verwijt verweerder onzorgvuldig te zijn geweest in het verstrekken van terugkoppelingen, valsheid in geschrifte te hebben gepleegd, ten onrechte een FML te hebben opgesteld en partijdig te zijn geweest. Het RTG Amsterdam acht de klachten deels gegrond en legt verweerder een waarschuwing op. 10-07-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen psychiater wegens schenden beroepsgeheim. Het RTG oordeelt dat klager niet-ontvankelijk is. Het CTG verklaart klager niet-ontvankelijk in beroep nu de gronden van beroep buiten de termijn binnen zijn gekomen. 05-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klaagster was opgenomen in een zorginstelling waar verweerder werkzaam was als verpleegkundige. Klaagster verwijt verweerder dat hij haar, uit eigen voorraad, te veel opiaten heeft toegediend, terwijl zij deze medicatie op voorschrift van de afdelingsarts aan het afbouwen was. Het RTG acht de klacht gegrond en legt verweerder een waarschuwing op. 03-07-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Een chirurg wordt onder meer verweten dat hij niet gehandeld heeft naar de aanbevelingen van de landelijke richtlijn Schildkliercarcinoom, de dossiervorming onvoldoende is en hij niet de afgesproken operatie heeft uitgevoerd. Het RTG oordeelt dat operatie in level 1 ziekenhuis diende plaats te vinden en het ziekenhuis voldeed daaraan. Verweerder kon tijdens de operatie in redelijkheid besluiten tot een minder vergaande operatie dan was afgesproken. Niet is komen vast te staan dat de operatie niet deskundig is uitgevoerd. Medisch dossier voldoet op essentiële punten echter niet aan de daaraan te stellen eisen. Deels gegrond. Waarschuwing. 02-07-2018
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie ziekenhuizen Uroloog heeft cliënt niet op de hoogte gebracht van de ingreep die de uroloog ging uitvoeren. In zoverre heeft de uroloog niet voldaan aan zijn informatieverplichting en is sprake van schending van het beginsel van informed consent. Dat de operatie en/of de daarbij gebruikte methode niet lege artis zijn/is geweest, is evenwel niet komen vast te staan. De uroloog heeft dan ook geen medische beroepsfout begaan, waardoor de cliënt geen aanspraak kan maken op schadevergoeding. Cliënt wordt in zijn klachten met betrekking tot de niet-geneeskundige handelingen niet-ontvankelijk verklaard, omdat cliënt deze niet eerst aan de zorgaanbieder heeft voorgelegd. 2018-05-31
- Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg De zorginstelling had bij de verwijzing van klaagster naar een andere locatie op de hoogte moeten zijn van de wachtlijst van die nieuwe locatie en had klaagster daarover moeten informeren. Uiteindelijk heeft het na de verwijzing ruim vijf maanden geduurd voordat de intake op de nieuwe locatie heeft plaatsgevonden en ruim acht maanden voordat met de behandeling kon worden gestart. Hiermee is de maximaal aanvaardbare wachttijd overschreden en de conclusie luidt dan ook dat de zorg die klaagster nodig had haar niet tijdig is verleend. Het verzoek van klaagster om schadevergoeding wordt evenwel afgewezen, omdat klaagster niet heeft aangetoond dat sprake is van een causaal verband tussen het niet tijdig verlenen van de zorg en het niet afronden van haar studie, dan wel het zich ziek melden op het werk. 2018-06-06
- Voor overtreding van het verbod op titelmisbruik, artikel 4 lid 2 Wet BIG, is geen opzet of schuld vereist, noch is het noodzakelijk dat het betreffende beroep daadwerkelijk wordt uitgeoefend. Voor vaststelling van een overtreding is slechts vereist dat – in dit geval – een verloskundige zich verwijtbaar aan het publiek heeft kenbaar gemaakt als verloskundige. In de omstandigheden van het geval ziet de Afdeling aanleiding om de boete te matigen met 75%.
- Geschillencommissie Huisartsen Klager verwijt verweerder ernstige plichtsverzaking en grove nalatigheid. Klager verzocht om consult wegens toenemende ernstige pijnklachten. Verweerder heeft hier niet direct op gereageerd. De commissie oordeelt dat het niet gehonoreerde verzoek om een consult of visite op 8 augustus 2017 verwijtbaar is. Het verdere verloop acht de commissie niet verwijtbaar nu het delay niet heeft geleid tot een levensbedreigende situatie voor klager. 2018-02-12
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht IGJ tegen specialist ouderengeneeskunde wegens euthanasie bij een wilsonbekwame demente patiënte. Er was geen sprake van een vrijwillig en weloverwogen verzoek en de uitvoering van de euthanasie is niet overeenkomstig de daaraan te stellen zorgvuldigheidseisen. Berisping. 2018-07-24
- Geschillencommissie Huisartsen Klager voert aan dat hij onterecht is uitgeschreven uit de praktijk van zijn huisarts. Hierover is niet met hem gecommuniceerd zoals bepaald in de KNMG-richtlijn. Tevens stelt klager dat hij is uitgeschreven vanwege zijn ziektebeeld, dementie. De huisarts voert aan dat klager verbaal agressief gedrag vertoonde jegens de huisarts en assistentes. Bij brief heeft de huisarts laten weten dat de behandelrelatie ernstig verstoord was en klager geadviseerd werd een andere huisarts te zoeken. De Geschillencommissie Huisartsen wijst in haar oordeel onder meer op hoofdstuk 2 van de KNMG-richtlijn ‘Niet-aangaan of beëindiging geneeskundige behandelingsovereenkomst’. De commissie voert aan dat een arts een behandelingsovereenkomst met een patiënt slechts onder bepaalde voorwaarden kan opzeggen, een van die voorwaarden is dat patiënt zich onheus of agressief jegens arts of anderen gedraagt. Bij deze opzegging dienen zorgvuldigheidseisen in acht te worden genomen. De commissie oordeelt dat verweerster de behandelingsovereenkomst mocht beëindigingen. Klagers ziektebeeld doet daar niet aan af. 2018-04-23