Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Wel schending beroepsgeheim maar geen schadevergoedingsplicht
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland in een civiele aansprakelijkheidskwestie (GZR 2018-0236). De rechtbank oordeelde dat een huisarts zijn geheimhoudingsplicht jegens zijn patiënt had geschonden door meer informatie aan de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar te verstrekken (met name over alcoholmisbruik) dan waarvoor een machtiging was verleend en noodzakelijk was. Vaststond dat de arbeidsongeschiktheidsverzekeraar vervolgens de verzekering had beëindigd. De rechtbank oordeelde niettemin ook dat de huisarts niet gehouden was een schadevergoeding aan de man te betalen. Daartoe werd ten eerste overwogen dat er niet was voldaan aan het relativiteitsvereiste als bedoeld in artikel 6:163 BW; voor een schadevergoeding op de grondslag van de onrechtmatige daad is vereist dat er een norm is geschonden die strekt tot bescherming tegen de schade zoals door de benadeelde is geleden. Volgens de rechtbank strekt artikel 7:457 BW ertoe de privacy van de patiënt te beschermen en om te waarborgen dat medische gegevens niet openbaar worden gemaakt, waardoor een zieke ervan zou kunnen worden weerhouden geneeskundige hulp te zoeken. Dit artikel strekt er volgens de rechtbank echter niet toe een verzekerde te beschermen tegen de gevolgen van de schending van zijn mededelingsplicht door het verzwijgen van relevante gegevens bij het aangaan van een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ten tweede werd overwogen dat ook de grondslag van de tekortkoming geen soelaas kon bieden. Voor toewijzing van schade op die grond is een condicio sine qua non-verband vereist: vast moet staan dat zonder de fout de schade niet zou zijn geleden. Dat verband ontbreekt hier, aldus de rechtbank. De beëindiging van de verzekering is niet het gevolg van de door huisarts verstrekte informatie, maar het gevolg van de geschonden mededelingsplicht door de man.
Opmerkelijk is wel dat de rechtbank deze regel niet toepast op de grondslag van de onrechtmatige daad maar het relativiteitsvereiste aangrijpt om de vordering af te wijzen. Ook opmerkelijk is dat de rechtbank de grondslag van de onrechtmatige daad gebruikt terwijl eerder was vastgesteld dat er een overeenkomst bestaat tussen de huisarts en de patiënt in kwestie. Volgens de regel van samenloop dient dan in beginsel de grondslag van de tekortkoming de basis te bieden voor een vergoeding van schade, tenzij de gedraging ook los van de tekortkoming als onrechtmatig kan worden gezien.
Aanbestedingsprocedure moet opnieuw
De tweede uitspraak die ik wil belichten, ziet op een Europese openbare aanbestedingsprocedure (GZR 2018-0237). Het AMC, het Flevoziekenhuis, het LUMC, het HMC, het Maastricht UMC+, het RadboudUMC, het UMCU en het VUmc hebben een gezamenlijke Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd betreffende de inkoop van ICD’s, pacemakers, leads en remote monitoring. Zij zijn voornemens om raamovereenkomsten af te sluiten voor de duur van twee jaar met de mogelijkheid tot verlenging van tweemaal één jaar. Medtronic, een van de gegadigden, heeft echter een groot aantal bezwaren tegen de gestelde eisen en voorwaarden en heeft om die reden een procedure bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag aanhangig gemaakt, gericht op de staking van de huidige aanbesteding en een rechtmatige heraanbesteding. De voorzieningenrechter volgde Medtronic en wees de vordering tot staking toe; de ziekenhuizen moeten een nieuwe aanbestedingsprocedure entameren. Volgens de voorzieningenrechter wordt met de eisen die de ziekenhuizen thans stellen de mededinging geweld aan gedaan en is het gelijkheidsbeginsel in het geding (er mocht alleen worden ingeschreven met een topsegmentmodel of het nieuwste model). Ook zou er sprake (kunnen gaan) zijn van een situatie van ontoelaatbaar gunstbetoon.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties.
Scripties
Inmiddels kunt u ook kennisnemen van een nieuwe scriptie. De scriptie is van Esmee Engelmann (UvA). Haar onderzoeksvraag is in hoeverre de huidige rechtsverhouding tussen medisch specialist en raad van bestuur toekomstbestendig is, gelet op het visiedocument Medisch Specialist 2025. Esmee gaat uitvoerig in op het visiedocument, de knelpunten om tot realisatie te komen en welke rechtsverhoudingen aanbevolen worden om de visie 2025 te realiseren.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. In het nieuws was onder meer het onderzoek van Désirée Klemann, gezondheidsrechtjurist en gynaecoloog in opleiding in het Maastricht UMC+, dat op 22 mei werd gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Uit haar onderzoek volgt dat het bedrag dat Nederlandse ziekenhuizen kwijt zijn aan schadeclaims na medische fouten in tien jaar tijd bijna vervijfvoudigd is: van € 9,4 miljoen in 2007 tot € 43,2 miljoen in 2016.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Medtronic heeft acht bezwaren geformuleerd tegen de lopende Europese openbare aanbestedingsprocedure voor de inkoop van ICD’s en pacemakers, georganiseerd door meerdere ziekenhuizen. Medtronic stelt dat (i) de eis dat moet worden ingeschreven met een topsegmentmodel op meerdere gronden onrechtmatig is, (ii) de (algemene) voorwaarden disproportioneel zijn, (iii) de omvang van de opdracht onvoldoende duidelijk is en (iv) dat er sprake is van ontoelaatbaar gunstbetoon. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen (deels) toe, als gevolg waarvan de Ziekenhuizen dienen over te gaan tot een heraanbesteding. 26-04-2018
- Rechtbank Midden-Nederland Door buiten de machtiging te treden die aan hem door zijn patiënt is verstrekt, en door meer informatie aan een derde te verstrekken dan waar om is gevraagd door die derde, schendt een huisarts zijn geheimhoudingsplicht ex artikel 7:457 BW. De huisarts is daarmee tekortgeschoten in een verplichting uit hoofde van de behandelingsovereenkomst, dan wel heeft hij onrechtmatig gehandeld ten opzichte van zijn patiënt. De huisarts is echter niet gehouden tot vergoeding van schade. Niet op grond van de onrechtmatige daad, omdat niet is voldaan aan het vereiste van relativiteit, en niet via de tekortkoming, vanwege het ontbreken van een condicio sine qua non-verband. De schending biedt wel een grondslag voor een vergoeding van immateriële schade, maar omdat die schade onvoldoende is onderbouwd, wordt die vordering afgewezen. 21-03-2018
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Er wordt een klacht ingediend tegen een tandarts over het ontbreken van informed consent voor een orthodontische behandeling. Ook wordt geklaagd over de wijze waarop de behandeling is uitgevoerd. De klacht is gegrond: behandelalternatieven zijn niet besproken, er is geen behandelplan gemaakt en ook de wijze waarop de behandeling is uitgevoerd is niet conform de daarvoor geldende standaard. De tandarts krijgt ontzegging opgelegd van de bevoegdheid tot het uitoefenen van het beroep van tandarts voor zover het orthodontie betreft. 16-05-2018
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager had bij het RTG Amsterdam een klacht ingediend tegen verweerder, huisarts. De klacht hield in dat de huisarts onvoldoende lichamelijk onderzoek had verricht, Prednisolon heeft voorgeschreven zonder te waarschuwen voor de bijwerkingen en risico’s hiervan en geen afbouwschema heeft gehanteerd met betrekking tot deze medicatie, onvoldoende aantekeningen van het consult heeft gemaakt en onvoldoende nazorg heeft verleend. Het RTG heeft de klacht deels gegrond en deels ongegrond verklaard en de maatregel van berisping opgelegd. In beroep komt het CTG op één onderdeel na tot een zelfde oordeel en handhaaft de maatregel. 15-05-2018
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Verweerder heeft de ex-echtgenoot (F) van klaagster behandeld op de huisartsenpost. F, bekend met diabetes mellitus type II, kwam daar nauwelijks aanspreekbaar met een te hoog glucosegehalte in het bloed. Het consult vindt plaats via klaagster, waarbij verweerder enkel van haar mondelinge mededelingen uitgaat en wat lichamelijk onderzoek bij F doet. In de nacht na dit consult is F overleden. Het RTG Zwolle oordeelt dat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan, waardoor hij een onjuiste behandeling heeft ingezet. Ook heeft hij nagelaten klaagster van goede instructies te voorzien in het geval de situatie van F zou verslechteren. Verweerder krijgt een berisping. 07-05-2018
Uitspraken zonder ECLI
- Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg Cliënte voert aan dat haar hulpvraag niet door de zorgaanbieder is gehoord en dat zij lang op hulp heeft moeten wachten. Daarnaast had zij door de zorgaanbieder gewezen moeten worden op het betalen van een mogelijk eigen risico. De zorgaanbieder voert aan dat deze op grond van goed hulpverlenerschap diagnostiek heeft verricht naar een andere aandoening dan de hulpvraag van cliënte. Vervolgens zijn daarbij de gebruikelijke wachttijden in acht genomen en is daarnaast ook gehoor gegeven aan haar oorspronkelijke hulpvraag. De kosten van de behandeling zijn conform de geldende regelgeving in rekening gebracht. De geschillencommissie oordeelt dat de zorgplicht van de zorgaanbieder een bepaalde autonomie met zich meebrengt, die inhoudt dat de zorgaanbieder bij het bepalen van de juiste zorg voor cliënte nadere diagnostiek kan plegen. De geschillencommissie verklaart de klachten ongegrond. 2017-07-06
- Geschillencommissie ziekenhuizen Het ziekenhuis had klager moeten wijzen op het gevaar van open vuur in de buurt van een zuurstoffles. Nu het ziekenhuis dat niet heeft gedaan, heeft het jegens klager onrechtmatig gehandeld. Klager kan echter geen aanspraak maken op shockschade omdat niet is komen vast te staan dat zij in haar persoon is aangetast. In dat kader is van belang dat niet is gesteld, noch gebleken dat klager zich ten gevolge van de schrik en schok onder behandeling heeft moeten stellen en evenmin dat sprake was of is van een psychiatrisch ziektebeeld als gevolg van het incident. 2012-04-20
- Geschillencommissie ziekenhuizen Cliënte voert onder meer aan dat de kaakchirurg bij haar een behandeling heeft verricht die niet met haar is afgesproken, waardoor zij schade heeft geleden en waarvoor zij een schadevergoeding vordert. Het ziekenhuis betwist de stelling van cliënte en stelt dat de behandeling wel met haar is afgesproken. De commissie oordeelt dat zij meer overtuigd is door de stelling van het ziekenhuis en verklaart de klacht ongegrond en wijst de vordering voor schadevergoeding af. Daarnaast heeft cliënte een klacht ingediend tegen de klachtenfunctionaris van het ziekenhuis, enerzijds omdat hij niets van zich heeft laten horen en anderzijds omdat hij haar privacy heeft geschonden door het inzien van haar patiëntendossier. De commissie oordeelt dat vast is komen te staan dat de klachtenfunctionaris de klacht in behandeling heeft genomen en ook voldoende heeft behandeld. Door samen met de klachtenfunctionaris in het patiëntendossier te kijken heeft cliënte hiervoor impliciet toestemming verleend. 2017-09-08