Naar boven ↑

Update

Nummer 21, 2017
Uitspraken van 12-11-2017 tot 22-11-2017
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er twee voor u uit.

Gedrag dat niet samengaat met arts-zijn leidt tot ontzegging recht inschrijving BIG-register
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een psychiater die bij vonnis van de strafrechter van 30 december 2016 werd veroordeeld wegens het aanbieden en in het lichaam spuiten van methamfetamine bij een van zijn sekspartners (GZR 2017-0396). De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft nadien bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam (RTG) een klaagschrift ingediend waarin de psychiater is verweten de ‘tweede tuchtnorm’ te hebben geschonden. In het bijzonder heeft de IGJ de psychiater verweten zeer risicovol te hebben gehandeld met het verstrekken en intraveneus toedienen van een hoge dosering methamfetamine aan een hem onbekende sekspartner, alsook in strijd te hebben gehandeld met de Geneesmiddelenwet en de Opiumwet. Het RTG heeft ter beoordeling vooropgesteld dat de IGJ een voldoende en reëel belang heeft bij de klacht, gezien de taak van de IGJ. Daaraan doet dus niet af dat de psychiater zich reeds heeft laten uitschrijven uit het BIG-register. Voorts heeft het ter beoordeling vooropgesteld dat de tuchtrechtelijke procedure gevoerd mag worden naast de strafrechtelijke procedure die zich thans in het stadium van hoger beroep bevindt. Het RTG heeft in dat verband overwogen dat een tuchtrechtelijke procedure geen ‘criminal charge’ is in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Tot slot heeft het RTG voorafgaand aan de inhoudelijke beoordeling overwogen dat het feit dat de psychiater te kennen had gegeven niet te zullen verschijnen op de terechtzitting, niet betekent dat sprake is van strijd met een goede procesorde; de psychiater heeft ten overstaan van de IGJ uitvoerig verklaard wat zijn standpunt is en zich (dus) kunnen verweren.
Het RTG is vervolgens tot het oordeel gekomen dat de psychiater gehandeld heeft in strijd met de algemene zorgplicht die in het bijzonder een arts ten aanzien van het welzijn en de gezondheid van de medemens in acht behoort te nemen. Het (strafbaar) handelen van de psychiater gaat op geen enkele wijze samen met de hoedanigheid van een BIG-geregistreerd hulpverlener. Zijn gedragingen kunnen niet los worden gezien van zijn hoedanigheid van arts en zijn daarom tuchtrechtelijk toetsbaar. De psychiater is het recht ontzegd om zich opnieuw in het BIG-register te (kunnen) laten inschrijven.

Geneeskundige verklaring moet onmiskenbaar getekend zijn door geneesheer-directeur
Een tweede uitspraak waar ik u op wijs, betreft een Bopz-kwestie (GZR 2017-0398). Voor een vrijwillig in een verpleeghuis opgenomen patiënte was een voorlopige machtiging aangevraagd, omdat de patiënte aangaf terug te willen keren naar haar woonplaats. Bij het verzoek was een geneeskundige verklaring overgelegd, die was ondertekend door een specialist ouderengeneeskunde.
De Rechtbank Midden-Nederland die het verzoek om een voorlopige machtiging diende te beoordelen, oordeelde hieromtrent dat een verzoek alleen kan worden toegewezen indien de geneeskundige verklaring ‘onmiskenbaar’ ondertekend is door de geneesheer-directeur. Daaraan was in dit geval niet voldaan. Het feit dat de specialist ouderengeneeskunde ter zitting verklaarde ook geneesheer-directeur te zijn, was onvoldoende onmiskenbaar.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Deze keer treft u een annotatie van de hand van Jacqueline de Vries (Holla advocaten). Jacqueline bespreekt de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle naar aanleiding van een klacht van zeven zorgverzekeraars aan het adres van een huisarts, die zich schuldig had gemaakt aan grootschalige fraude met declaraties (GZR 2017-0243). De huisarts zag zich eerder ook reeds geconfronteerd met civiele procedures van twee zorgverzekeraars en een bestuursrechtelijke boete van de Nederlandse Zorgautoriteit. Jacqueline gaat in op de positie van de zorgverzekeraars in ons rechtsstelsel en op het recht om niet onevenredig te mogen worden bestraft.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Ik wijs u bij deze nieuwsbrief op het wetsvoorstel van de minister voor Medische Zorg Bruins (Kamerstukken 34822) waarmee de eerder voorgestelde wijziging van de Wet op de medische hulpmiddelen moet komen te vervallen (Kamerstukken 34483). Het daarin opgenomen verbod om medische hulpmiddelen zonder geüniformeerde identificatiecode te plaatsen is niet in overeenstemming met de thans nog geldende Richtlijn 93/42/EEG.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

3e GZR Jaarcongres
Bent u op de hoogte van ons jaarcongres dat 8 december aanstaande plaatsvindt in Utrecht (Hotel Van der Valk)? Ik hoop u die dag te mogen begroeten! Voor informatie klik hier.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Rechtbank

Tuchtcolleges