Naar boven ↑

Update

Nummer 19, 2017
Uitspraken van 13-10-2017 tot 25-10-2017
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Valse verklaringen en de waarde van een proces-verbaal
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een uitspraak van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (GZR 2017-0358). Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg oordeelde in overeenstemming met een eerdere uitspraak (GZR 2016-0024) dat een arts tuchtrechtelijk kan worden aangesproken in verband met het afleggen van een valse verklaring op (een eerdere) zitting (art. 47 lid 1 onder b Wet BIG). Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg had de klager dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege achtte de klacht overigens ongegrond, omdat het aan het proces-verbaal niet meer waarde wilde hechten dan aan de verklaring van de arts in de onderhavige procedure; een proces-verbaal is ‘slechts’ een zakelijke weergave van hetgeen ter zitting is verklaard..., aldus het Centraal Tuchtcollege.

Schending concurrentieafspraak goede reden beëindiging samenwerking
De tweede zaak die ik onder uw aandacht breng, betreft een uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg (GZR 2017-0360). De voorzieningenrechter oordeelde dat het Zuyderland Medisch Centrum en het Medisch Specialistisch Bedrijf van dat ziekenhuis terecht de samenwerking met een orthopedisch chirurg hadden beëindigd (en dat met onmiddellijke ingang). De arts was voorbereidingen aan het treffen voor het opzetten van een zelfstandig behandelcentrum op het gebied van knie- en heupaandoeningen, maar overschreed daarmee de concurrentieafspraken.

Taxibus is een maatwerkvoorziening
Een volgende zaak die ik in deze nieuwsbrief wil vermelden gaat over de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (GZR 2017-0361). De Centrale Raad van Beroep oordeelde opnieuw met verwijzing naar rechtspraak betreffende de oude Wmo dat een vervoersvoorziening in de vorm van collectief vervoer (Taxibus) aangemerkt kan worden als een maatwerkvoorziening. Ook onder de Wmo 2015 geldt immers dat een op het individu gericht onderzoek nodig is om vast te stellen dat de betrokkene niet of onvoldoende gebruik kan maken van het openbaar vervoer en dat hij daarom voor zijn zelfredzaamheid of participatie op een maatwerkvoorziening is aangewezen. De vraag die de Centrale Raad van Beroep moest beantwoorden is of met de Taxibus een passende bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een situatie waarin de betrokken vrouw in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven. De Centrale Raad van Beroep beantwoordde deze vraag bevestigend.

Eisen herregistratie huisarts
Hoewel er nog veel meer interessante uitspraken te vermelden zijn, waaronder ook een aantal strafzaken, wijs ik u tot slot alleen nog op een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (GZR 2017-0371). Aan de rechtbank lag ter beoordeling de vraag voor of de huisarts in kwestie voor herregistratie in het BIG-register in aanmerking kwam. De Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten had eerder geoordeeld dat dit niet het geval was; de huisarts had in de referteperiode alleen in een penitentiaire inrichting gewerkt. De rechtbank was het met de registratiecommissie eens. Daartoe overwoog de rechtbank onder meer dat uit het Besluit huisartsgeneeskunde volgt dat huisartsgeneeskundige zorg vanuit een huisartsenpraktijk moet worden verleend en aan een aantal specifieke kenmerken moet voldoen. Daarnaast wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen huisartsgeneeskundige zorg en algemeen medische zorg ten aanzien van onder meer gedetineerden. De registratiecommissie had de aanvraag dan ook terecht afgewezen op de grond dat de arts niet had voldaan aan het vereiste om minimaal acht uren per week werkzaam te zijn in een algemene huisartsenpraktijk. Zijn (eerdere) ervaring als huisarts is geen omstandigheid die noopt tot afwijking van het toetsingskader. De rechtbank oordeelde daarnaast dat geclausuleerde herregistratie thans niet meer mogelijk is; de Wet BIG biedt geen mogelijkheid voor verankering van een geclausuleerde specialistenregistratie.

Annotaties
In verband met het belang van de uitspraken van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam van 4 juli jl. (GZR 2017-0276) over de rol van de hulpverlener in het aansprakelijkheidstraject vindt u deze keer twee annotaties toegevoegd. De eerste annotatie is van de hand van Maurice Mooibroek (KBS advocaten) en staat deze week op onze homepage. Maurice belicht de zaak vanuit de vraag wanneer sprake kan zijn van misbruik van het tuchtrecht en geeft zijn visie op het oordeel van de tuchtrechter dat het tot de professie van de hulpverlener behoort om zich met het aansprakelijkheidstraject te bemoeien als blijkt dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar zich op onzorgvuldige wijze gedraagt (in dit geval tegen beter weten in aansprakelijkheid van de hand wijzen en niet bevoorschotten).
De tweede annotatie is van de hand van Jørgen Simons (Leijnse Artz advocaten) en verschijnt volgende week op de homepage. Jørgen betrekt de Gedragscode Openheid medische incidenten; betere afwikkeling Medische Aansprakelijkheid (GOMA) in zijn annotatie en uiteraard geeft ook hij zijn visie op het eerder omschreven oordeel van de tuchtrechter.
Beide annotaties kan ik u van harte aanbevelen!

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Belangrijk nieuws betreft de bekendmaking van de nieuwe bewindslieden (kabinet Rutte III). Voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zal Hugo de Jonge (CDA) zijn plek als minister innemen. Daarnaast wordt Bruno Bruins (VVD) minister voor Medische Zorg. Paul Blokhuis (ChristenUnie) wordt de nieuwe staatssecretaris.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Centrale Raad van Beroep

Tuchtcolleges