Update
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist; wel of geen strijd beroepsgeheim?
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft de uitwisseling van medische gegevens tussen een specialist in opleiding en haar supervisor (GZR 2017-0280). Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle oordeelde dat een dergelijke uitwisseling geen schending van het beroepsgeheim oplevert. De supervisor wordt beschouwd als rechtstreeks betrokken hulpverlener als bedoeld in artikel 7:457 BW. Het tuchtcollege oordeelde voorts dat het informeren van de huisarts evenmin een schending van het beroepsgeheim opleverde. De medische specialist(en) mochten ervan uitgaan dat de patiënt ermee instemde dat ook de huisarts op de hoogte werd gesteld van de bevindingen nu de huisarts de patiënt had verwezen. Het tuchtcollege heeft in dat verband gewezen op de NHG-richtlijn ‘Informatie-uitwisseling tussen Huisarts en Specialist bij verwijzen’.
Caren Velink (Velink & De Die) schreef eerder een annotatie bij een uitspraak die hetzelfde onderwerp behelsde (GZR 2015-0055). Caren laat zich kritisch uit over een al te snelle aanname dat de patiënt wel toestemming zal hebben gegeven voor informatieverstrekking aan de huisarts. Zij haalt in dat verband een aantal uitspraken aan.
Onafhankelijkheid klachtenbehandelaar vereist geen enkele betrokkenheid bij het rapport dat onderwerp van de klacht is
De tweede uitspraak betreft eveneens een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, maar kent een ander onderwerp: de vraag of de psychiater, tevens klachtenbehandelaar, wel onpartijdig en onafhankelijk was (GZR 2017-0282). Nee, aldus het tuchtcollege. De psychiater had bemoeienis gehad bij de totstandkoming van het rapport over het vermeende alcoholmisbruik van de klager, welk rapport uitgebracht werd in het kader van de rijbewijskeuring. Door vervolgens dan ook de klacht over datzelfde rapport te behandelen en te oordelen dat het voldeed aan de richtlijnen, overschrijdt men als psychiater, klachtenbehandelaar, de grenzen van zorgvuldigheid. De psychiater werd hiervoor gewaarschuwd.
Beginsel van concentratie van klachten
De derde uitspraak waar ik uw aandacht voor vraag, betreft een tuchtprocesrechtelijk oordeel van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Amsterdam (GZR 2017-0287). De klaagster in kwestie had in 2014 een klacht tegen haar tandarts ingediend die gegrond is geacht en in hoger beroep is bevestigd. In 2016 diende de klaagster een nieuwe klacht in tegen de tandarts, welke klacht betrekking had op tandheelkundige handelingen c.q. informatieverstrekking in 2010. Omdat de klaagster deze klacht ook reeds had kunnen indienen bij haar klacht in 2014, achtte het tuchtcollege klaagster nu niet-ontvankelijk. Voor de toepasselijkheid van dit beginsel van concentratie van klachten is niet vereist dat het bij beide klachten om hetzelfde feitencomplex gaat, zij het dat in geval van hetzelfde feitencomplex dit beginsel zich nog dwingender voordoet, aldus het tuchtcollege. Een uitzondering op het beginsel vormt de situatie dat een klager niet eerder van de door hem gestelde fouten van de betrokken zorgverlener waarop de klacht is gebaseerd, op de hoogte was en deze evenmin eerder had kunnen ontdekken. In het onderhavige geval deed zich die situatie echter niet voor.
Vervangende toestemming, een alternatieve route
Een uitspraak die ik ook onder uw aandacht wil brengen, betreft het verzoek van een gecertificeerde instelling aan de kinderrechter om vervangende toestemming voor een medische behandeling van een minderjarige (GZR 2017-0288). De kinderrechter wees dit verzoek af, omdat volgens de rechter geen sprake was van een geneeskundige behandeling. Het verzoek zag op een doorverwijzing van de minderjarige naar de GGZ voor een individuele therapie en de aanmelding voor de jonge mantelzorgersgroep. Teneinde de moeder tot medewerking te bewegen zou de gecertificeerde instelling een aanwijzing kunnen geven en bij weigering tot opvolging daarvan op basis van artikel 1:263 lid 3 BW een verzoek indienen tot bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing om alsnog de benodigde behandeling te realiseren.
Verjaringsperikelen niet-gecontracteerde zorg
De laatste uitspraak die ik in deze brief expliciet wil benoemen, ziet op de aanvang van de verjaringstermijn in het kader van niet-gecontracteerde zorg (GZR 2017-0300). Die verjaringstermijn begint volgens de Rechtbank Den Haag te lopen op het moment waarop de opeisbaarheid van de vordering bij de verzekerde bekend is (factuur zorgverlener). De zorgverzekeraar had betoogd dat de verjaringstermijn al eerder een aanvang neemt, namelijk bij aanvang van de medische behandeling. Dit standpunt is echter onjuist; artikel 7:941 BW is niet van toepassing, zo volgt uit artikel 15 Zorgverzekeringswet.
U kunt op termijn een annotatie bij deze uitspraak verwachten.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Deze keer treft u een mooie annotatie van de hand van Esther Schaake (Pels Rijcken) bij een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (GZR 2017-0302). De Afdeling heeft samen met de Centrale Raad van Beroep een toetsingskader voor de bestuursrechter ontwikkeld in zaken waarin de overheid zich beroept op een advies van een medisch deskundige. Esther bespreekt zowel het oordeel van de Afdeling als van de Centrale Raad. Voorts gaat zij in op het door de gerechten geformuleerde toetsingskader. Haar annotatie wordt afgesloten met een kritische beschouwing.
Scripties
We hebben twee nieuwe scripties opgenomen. Het betreft een scriptie van Sieb de Ree (UvA) en een scriptie van Eline van Dort (UvA). Sieb heeft zijn scriptie geschreven over het waarborgen van de kwaliteit van multidisciplinaire zorg binnen de regionale eerstelijns zorgorganisaties. Eline heeft haar scriptie geschreven over de proefpersonenverzekering. Beide scripties zijn zeer de moeite van het lezen waard.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR-Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vervolg op GZR 2016-0147 en GZR 2017-0101. Een medisch-cosmetische oorreconstructie in het UMCG heeft een teleurstellend resultaat. De patiënt gaat naar een ander ziekenhuis (UMCU) en stelt het UMCG aansprakelijk. De Rechtbank Noord-Nederland heeft voor recht verklaard dat het UMCG aansprakelijk is, van welk vonnis het UMCG in hoger beroep is gekomen. In GZR 2016-0147 heeft het hof het UMCG in de gelegenheid gesteld om bij akte stukken in het geding te brengen. In GZR 2017-0101 acht het hof voorshands bewezen dat het UMCG niet lege artis heeft gehandeld, omdat niet is voldaan aan de verzwaarde motiveringsplicht, en wordt het UMCG in de gelegenheid gesteld tegenbewijs te leveren. In dit arrest gaat het over de benoeming van een deskundige die dat tegenbewijs zou moeten leveren. De patiënt verzet zich tegen deze benoeming, maar het hof volgt de patiënt niet in diens betoog. Het hof benoemt de deskundige en formuleert de vragen aan de deskundige. Of de patiënt wel of geen blokkeringsrecht toekomt, laat het hof in het midden tot na het deskundigenonderzoek. 25-07-2017
- Gerechtshof Amsterdam Na heraanbesteding thuiszorg sluit thuishulp die reeds als thuishulp bij verliezende partij werkzaam was met verkrijgende partij een nieuwe arbeidsovereenkomst met minder goede arbeidsvoorwaarden. Werkneemster heeft echter op grond van de CAO VVT recht op een arbeidsovereenkomst zoals zij die voorheen had. Het beroep van de verkrijgende werkgever op de inmiddels gesloten arbeidsovereenkomst (met de minder goede arbeidsvoorwaarden) is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. 11-07-2017
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland De rechtbank beoordeelt de stelling van eiseres dat een chirurg toerekenbaar is tekortgeschoten bij het uitvoeren van een galblaasoperatie. Eiseres wordt in de gelgenheid gesteld van haar stelling bewijs te leveren door middel van een deskundigenbericht. Een eerder op verzoek van beide partijen tot stand gekomen deskundigenrapport wordt niet voldoende bruikbaar geacht, omdat niet duidelijk is of de deskundige wel over alle relevante medische stukken had kunnen beschikken. De zaak is naar de rol verwezen om partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de persoon van de nieuwe deskundige. 19-07-2017
- Rechtbank Midden-Nederland De gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland heeft de kinderrechter verzocht om vervangende toestemming voor een medische behandeling van een minderjarige. De kinderrechter wijst het verzoek af omdat onvoldoende is gebleken dat sprake is van een medische behandeling als bedoeld in de WGBO. Indien moeder niet meewerkt aan een behandeling die in belang lijkt van het kind, kan de gecertificeerde instelling een verzoek indienen tot bekrachtiging van de aanwijzing om alsnog de benodigde behandeling te realiseren. 18-07-2017
- Rechtbank Overijssel Toekenning transitievergoeding aan 122 (ex-)werknemers van ZONL op grond van artikel 2 cao TV VVT. Het beroep van werkgever op overgang van onderneming en op opvolgend werkgeverschap en de redelijkheid en billijkheid treft geen doel. Het eerder toegekende wachtgeld aan één werknemer moet niet als gelijkwaardige voorziening worden aangemerkt, maar mag wel in mindering worden gebracht op de transitievergoeding. Aansluiting bij de werkelijke bedoeling van artikel 7:673 lid 5 BW in plaats van de letterlijke tekst. 13-07-2017
- Rechtbank Den Haag Wanneer begint verjaringstermijn te lopen van een bij een zorgverzekeraar in te dienen declaratie (bij niet-gecontracteerde zorg) van een zorgverlener aan een verzekerde? Bij de aanvang van de medische behandeling (standpunt verzekeraar) of bij de ontvangst van de factuur van de zorgverlener door de verzekerde (standpunt verzekerde)? De kantonrechter acht het standpunt van de verzekeraar in strijd met artikel 15 lid 1 Zorgverzekeringswet. Niet de norm van artikel 7:941 BW (melden zodra risico zich verwezenlijkt, dus begin van behandeling) is beslissend, maar het moment waarop de opeisbaarheid van de vordering bij de verzekerde bekend is (factuur zorgverlener). 05-07-2017
- Rechtbank Rotterdam Afwijzing vordering tot schadevergoeding wegens burn-outklachten (art. 7:658 BW). Vast staat dat er sprake is van een burn-out en van een hoge (en soms te hoge) werkdruk. Een causaal verband tussen die burn-out en de (soms te hoge) werkdruk is echter door werkneemster niet aangetoond en daar komt bij dat werkneemster al lang met psychische problemen kampte en naast haar dienstverband ook nog eens (vrijwillig) een studie volgde. Ook is niet aangetoond dat er sprake was van pestgedrag door werkgever. Er is sprake van een hoge werkdruk, maar werkgever heeft voldoende maatregelen getroffen. 08-06-2017
Raad van State
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Verweerder, homeopathisch (basis)arts, heeft samen met een collega in het buitenland onderzoek gedaan naar een homeopathisch middel bij de behandeling van aids. Er is sprake geweest van medisch wetenschappelijk onderzoek op mensen in de zin van de Verklaring van Helsinki. Waarschuwing. 25-07-2017
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager is tandarts en dient een klacht in tegen verweerder, ook tandarts en werkzaam als medisch adviseur bij een zorgverzekeraar. Klager kan niet worden aangemerkt als rechtstreeks belanghebbende omdat klager door het advies van verweerder niet rechtstreeks wordt geraakt in een concreet eigen belang dat kan worden geplaatst in het kader van de individuele gezondheidszorg. 25-07-2017
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Verweerder (huisarts) zou zijn beroepsgeheim hebben geschonden door na de dood van patiënte een brief met medische informatie naar haar notaris te sturen. Verweerder mocht echter uitgaan van veronderstelde toestemming. De verklaring van de arts bevat een waardeoordeel over de patiënte en niet alleen feitelijke informatie. Tot het verstrekken van een waardeoordeel was de arts niet bevoegd. Klacht deels gegrond, berisping. 25-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven In deze zaak gaat het over een tandarts die aan een medisch adviseur van FNV Letselschade, ingeschakeld door klager, stukken over een procedure bij het tuchtcollege heeft toegezonden. Verweerder heeft hiermee zijn beroepsgeheim geschonden. Een bij het tuchtcollege ingediende klacht valt ook onder het beroepsgeheim. Waarschuwing. 24-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Verweerder is opleider, leidinggevende en psychiater bij Bureau Rijbewijs Keuringen en heeft een keurend psychiater geadviseerd over een rapportage. Klager dient een klacht in over deze rapportage waarna verweerder de klacht als klachtenbehandelaar in behandeling neemt en stelt dat er geen fouten zijn gemaakt. Gegeven de bemoeienis van verweerder met het rapport, kan en kon verweerder niet staande houden dat hij bij de klachtafhandeling onpartijdig en onafhankelijk was. Waarschuwing. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam In deze zaak heeft de bedrijfsarts zijn beroepsgeheim geschonden omdat hij informatie heeft gedeeld met de werkgever over de psychische gesteldheid van klaagster. Deze informatie was niet strikt noodzakelijk om te vermelden. Klacht gegrond, maar geen maatregel omdat de aard van de schending gering is. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht tegen een psychiater die een rijbewijskeuring heeft verricht. Psychiater wijzigt zijn rapportage over de keuring in totaal vier keer en wijst klager niet op het blokkeringsrecht. De vele aanpassingen in het rapport verdienen geen schoonheidsprijs maar leveren geen tuchtrechtelijk verwijt op. Klacht is gegrond wat betreft het verzuim klager te wijzen op het blokkeringsrecht. Waarschuwing. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam In deze zaak gaat het over de houding van verweerder (psychiater) bij afwijkende en verontrustende bloeduitslagen en ernstige (intoxicatie)klachten van klaagster. Verweerder heeft een te afwachtende houding gehad. Berisping. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen tandarts. Het beginsel van concentratie van klachten brengt mee dat een klager zo veel mogelijk zijn klachten tegen een zorgverlener tegelijk in één tuchtprocedure aanhangig maakt. Klaagster had in dit geval haar klacht ook in de procedure van 5 juni 2014 tegen verweerder kunnen indienen. Klacht is niet-ontvankelijk. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Het gaat in deze zaak over seksueel grensoverschrijdend gedrag van een orthodontist. De ontkenning en het onvermogen van verweerder om ook maar enigszins te reflecteren op zijn ongepaste gedrag maken een voorwaardelijke schorsing met als bijzondere voorwaarde therapeutische behandeling onmogelijk. Er resteert slechts een doorhaling c.q. een verbod op herinschrijving. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Het gaat in deze zaak over seksueel grensoverschrijdend gedrag van een tandarts. De publiciteit over de zaak heeft meegebracht dat verweerders handelen onder een vergrootglas ligt en hij reeds zwaar is gestraft voor zijn misdragen. Verweerder krijgt daarom een maatregel van schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van één jaar, waarvan tien maanden voorwaardelijk. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen Verpleegkundige is tekortgeschoten tijdens zijn rol op EHBO-post. Hij had bij het motorongeluk proactief moeten vaststellen of zijn medische kennis en zorg nodig waren toen hij hoorde van klagers ongeval en had deze triage niet moeten overlaten aan de EHBO-medewerkers. Klacht is gegrond, berisping. 18-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht tegen neuroloog over onder meer de uitwisseling van informatie. Het uitwisselen van informatie tussen een specialist in opleiding en haar supervisor levert geen schending van het beroepsgeheim op. Door de relatie arts in opleiding-supervisor geldt de laatste als rechtstreeks betrokken bij de behandeling. Daarnaast mocht de arts ervan uitgaan dat klager instemde met een inhoudelijke terugkoppeling aan de huisarts. Ongegrond. 17-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Verweerder (psychiater) heeft de privacy van klaagster onvoldoende gewaarborgd omdat hij met zijn telefoon een foto van haar paspoort heeft gemaakt en klaagster een ingevulde vragenlijst bij een collega van verweerder moest inleveren omdat verweerder en de secretaresse niet meer aanwezig waren. Klachten gegrond, waarschuwing. 17-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven In deze zaak gaat het over een advies inzake een eventuele verlenging van een tbs-maatregel. Verweerder (gz-psycholoog) had in zijn rapportage enkel verwezen naar het digitale tbs-dossier van klager. Klager en zijn advocaat hadden echter geen inzage in dit dossier. Klacht gegrond, geen maatregel. 17-07-2017
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Verweerster, uroloog, is niet als medebehandelaar aan te merken omdat zij door een arts telefonisch is benaderd voor intercollegiaal advies over een anonieme casus. De uroloog is wel verantwoordelijk voor de door haar gegeven adviezen. Klacht is ongegrond. 17-07-2017