Naar boven ↑

Update

Nummer 23, 2016
Uitspraken van 10-11-2016 tot 23-11-2016
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Geen vertrouwen mag tot beëindiging relatie leiden
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, is afkomstig van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven en ziet op de beëindiging van een behandelrelatie (GZR 2016-0409). De beëindiging was geïnitieerd door de aangeklaagde neurochirurg, omdat er naar zijn zeggen sprake was van onvoldoende vertrouwen. Het tuchtcollege stelde ter beoordeling voorop dat alleen gewichtige redenen kunnen leiden tot beëindiging van een behandelrelatie. Zo een gewichtige reden kan gelegen zijn in het ontbreken van een vertrouwensbasis in een situatie waarin dat vertrouwen noodzakelijk is voor de goede uitvoering van de geneeskundige behandeling, zoals in het onderhavige geval; de patiënt in kwestie behoefde een risicovolle operatie, terwijl het tegelijkertijd om een electieve ingreep ging. De neurochirurg mocht volgens het tuchtcollege dan ook afzien van behandeling toen hij naar aanleiding van een gesprek met de patiënt en diens klacht bemerkte dat aan zijn zijde een vertrouwensbasis ontbrak.

Over de grens
Ook de volgende uitspraak waar ik uw aandacht voor vraag betreft een oordeel van de tuchtrechter (GZR 2016-0414). In dit geval stond de vraag centraal of het Nederlandse tuchtrecht van toepassing is op een in Duitsland woonachtige, maar in Nederland geregistreerde tandarts. Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle oordeelde dat dit het geval is en overwoog in dat verband dat het doel van de bescherming die de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg beoogt te bieden niet beperkt is tot binnen Nederland verrichte handelingen, maar zich ook uitstrekt tot handelingen die door een geregistreerde arts buiten Nederland worden verricht.

De Wbp en het medisch advies
De derde uitspraak die ik van belang acht, ziet op artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) in relatie tot het medisch advies van een medisch adviseur in een aansprakelijkheidskwestie (GZR 2016-0418). De desbetreffende medisch adviseur (werkzaam in opdracht van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van de aangesproken gynaecoloog) had een verzoek van een patiënt om inzage in dat advies geweigerd, stellende dat de Wbp niet van toepassing is op (zijn) medische adviezen. De Rechtbank Gelderland achtte dat standpunt juist en oordeelde onder verwijzing naar de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 17 juli 2014, ECLI:EU:C:2014:2081 dat artikel 35 Wbp slechts ziet op de feitelijke persoonsgegevens en niet (ook) op de medische analyse die mede op basis van deze feitelijke persoonsgegevens wordt verricht. Maar ook indien het informatierecht zich wel zou uitstrekken over de medische analyse was de medisch adviseur volgens de rechtbank niet gehouden daarvan mededeling te doen aan de patiënt. Het ging hier namelijk om gegevens die de kern betreffen van het aan de gynaecoloog en het ziekenhuis in het kader van de aansprakelijkheidsprocedure gemaakte verwijt. Deze procespartijen hebben het recht zich vrijelijk en in beslotenheid op hun positie te beraden, aldus de rechtbank. Hun komt dan ook een beroep toe op artikel 43 aanhef en onder e Wbp.

Informatie aan niet met gezag belaste ouder; belangenafweging
Lezenswaardig is ook de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage aangaande het recht op informatie dat toekomt aan de ouder die niet met het gezag over een minderjarige is belast (GZR 2016-0419). Hoofdregel is dat de met het gezag belaste ouder van een minderjarige die ouder is dan 12 jaar recht heeft op informatie over de geneeskundige behandeling van die minderjarige. De met het gezag belaste ouder heeft ook recht op inzage in het medisch dossier. Een en ander volgt uit artikel 7:457 derde lid BW dat op het beroepsgeheim ziet en voor de gezaghebbende ouder dus een uitzondering kent. Voor de niet met het gezag belaste ouder geldt voornoemde uitzondering op het beroepsgeheim niet. Wel heeft de niet met het gezag belaste ouder op grond van artikel 1:377c BW recht op informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van het kind of diens verzorging en opvoeding betreffen. Deze informatie is echter niet gelijk aan de informatie die op grond van artikel 7:457 derde lid BW aan de gezaghebbende ouder wordt verstrekt. Het is aan de hulpverlener om te beoordelen in hoeverre de informatie die onder het beroepsgeheim valt met de niet met het gezag belaste ouder gedeeld moet worden. Dit betreft een belangenafweging.

Geen transitievergoeding voor de per 1 juni 2016 ontslagen werknemer
De laatste zaak die ik onder uw aandacht breng, is een arbeidsrechtelijke kwestie (GZR 2016-0436). Een werkgever had bij brief van 11 mei 2016 de arbeidsovereenkomst met een instellingskok tegen 1 juni 2016 opgezegd, aldus zonder de geldende opzegtermijn in acht te nemen. Hij deed dit omdat per 1 juli 2016 onduidelijk zou zijn op welke vergoedingen de ontslagen werknemer recht zou hebben. De instellingskok was het daarmee niet eens en verzocht de kantonrechter om een transitievergoeding dan wel een schadevergoeding wegens schending van het goed werkgeverschap, vervat in artikel 7:611 BW. De kantonrechter oordeelde dat een transitievergoeding niet tot de mogelijkheden behoorde; er was tegen 1 juni 2016 opgezegd en dat betekent dat ingevolge artikel XXII zevende lid van de Wet werk en zekerheid in samenhang gelezen met artikel 2 eerste lid van het Besluit overgangsrecht transitievergoeding en de voorziening in de CAO VVT in beginsel geen recht bestaat op een transitievergoeding. Het recht vloeit voorts evenmin voort uit een vermeend misbruik van recht. Dat was hier niet aan de orde, aldus de kantonrechter. De regeling van artikel 7:672 tiende lid BW is de enige toegelaten sanctie en die vergoeding moet worden betaald. Dat op die grond een betalingsverplichting bestaat, bracht volgens de kantonrechter vervolgens met zich dat er geen schadeplichtigheid was ontstaan op grond van artikel 7:611 BW.

Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Deze keer treft u een annotatie van de hand van Jacqueline de Vries (Holla advocaten) bij een uitspraak van de Rechtbank Overijssel van 25 augustus 2016 (GZR 2016-0335). Deze uitspraak behelst een oordeel over de onverwijldheid van melden van een calamiteit aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Jacqueline gaat met name in op de vraag hoe die onverwijldheid is geregeld waar het gaat om het melden van een ontslag van een arts wegens diens disfunctioneren. Jacqueline betrekt daarbij het legaliteitsbeginsel en het bepaalbaarheidsgebod.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@boomdenhaag.nl.

Jaarcongres Gezondheidsrecht
Op 9 december 2016 organiseert GZR Updates in samenwerking met Studiecentrum Kerckebosch het Jaarcongres Gezondheidsrecht. Dit congres brengt u in één dag op de hoogte van de actuele ontwikkelingen en verdiepende thema´s op het gebied van het gezondheidsrecht. Een mooie gelegenheid om met vakgenoten in contact te komen! Klik hier voor het programma en aanmelden. Abonnees van GZR Updates en Tijdschrift voor Gezondheidsrecht ontvangen € 50 korting op de entreeprijs.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges