Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2015
Uitspraken van 16-04-2015 tot 29-04-2015
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak

Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Niet meewerken aan overleg geen gewichtige reden beëindiging behandelovereenkomst
Een eerste uitspraak die ik er uitlicht, betreft een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant over ADL-assistentie (GZR 2015-0171). Wat partijen – de ontvanger van de assistentie en de zorginstelling – verdeeld hield was de vraag of het niet meewerken aan overleg terzake van het inwerken van ADL-assistenten reden kan zijn om de assistentie voor de toekomst te weigeren. De rechtbank overwoog in dat verband ten eerste dat het verlenen van ADL-assistentie door de instelling aangemerkt moest worden als een geneeskundige behandeling. Een geneeskundige behandelingsovereenkomst kan alleen worden opgezegd als sprake is van een gewichtige reden, aldus de rechtbank verder. Zo’n reden was hier niet aan de orde; voorshands ging de rechter ervan uit dat van gewichtige redenen alleen sprake is als voortzetting van de samenwerking niet langer mogelijk is, waarvan hij nog niet overtuigd was geraakt.

Ruzie over een kopje koffie
Een andere uitspraak waar ik u op wijs, ziet op een geschil tussen een exploitant van een coffee-corner in een ziekenhuis en de stichting die het ziekenhuis exploiteert (GZR 2015-0172). Deze partijen hield de vraag verdeeld of het de stichting zelf was toegestaan gratis koffie en thee te verstrekken aan bezoekers van de poliklinieken van het ziekenhuis. De exploitant van de coffee-corner zag deze verstrekking als een concurrerende activiteit en verzocht daarom om onmiddellijke staking. In het daarop volgende kort geding draaide het om de vraag of de stichting in strijd handelde met de bepalingen in de tussen partijen gesloten huurovereenkomst door gratis koffie te verstrekken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moest die vraag bevestigend worden beantwoord, nu in die overeenkomst uitdrukkelijk een concurrentieverbod voor de stichting is opgenomen; het verstrekken van koffie werd daaronder geschaard.

Opnieuw over de ontvankelijkheid en ‘in de hoedanigheid van’
De tuchtrechtspraak van de periode kenmerkt zich door een flink aantal kwesties ter zake van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast wijs ik u op een zaak in hoger beroep, ingesteld door een ziekenhuis in de hoedanigheid van werkgever (GZR 2015-0176). Het ziekenhuis verweet de bij hem werkzame arts dat hij had gehandeld in strijd met de tweede tuchtnorm door zich niet respectvol te gedragen tegenover vrouwelijke collega’s – hij zou ze in de kleedkamer fotograferen – en door onjuiste en leugenachtige verklaringen, in en buiten rechte, af te leggen. Het Regionaal Tuchtcollege achtte het ziekenhuis destijds ontvankelijk, doch de klacht ongegrond. Datzelfde lot deelde het hoger beroep. Wel ontvankelijkheid – gesteld was een voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg – doch ongegrondheid van de klacht wegens gebrek aan bewijs. Ik wijs u echter in het bijzonder op de overweging van het Centraal Tuchtcollege in het kader van de ontvankelijkheid; het college geeft andermaal te kennen dat gebrek aan normbesef strijdig is met de algemene zorgplicht die een arts bij uitstek in acht behoort te nemen. Het vertrouwen dat de samenleving met het oog daarop in een arts stelt, wordt door handelen als in deze zaak was gesteld wezenlijk aangetast. Daarom kan dergelijk handelen niet los worden gezien van de hoedanigheid van arts, ook al vond het – strikt genomen – niet in de uitoefening van die hoedanigheid plaats. 

Voor een andere uitspraak over ontvankelijkheid wijs ik u op een andere uitspraak van het Centraal Tuchtcollege. Hier ging het om de ontvankelijkheid van een klager in een klacht jegens het hoofd van het Bureau medicinale Cannabis (GZR 2015-0195). 

Aanspraak verzekerden ten onrechte beperkt
Ik wijs u ook op een uitspraak van de Rechtbank Gelderland in een kwestie over dieetpreparaten (GZR 2015-0177). De procedure was ingesteld door Stichting Patiëntenbelang Vergoeding Dieetpreparaten jegens Menzis Zorgverzekeraar. Aan de orde was de vraag of beperking door de zorgverzekeraar van de aanspraak van patiënten op een vergoeding van dieetpreparaten geoorloofd was. De rechtbank beantwoordde de vraag ontkennend. Door productniveau (generiek) te laten voorschrijven, wordt de aanspraak van verzekerden toch beperkt. Daarnaast verdraagt het eisen van een expliciete medische motivatie zich niet met de aanspraken op grond van de zorgverzekeringswet en de daarop gebaseerde regelgeving, aldus de rechtbank.

Bevolkingsonderzoek en aanbesteding – geen schending van beginselen
Tot slot vraag ik uw aandacht voor twee uitspraken van de Rechtbank Den Haag (GZR 2015-0180 en GZR 2015-0181). Beide procedures in kort geding gingen over een aanbestedingsprocedure ter zake van de ‘huur van geautomatiseerde PCR-totaalsystemen voor het aantonen van hrHPV (Humaan Papillomavirus) en levering van bijbehorende verbruiksmaterialen ten behoeve van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker’. Zij werd op 5 november 2014 uitgeschreven door het RIVM, als onderdeel van de Staat der Nederlanden. Aanbieders van andere systemen dan het PCR-systeem waren uitgesloten van de procedure, hetgeen bij twee organisaties in het verkeerde keelgat schoot. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat aan de keuze van het RIVM voor PCR-technologie in het kader van het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker een voldoende wetenschappelijke onderbouwing ten grondslag lag en dat er geen sprake was van schending van beginselen van aanbestedingsrecht of mededinging. 

Annotaties, scripties en commentaren
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties, scripties en commentaren

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. 

Onder meer vroeg de zaak ‘Tromp’, huisarts te Tuitjenhorn, de nodige aandacht. De weduwe heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor het gerecht gedaagd, omdat zij van mening is dat de IGZ te snel heeft besloten haar man op non-actief te stellen. De bestuursrechter doet op 4 juni uitspraak. 

In het nieuws kwamen ook (negatieve) berichten over ziekenhuisfusies. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) meldde in een brief aan de Tweede Kamer dat acht van de dertien recente ziekenhuisfusies vanwege te verwachten prijsstijgingen eigenlijk niet goedgekeurd hadden mogen worden.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Gezondheidsrecht cursussen live volgen vanaf uw werkplek?
Volg een cursus ‘GZR Actueel en verdiept’, live webinars inclusief PO-punten. In twee uur tijd en op hoog niveau wordt u bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het gezondheidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.

Data: 18 juni; 15 oktober; 3 december 2015

Kosten: € 138 excl. btw per webinar (2 PO-punten)

Meer informatie en inschrijven

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet, 

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges