Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Niet meewerken aan overleg geen gewichtige reden beëindiging behandelovereenkomst
Een eerste uitspraak die ik er uitlicht, betreft een uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant over ADL-assistentie (GZR 2015-0171). Wat partijen – de ontvanger van de assistentie en de zorginstelling – verdeeld hield was de vraag of het niet meewerken aan overleg terzake van het inwerken van ADL-assistenten reden kan zijn om de assistentie voor de toekomst te weigeren. De rechtbank overwoog in dat verband ten eerste dat het verlenen van ADL-assistentie door de instelling aangemerkt moest worden als een geneeskundige behandeling. Een geneeskundige behandelingsovereenkomst kan alleen worden opgezegd als sprake is van een gewichtige reden, aldus de rechtbank verder. Zo’n reden was hier niet aan de orde; voorshands ging de rechter ervan uit dat van gewichtige redenen alleen sprake is als voortzetting van de samenwerking niet langer mogelijk is, waarvan hij nog niet overtuigd was geraakt.
Ruzie over een kopje koffie
Een andere uitspraak waar ik u op wijs, ziet op een geschil tussen een exploitant van een coffee-corner in een ziekenhuis en de stichting die het ziekenhuis exploiteert (GZR 2015-0172). Deze partijen hield de vraag verdeeld of het de stichting zelf was toegestaan gratis koffie en thee te verstrekken aan bezoekers van de poliklinieken van het ziekenhuis. De exploitant van de coffee-corner zag deze verstrekking als een concurrerende activiteit en verzocht daarom om onmiddellijke staking. In het daarop volgende kort geding draaide het om de vraag of de stichting in strijd handelde met de bepalingen in de tussen partijen gesloten huurovereenkomst door gratis koffie te verstrekken. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter moest die vraag bevestigend worden beantwoord, nu in die overeenkomst uitdrukkelijk een concurrentieverbod voor de stichting is opgenomen; het verstrekken van koffie werd daaronder geschaard.
Opnieuw over de ontvankelijkheid en ‘in de hoedanigheid van’
De tuchtrechtspraak van de periode kenmerkt zich door een flink aantal kwesties ter zake van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarnaast wijs ik u op een zaak in hoger beroep, ingesteld door een ziekenhuis in de hoedanigheid van werkgever (GZR 2015-0176). Het ziekenhuis verweet de bij hem werkzame arts dat hij had gehandeld in strijd met de tweede tuchtnorm door zich niet respectvol te gedragen tegenover vrouwelijke collega’s – hij zou ze in de kleedkamer fotograferen – en door onjuiste en leugenachtige verklaringen, in en buiten rechte, af te leggen. Het Regionaal Tuchtcollege achtte het ziekenhuis destijds ontvankelijk, doch de klacht ongegrond. Datzelfde lot deelde het hoger beroep. Wel ontvankelijkheid – gesteld was een voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg – doch ongegrondheid van de klacht wegens gebrek aan bewijs. Ik wijs u echter in het bijzonder op de overweging van het Centraal Tuchtcollege in het kader van de ontvankelijkheid; het college geeft andermaal te kennen dat gebrek aan normbesef strijdig is met de algemene zorgplicht die een arts bij uitstek in acht behoort te nemen. Het vertrouwen dat de samenleving met het oog daarop in een arts stelt, wordt door handelen als in deze zaak was gesteld wezenlijk aangetast. Daarom kan dergelijk handelen niet los worden gezien van de hoedanigheid van arts, ook al vond het – strikt genomen – niet in de uitoefening van die hoedanigheid plaats.
Voor een andere uitspraak over ontvankelijkheid wijs ik u op een andere uitspraak van het Centraal Tuchtcollege. Hier ging het om de ontvankelijkheid van een klager in een klacht jegens het hoofd van het Bureau medicinale Cannabis (GZR 2015-0195).
Aanspraak verzekerden ten onrechte beperkt
Ik wijs u ook op een uitspraak van de Rechtbank Gelderland in een kwestie over dieetpreparaten (GZR 2015-0177). De procedure was ingesteld door Stichting Patiëntenbelang Vergoeding Dieetpreparaten jegens Menzis Zorgverzekeraar. Aan de orde was de vraag of beperking door de zorgverzekeraar van de aanspraak van patiënten op een vergoeding van dieetpreparaten geoorloofd was. De rechtbank beantwoordde de vraag ontkennend. Door productniveau (generiek) te laten voorschrijven, wordt de aanspraak van verzekerden toch beperkt. Daarnaast verdraagt het eisen van een expliciete medische motivatie zich niet met de aanspraken op grond van de zorgverzekeringswet en de daarop gebaseerde regelgeving, aldus de rechtbank.
Bevolkingsonderzoek en aanbesteding – geen schending van beginselen
Tot slot vraag ik uw aandacht voor twee uitspraken van de Rechtbank Den Haag (GZR 2015-0180 en GZR 2015-0181). Beide procedures in kort geding gingen over een aanbestedingsprocedure ter zake van de ‘huur van geautomatiseerde PCR-totaalsystemen voor het aantonen van hrHPV (Humaan Papillomavirus) en levering van bijbehorende verbruiksmaterialen ten behoeve van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker’. Zij werd op 5 november 2014 uitgeschreven door het RIVM, als onderdeel van de Staat der Nederlanden. Aanbieders van andere systemen dan het PCR-systeem waren uitgesloten van de procedure, hetgeen bij twee organisaties in het verkeerde keelgat schoot. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat aan de keuze van het RIVM voor PCR-technologie in het kader van het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker een voldoende wetenschappelijke onderbouwing ten grondslag lag en dat er geen sprake was van schending van beginselen van aanbestedingsrecht of mededinging.
Annotaties, scripties en commentaren
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties, scripties en commentaren.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Onder meer vroeg de zaak ‘Tromp’, huisarts te Tuitjenhorn, de nodige aandacht. De weduwe heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor het gerecht gedaagd, omdat zij van mening is dat de IGZ te snel heeft besloten haar man op non-actief te stellen. De bestuursrechter doet op 4 juni uitspraak.
In het nieuws kwamen ook (negatieve) berichten over ziekenhuisfusies. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) meldde in een brief aan de Tweede Kamer dat acht van de dertien recente ziekenhuisfusies vanwege te verwachten prijsstijgingen eigenlijk niet goedgekeurd hadden mogen worden.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Gezondheidsrecht cursussen live volgen vanaf uw werkplek?
Volg een cursus ‘GZR Actueel en verdiept’, live webinars inclusief PO-punten. In twee uur tijd en op hoog niveau wordt u bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het gezondheidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 18 juni; 15 oktober; 3 december 2015
Kosten: € 138 excl. btw per webinar (2 PO-punten)
Meer informatie en inschrijven
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
- Gerechtshof Den Haag De prematuur geboren dochter van eisers is als gevolg van netvliesloslating (ROP) kort na de geboorte blind geworden. Eisers spreken het ziekenhuis hiervoor aan. Na meerdere deskundigenonderzoeken heeft de rechtbank geoordeeld dat aansprakelijkheid van de hand moet worden gewezen wegens het ontbreken van causaal verband. Het hof heeft het vonnis bekrachtigd. 21-04-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch De onderhavige procedure betreft een spoedappèl, waarbij het hof is verzocht om een oordeel over de inkoop van Wijkverpleging. CZ zorgkantoor had HVP een overeenkomst geweigerd omdat HVP niet zou voldoen aan de Zorgbrede Governance Code. Het hof is het hiermee niet eens, vernietigde het vonnis waarvan appèl en deed opnieuw recht. Onder meer is CZ veroordeeld om met HVP een overeenkomst aan te gaan waarvoor HVP zich heeft ingeschreven bij Inschrijving Wijkverpleging. 07-04-2015
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant In geschil is of sprake is van een gewichtige reden om de geneeskundige behandelingsovereenkomst op te zeggen, in welk kader noodzakelijkerwijs eerst is beoordeeld of de overeenkomst als geneeskundige behandelingsovereenkomst moet worden aangemerkt. Als reden voor opzegging is aangevoerd dat patiënte onvoldoende zou meewerken aan overleg over de inzet van nieuwe ADL-assistenten. De voorzieningenrechter is er niet van overtuigd dat de bodemrechter uiteindelijk zal oordelen dat dit een gewichtige reden is die de opzegging rechtvaardigt. Voorshands gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat van gewichtige redenen alleen sprake is als voortzetting van de samenwerking niet langer mogelijk is, waarvan hij nog niet overtuigd is en dus zijn de vorderingen van eiseres bij wege van ordemaatregel toegewezen. 15-04-2015
- Rechtbank Rotterdam De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) is door de rechtbank niet-ontvankelijk geacht in het kader van een besluit van de ACM betreffende een fusie van ziekenhuizen. De NPCF is niet aangemerkt als consumentenorganisatie in de zin van de Mededingingswet. 09-04-2015
- Rechtbank Oost-Brabant Het kort geding betreft een geschil tussen een exploitant van een coffee-corner in een ziekenhuis, Annamaas B.V., en de stichting die het ziekenhuis exploiteert, Stichting St. Anna Zorggroep, over de vraag of het de stichting is toegestaan gratis koffie en thee te verstrekken aan bezoekers van de poliklinieken van het ziekenhuis. De voorzieningenrechter overweegt dat er voldoende belang bestaat bij de gevraagde vordering. Gelet op het concurrentieverbod zoals opgenomen in de tussen partijen gesloten huurovereenkomst wijst de rechter de vordering toe. 31-03-2015
- Rechtbank Gelderland De onderhavige procedure in kort geding ziet op een geschil tussen een zorginstelling en een gemeente over het tarief voor huishoudelijke hulp met Van Rijn-toeslag als algemene voorziening onder de Wmo 2015. De voorzieningenrechter oordeelt over de toepasselijkheid van artikel 2.6.6 Wmo 2015 en overweegt dat de gemeente bij de vaststelling van het tarief een inschatting moet maken van de kostprijs op basis van arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden. Dat heeft de gemeente in dit geval voldoende gedaan. De zorginstelling kan er geen aanspraak op maken dat bij die inschatting van een kostprijs met haar specifieke omstandigheden rekening wordt gehouden. 27-03-2015
- Rechtbank Den Haag Procedure in kort geding betreffende een aanbesteding tegen de achtergrond van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De voorzieningenrechter oordeelt dat aan de keuze van het RIVM voor PCR-technologie en DNA-detectie in het kader van het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker een voldoende wetenschappelijke onderbouwing ten grondslag ligt. Er is geen sprake van schending van beginselen van aanbestedingsrecht of mededinging. 25-03-2015
- Rechtbank Den Haag Procedure in kort geding betreffende een aanbesteding tegen de achtergrond van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De voorzieningenrechter oordeelt dat aan de keuze van het RIVM voor PCR-technologie in het kader van het vernieuwde bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker een voldoende wetenschappelijke onderbouwing ten grondslag ligt. Er is geen sprake van schending van beginselen van aanbestedingsrecht of mededinging. 25-03-2015
- Rechtbank Gelderland Vraag of beperking aanspraak patiënten op vergoeding dieetpreparaten geoorloofd is. Door productniveau (generiek) te laten voorschrijven, wordt aanspraak verzekerden toch beperkt. Daarnaast verdraagt het eisen van een expliciete medische motivatie zich niet met de aanspraken op grond van de zorgverzekeringswet en de daarop gebaseerde regelgeving. 24-02-2015
Tuchtcolleges
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager verwijt verweerder dat hij in zijn hoedanigheid als hoofd van het Bureau medicinale Cannabis (BMC) verantwoordelijk is voor het feit dat een voor klager werkzame variant medicinale cannabis niet langer door apotheken wordt verstrekt, omdat het BMC na een aanbestedingsprocedure een andere producent heeft gecontracteerd. Volgens klager heeft verweerder onware informatie verspreid en heeft hij door zijn handelen de individuele gezondheidszorg benadeeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager niet-ontvankelijk verklaard, nu verweerder niet in hoedanigheid van apotheker heeft gehandeld, maar als hoofd van het BMC op grond van een mandaat van de minister rechtstreeks het beleid van de minister heeft uitgevoerd door middel van uitvoeringsbeschikkingen. Verweerder kan derhalve niet als apotheker persoonlijk verantwoordelijk worden gehouden voor deze beschikkingen, aldus het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht deels niet-ontvankelijk vanwege verjaring en verwerpt het beroep voor het overige. 28-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klaagster verwijt tandarts dat zij niet de juiste zorg en nazorg heeft geleverd, niet voldaan heeft aan de informatieplicht, haar zes uur lang heeft achtergelaten op het parkeerterrein en het medisch dossier niet heeft toegezonden. Berisping. 23-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen bedrijfsarts betreffende bejegening en onzorgvuldig handelen (vooringenomenheid) tijdens en na consult met klager. Berisping. 21-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klaagster verwijt de medisch adviseur het uitbrengen van een niet zorgvuldig opgesteld advies. Klacht afgewezen. 21-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klaagster verwijt neuroloog een te afwachtende houding en het ontbreken van schriftelijke verslaglegging. Gedeeltelijke ontzegging: mag het beroep van neuroloog niet meer uitvoeren anders dan onder supervisie van een andere neuroloog. 20-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klager verwijt chirurg dat er geen adequate first, second en third survey heeft plaatsgevonden, dat de repositie van botdelen niet voldoende is geweest, dat uit het dossier niet blijkt wat de overwegingen zijn geweest voor de gekozen operatietechniek, dat het kruisbandletsel niet verder is onderzocht, dat de preoperatieve en postoperatieve beeldvorming ontbreekt, dat de overdrachtspapieren niet adequaat zijn klaargemaakt en niet tijdig zijn verzonden, dat de (brand)wonden niet adequaat zijn behandeld, dat hij de ernst van de medische situatie van klager heeft onderschat en dat hij zijn informatieplicht heeft geschonden. Waarschuwing. 17-04-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager is ggz-arts en was collega van psychiater. Hij verwijt de psychiater dat hij in het EPD verslag heeft gedaan van zijn heropnamegesprek met een patiënte en dat klager daarbij met naam en toenaam is genoemd. Klager stelt dat hij door een dergelijke wijze van verslaglegging in zijn eer en goede naam is aangetast. RTG verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. CTG verklaart klager ontvankelijk in zijn klacht en verklaart de klacht ongegrond. 14-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klagers (ouders van overleden patiënte) verwijten cardioloog het niet-informeren van de huisarts en het schenden van de dossierplicht. Cardioloog had, gezien de ongewone en onverwachte resultaten van het onderzoek niet mogen afgaan op de bevindingen van zijn collega. Waarschuwing. 14-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klagers (ouders van overleden patiënte) verwijten cardioloog dat hij niet de juiste diagnose heeft gesteld en verwijten hem daarnaast onjuiste dossiervoering. Gezien de onverwachte en ongewone resultaten van het onderzoek had de cardioloog niet op de bevindingen van een collega af mogen gaan. Waarschuwing. 14-04-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager verwijt huisarts dat hij zich niet aan de KNMG-meldcode heeft gehouden, zijn beroepsgeheim heeft geschonden, geen toestemming heeft gevraagd voor de medische behandelingen van zijn dochters, dat hij subjectieve medische verklaringen heeft afgegeven, geen kopie van de urgentieverklaring in het dossier heeft bewaard, dat hij zich actief bemoeid heeft met de echtscheidingsprocedure en heeft geparticipeerd in het vervreemden van de beide dochters van klager. RTG heeft een waarschuwing opgelegd. CTG legt een waarschuwing op, weliswaar op andere gronden. 14-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen Klaagster verwijt huisarts dat hij haar medisch dossier te kort heeft samengevat en dat hij haar geen tijdige en relevante zorg heeft verleend. Deels gegrond zonder oplegging van maatregel. 14-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klager verwijt arts overschrijding arts-patiëntrelatie, onvoldoende dossiervorming, verkeerde/te late diagnoses, fout beleid ten aanzien van voorgeschreven antibiotica, niet doorverwijzen, schending beroepsgeheim en onjuiste bejegening. 14-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klagers (ouders van overleden patiënte) verwijten cardioloog dat hij niet de juiste diagnose heeft gesteld en verwijten hem daarnaast onjuiste dossiervoering. Beide onderdelen gegrond. Berisping. 14-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle De onderhavige zaak is ingediend tegen een arts die werkzaam is als medisch adviseur. Haar wordt verweten dat zij een advies heeft opgesteld (medisch advies horen en beslissen) dat in strijd is met de daaraan te stellen eisen. Het tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en verweerster een waarschuwing opgelegd. Klager heeft ook een klacht ingediend tegen de verpleegkundige (zie ECLI:NL:TGZRZWO:2015:37). 10-04-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg De onderhavige zaak betreft een klacht tegen een cardioloog. Het ziekenhuis waar verweerder werkzaam is verwijt de arts dat hij in strijd heeft gehandeld met de tweede tuchtnorm door zich niet respectvol te gedragen tegenover vrouwen en door onjuiste en leugenachtige verklaringen, in en buiten rechte, af te leggen. De klacht is door het Regionaal Tuchtcollege afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door het ziekenhuis ingesteld beroep. 09-04-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klaagster is door de gz-psycholoog behandeld door middel van EMDR, onderhoudscontacten en haptonomie. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de grenzen van de verschillende toegepaste therapieën door de gz-psycholoog onvoldoende duidelijk kenbaar zijn gemaakt en dat de diagnosestelling en onderbouwing van de behandeling ver onder de maat is geweest. De gz-psycholoog heeft met zijn handelen en nalaten een psychologische setting van (wederzijdse) afhankelijkheid doen ontstaan, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot zijn vergaand grensoverschrijdend handelen binnen de psychologische behandelrelatie. Evenals het Regionaal Tuchtcollege heeft het Centraal Tuchtcollege de klachtonderdelen over de verkeerde diagnose, onjuiste behandeling en onvolledige verslaglegging gegrond verklaard. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege acht het Centraal Tuchtcollege de klacht over het (seksueel) grensoverschrijdend handelen slechts gedeeltelijk gegrond. Waar het Regionaal Tuchtcollege de gz-psycholoog een voorwaardelijke schorsing oplegde, legt het Centraal Tuchtcollege met eenparigheid van stemmen een onvoorwaardelijke schorsing voor de duur van twaalf maanden op. 09-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Verweerder is in zijn hoedanigheid van psychiater en in zijn hoedanigheid van psychotherapeut een intieme/seksuele relatie gestart met (zijn) patiënte en heeft haar nadien ook nog als patiënte behandeld. Het college acht dit tuchtrechtelijk uitermate laakbaar. Verweerder behoort als professional zijn grenzen te bewaken en die van zijn patiënten te respecteren. Voorts zijn de diagnose, behandeling en behandelplan van patiënte volstrekt onder de maat. Het college legt verweerder de maatregel van doorhaling op in zijn hoedanigheid van psychiater en psychotherapeut in het BIG-register en schorsing van de inschrijving bij wege van voorlopige voorziening. 07-04-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Verweerder, fysiotherapeut, is de dag na beëindiging van de behandelrelatie een amoureuze en seksuele relatie met de echtgenote van klager aangegaan. Verweerder is thans doordrongen van de voor hem geldende beroepsnorm, maar heeft geen professionele hulp gezocht teneinde de kans op herhaling te minimaliseren. Het college beoordeelt het handelen van verweerder als ernstig verwijtbaar en legt een maand onvoorwaardelijke en twee maanden voorwaardelijke schorsing met een proeftijd van twee jaar op. 07-04-2015