Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Gemiste diagnose caudasyndroom
Een eerste uitspraak waar ik u op wijs, ziet op een te laat gestelde diagnose caudasyndroom (GZR 2015-0127). De patiënte in kwestie stelde dat dit syndroom eerder door de arts-assistent neurologie had moeten worden opgemerkt, waardoor het ziektebeloop anders zou zijn geweest. Haar schade komt daarom volledig voor vergoeding in aanmerking, aldus de patiënte. In eerste aanleg werd de patiënte daarin echter niet gevolgd. Hoewel de rechtbank een tekortkoming van de arts aannam, kon zij niet vaststellen dat het ziektebeloop anders was geweest. Voor toepassing van de omkeringsregel was geen plaats, aldus de rechtbank. Wel achtte de rechtbank het aannemelijk dat er een kans was dat het ziektebeloop beter was geweest; deze kans werd op 70% geschat. In hoger beroep stelde de patiënte opnieuw dat al haar schade voor vergoeding in aanmerking moet komen. Ook het hof volgde de patiënte daarin echter niet; hij achtte een deskundigenbericht nodig om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van een tekortkoming en zo ja, of bij eerdere ontdekking van het caudasyndroom het behandelingsresultaat beter was geweest. Net als de rechtbank zag het hof geen ruimte voor toepassing van de omkeringsregel; de geschonden norm is te algemeen. Vermeldenswaard is nog dat in deze zaak ook een artikel 843a Rv-incident speelde. Het ziekenhuis waar een en ander zich had afgespeeld, had een verzoek gedaan tot overlegging van bandopnames betreffende gesprekken tussen de patiënte en de betrokken artsen. Het hof oordeelde daaromtrent dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het ziekenhuis een rechtmatig belang had bij inzage in de desbetreffende bandopnamen en dat er geen gewichtige redenen waren om de vordering af te wijzen.
Tarieven voor orthodontie deugdelijk vastgesteld
Ik wijs u voorts op een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (GZR 2015-0128). Aan de uitspraak ligt een geschil ten grondslag tussen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) enerzijds en de vereniging Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde (NMT) en de Vereniging van Orthodontisten (VvO) anderzijds. Het geschil heeft betrekking op de tarieven voor orthodontie; deze waren door de NZa verlaagd. Ten onrechte, zo betoogde de NMT en de VvO. Zij droegen daarvoor aan dat het onderzoek waarop de verlaging was gebaseerd ondeugdelijk was. Het college volgde de NMT en de VvO echter niet.
Voorts heeft het college zich nog uitgesproken over een formeel punt. De NMT had betoogd dat een partij, voordat een beslissing wordt genomen over het opleggen van geheimhouding, op grond van artikel 8:29 Awb moet worden gehoord. Nu dit niet is gebeurd, is sprake van schending van artikel 6 EVRM, aldus de NMT. Het college oordeelde dat partijen niet voorafgaand aan de beslissing tot geheimhouding hoeven te worden gehoord. Voorts was volgens het college geen sprake van schending van artikel 6 EVRM, omdat – kort gezegd – was gebleken dat ook zonder de brondatabase door de NMT goed onderbouwde vraagtekens konden worden geplaatst bij de gebruikte onderzoeksmethoden en de gebruikte onderzoeksgegevens en -resultaten.
Inzage in medische dossiers bij fraudeonderzoek
Een kwestie waar ik ook op wijs ziet op een fraudeonderzoek (GZR 2015-0129). Verzekeraar Achmea besloot tot dit middel naar aanleiding van anonieme verklaringen over een zorgaanbieder. De zorgaanbieder in kwestie weigerde echter inzage in de medische dossiers. Een en ander leidde tot een vordering in kort geding. De zorgaanbieder vorderde, kort gezegd, Achmea te verbieden om de zorgaanbieder te verplichten dan wel onder druk te zetten om Achmea inzage te verschaffen in de medische dossier van haar patiënten. Na een uiteenzetting van de regelgeving op dit gebied – de Regeling zorgverzekering in combinatie met artikel 87 Zorgverzekeringswet en de Wet beschermingspersoonsgegevens – oordeelde de voorzieningenrechter dat Achmea aan de in de Regeling zorgverzekering gestelde eisen had voldaan. Zo had Achmea aan de hand van een specifieke risicoanalyse een specifiek controleplan opgesteld conform artikel 7.8 van de Regeling zorgverzekering. Ook zou de verwerking van de persoonsgegevens, ter bescherming van de privacybelangen van de patiënten, geschieden onder verantwoordelijkheid van een medisch adviseur. De voorzieningenrechter wees de vordering van de zorgaanbieder dan ook af.
Hoewel in deze nieuwsbrief meerdere interessante uitspraken van de tuchtcolleges zitten, wil ik uw aandacht vestigen op twee uitspraken van het Regionaal tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle.
Psychiater die kinderporno downloadt mag geen zorg verlenen aan minderjarigen
In de eerste zaak had de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) een klacht ingediend jegens een psychiater die kinderporno zou hebben gedownload en in zijn bezit zou hebben gehad (GZR 2015-0141). De psychiater was hiervoor strafrechtelijk veroordeeld. Hoewel privégedragingen in beginsel niet door het tuchtrecht worden bestreken, overwoog het tuchtcollege dat door dergelijk gedrag het vertrouwen dat de maatschappij moet kunnen stellen in beroepsbeoefenaren in het algemeen en in dit geval in de psychiater wezenlijk wordt aangetast. Tegen deze achtergrond is het handelen van de psychiater niet los te zien van zijn hoedanigheid van BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar en is er voorts sprake van voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg, aldus het tuchtcollege. De IGZ was dus ontvankelijk in haar klacht. Het tuchtcollege heeft de psychiater vervolgens de bevoegdheid ontzegd om individuele gezondheidszorg te verlenen aan minderjarigen en heeft bepaald dat deze beslissing onmiddellijk van kracht wordt.
Vaatchirurg mag geen heelkundige handelingen meer verrichten
In de tweede zaak had de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) een klacht ingediend jegens een vaatchirurg die ernstig zou zijn tekortgeschoten bij de operatie van een patiënt (GZR 2015-0150). De zaak was aan het licht gekomen nadat een collega daarvan melding had gemaakt. De patiënt is inmiddels overleden. Het tuchtcollege kon zich grotendeels vinden in de, de chirurg gemaakte, verwijten; hij was ernstig tekortgeschoten in de zorgverlening en de dossiervoering was zeer onder de maat. De ernst van de situatie komt tot uitdrukking in de maatregel die de arts is opgelegd: hij mag niet langer heelkundige behandelingen verrichten in het geval hij zich wederom in het BIG-register in de hoedanigheid van arts laat inschrijven. Een nog verdergaande maatregel achtte het tuchtcollege niet aangewezen. Dat de arts onvoldoende bekwaam moet worden geacht om in zijn algemeenheid als arts te kunnen functioneren was niet gebleken. Het tuchtcollege heeft daarentegen geen aanleiding gezien om als verzachtende omstandigheid rekening te houden met de aandacht die de arts in de media ten deel is gevallen als gevolg van het bevel dat de IGZ hem had opgelegd. Het college heeft met de op te leggen maatregel immers de bewaking van de kwaliteit van de individuele gezondheidszorg voor ogen gehad en niet de bestraffing van de arts, aldus het tuchtcollege.
Annotaties
Ik maak u ook graag attent op onze annotaties. Deze keer is er een annotatie van de hand van Coen Verberne bij een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam in het kader van de nasleep van het faillissement van het Ruwaard van Putten ziekenhuis te Spijkenisse (GZR 2015-0111). Twee oogartsen van het ziekenhuis vorderden betaling van opgebouwde goodwill alsmede voor één van hen een aanvullende schadevergoeding en voor de ander een voortgezet dienstverband dan wel vervangende schadevergoeding. De rechtbank wees de vordering echter af. Coen geeft de beweegredenen van de rechtbank weer.
Commentaren
Een commentaar is er dit keer van mijn hand. Met de intrekking van de Wet op de Jeugdzorg (Wjz) per 1 januari 2015 is ook artikel 53, derde lid, Wjz ‘niet meer’. Dit artikel maakte duidelijk dat een arts zijn beroepsgeheim mag doorbreken mits noodzakelijk om een situatie van kindermishandeling te beëindigen of een redelijk vermoeden van kindermishandeling te onderzoeken. Maar hoe is dat nu geregeld? Het commentaar geeft inzage in de nieuwe wetgeving aangaande kindermishandeling en de mogelijkheid van doorbreking van het beroepsgeheim.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Gezondheidsrecht cursussen live volgen vanaf uw werkplek?
Volg een cursus ‘GZR Actueel en verdiept’, live webinars inclusief PO-punten. In twee uur tijd en op hoog niveau wordt u bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het gezondheidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 18 juni; 15 oktober; 3 december 2015
Kosten: € 138 excl. btw per webinar (2 PO-punten)
Meer informatie en inschrijven
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Alvast een goed paasweekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Na een procedure tussen Achmea en haar verzekerde omtrent een premieachterstand en een factuur van het Wilhelmina Ziekenhuis is verzekerde door het Wilhelmina Ziekenhuis, Achmea en enkele van hun werknemers wegens op weblogs en Twitter geplaatste onrechtmatig geachte berichten in kort geding betrokken. De voorzieningenrechter wees op straffe van een dwangsom de vordering tot het verwijderen van de internet-uitingen en het verbod in de toekomst vergelijkbare uitingen te plaatsen toe. De uitingen houden aan. In hoger beroep wijzigen geïntimeerden bij memorie van antwoord hun eis en vorderen zij tevens lijfsdwang. Het hof staat de eiswijziging toe en merkt deze aan als grief, zodat incidenteel appel is ingesteld. De gevorderde lijfsdwang wordt toegewezen. 24-03-2015
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch De onderhavige procedure betreft een procedure in hoger beroep. Ter beoordeling staat de geneeskundige behandeling van een patiënte op 12 en 13 januari 2002. Het hof geeft enkele voorlopige oordelen en overweegt dat voor een definitief oordeel een deskundigenbericht noodzakelijk is. Er volgt een verwijzing naar de rol teneinde partijen de gelegenheid te bieden zich uit te laten over de door het hof voorgestelde vragen. 17-03-2015
Rechtbank
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht van de IGZ tegen vaatchirurg betreffende het ernstig tekortschieten in zijn professionele verantwoordelijkheden voor de kwaliteit van de door hem geleverde zorg. Ontzegging van bevoegdheid heelkundige handelingen te verrichten bij herinschrijving in BIG-register. 27-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klager verwijt voormalig kinderpsychiater dat deze zijn zoon heeft behandeld zonder zijn toestemming en dat de psychiater zijn bevindingen naar de huisarts heeft gestuurd. Berisping. 25-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Volgens de IGZ heeft de AIOS zich onvoldoende verdiept in een richtlijn betreffende medicatie, heeft zij onvoldoende onderzoek gedaan en dit tevens onvoldoende gedocumenteerd. Daarnaast zou zij onvoldoende aandacht hebben gehad voor de opmerkingen van de familie. Waarschuwing. 25-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klaagster verwijt apotheker dat zij zonder enige grond de farmaceutische zorg heeft geweigerd en het recht van klaagster op vrije apothekerskeuze heeft geschonden. Waarschuwing. 24-03-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klaagster verwijt de BMA-arts dat de medisch adviezen op onzorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en ondeugdelijk zijn gemotiveerd. RTG waarschuwt de BMA-arts. CTG wijst de klacht af. 24-03-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager verwijt BMA-arts dat de medische adviezen onvoldoende deskundig en zorgvuldig tot stand zijn gekomen. RTG legt maatregel van waarschuwing op. CTG wijst klacht af. 24-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen apotheker over het niet opmerken van een medicatiefout bij de receptcontrole. Voorts verwijt klaagster hem dat hij het toezicht op de apothekersassistentes niet voldoende heeft uitgeoefend, waardoor de assistentes de fouten konden maken en voortzetten. Als gevolg daarvan is haar een te hoge dosering pramipexol verstrekt. Waarschuwing. 24-03-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager verwijt BMA-arts dat zij onjuiste, onvolledige en onzorgvuldig adviezen heeft uitgebracht, waarin zij onder andere het ziektebeeld van klager heeft miskend en onvoldoende is ingegaan op de voorwaarden voor verantwoorde uitzetting. RTG heeft maatregel van waarschuwing opgelegd. CTG wijst de klacht alsnog af. 24-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle De IGZ verwijt een psychiater dat hij de tweede tuchtnorm heeft geschonden, aangezien hij kinderpornografisch materiaal heeft verworven, in bezit heeft gehad en heeft bekeken. Het RTG ontzegt de psychiater de bevoegdheid om individuele gezondheidszorg te verlenen aan minderjarigen. 20-03-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager verwijt psychiater dat hij als leidinggevende en eindverantwoordelijke in gebreke is gebleven met betrekking tot de zorg die hij klager als patiënt behoorde te geven. RTG verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn klacht. Het CTG verklaart klager ontvankelijk in zijn klacht en wijst de klacht af. 19-03-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht van de IGZ tegen arts in verband met tekortschieten in de zorg die hij ten opzichte van patiënte had behoren te betrachten. Arts zou gebrekkig en niet ‘state of the art’ diagnostisch onderzoek verricht hebben, patiënte te laat ingestuurd hebben voor nader onderzoek en behandeling, niet voldaan hebben aan de informatieplicht, onvoldoende zorg hebben gedragen voor adequate overdracht en niet voldaan hebben aan de dossierplicht. De klacht houdt tevens in dat de arts screening op mammacarcinoom verrichtte zonder de kwaliteit van zorg voldoende systematisch te bewaken, te beheersen en te verbeteren. Het RTG heeft de maatregel van doorhaling opgelegd. Het CTG legt een onvoorwaardelijke schorsing van zes maanden op . 19-03-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klaagster verwijt kaakchirurg dat hij niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht, onjuist en niet lege artis heeft behandeld, de behandeling heeft laten plaatsvinden in de wachtruimte en haar onheus heeft bejegend. RTG heeft berisping opgelegd. Kaakchirurg heeft beroep ingesteld. CTG legt waarschuwing op. 19-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klaagster verwijt tandarts dat hij meerdere onjuiste diagnoses heeft gesteld, onvoldoende informatie heeft verstrekt, met name met betrekking tot parodontale aandoeningen, geen dan wel niet de juiste medicijnen heeft voorgeschreven en dat hij ten onrechte klaagster niet heeft doorverwezen naar een gespecialiseerde beroepsgenoot dan wel specialist. Gegrond, zonder oplegging van maatregel. 17-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht tegen plastisch chirurg inhoudende dat hij bij het intake-consult is tekortgeschoten in de zorg die hij jegens klaagster behoorde te betrachten en voorts dat de ingreep door hem niet lege artis is verricht. Hij zou klaagster in plaats van de gevraagde neuspuntcorrectie een uitgebreide neuscorrectie hebben opgedrongen, geen navraag hebben gedaan naar klaagsters financiële positie en bovendien heeft de ingreep niet tot verbetering geleid. Waarschuwing. 17-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Een tandarts wordt verweten dat hij vullingen onjuist heeft aangebracht, op ondeugdelijke wijze een kroon heeft geplaatst, ten onrechte heeft geadviseerd tot plaatsing van een kroon en dat zijn praktijkvoering te wensen over liet. Waarschuwing. 17-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klaagster verwijt verweerder dat hij in de jaren dat zij patiënte bij hem was haar gebit onjuist heeft behandeld. Gegrond, zonder oplegging van maatregel wegens onherroepelijke eerder doorhaling inschrijving BIG-register. 17-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen Klaagster verwijt gz-psycholoog dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld in het onderzoek naar de psychische gesteldheid van klaagster, haar ex-echtgenoot en kind dat in het kader van een echtscheidingsprocedure werd gedaan. Ongegrond. 17-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klaagsters is tandartsassistente en beschuldigt de tandarts bij wie zij werkte van seksuele intimidatie jegens haar. Klaagster is ontvankelijk in haar klacht. Gebrek aan bewijs. Klacht kennelijk ongegrond en afgewezen. 17-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Tandarts wordt verweten dat hij de parodontitis van klaagster te lang onbesproken en onbehandeld heeft gelaten, wortelkanaalbehandelingen niet goed heeft uitgevoerd, dat zijn praktijkvoering onder de maat was en dat hij haar minderjarige zoon een onjuist fluoradvies heeft gegeven en zijn kiesjes niet juist heeft geseald. Berisping. 17-03-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg In de onderhavige casus wordt een psycholoog aangesproken als gevolg van onjuistheden in de wettelijke aantekeningen en het verweerschrift voor de beklagcommissie. Met betrekking tot de onjuistheid in de wettelijke aantekeningen komen zowel het Regionaal als het Centraal Tuchtcollege tot de slotsom dat de klacht ongegrond is. De inhoud van de wettelijke aantekeningen wordt in beginsel niet door verweerder in zijn hoedanigheid bepaald en het behoort in beginsel ook tot de taak van anderen om de inhoud te controleren. Het tweede klachtonderdeel is door het Regionaal Tuchtcollege gegrond geacht en de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege daarentegen is van oordeel dat de psycholoog weliswaar een onjuiste mededeling heeft gedaan, maar dat deze in het licht van de geschetste feiten en omstandigheden onvoldoende is om de psycholoog een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verklaart de klacht ongegrond. 12-03-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klacht van IGZ tegen psychiater die is tekortgeschoten in zijn functie als hoofdbehandelaar en onvoldoende invulling heeft gegeven aan zijn taak als supervisor van een AIOS. Berisping. 12-01-2015