Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Verzwaard adviesrecht bij reality tv
De eerste uitspraak betreft er één van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) in het kader van een besluit van de zorgaanbieder om mee te werken aan een reality tv-serie (GZR 2015-0065). De zorgaanbieder in kwestie is gevestigd op twee locaties en was mening dat hij voldoende had gedaan door de cliëntenraad van de ene locatie bij zijn besluitvorming te betrekken. Aan de LCvV werd nu de vraag voorgelegd of ook de cliëntenraad van de andere locatie om advies had moeten worden gevraagd. Ja, zo oordeelt het LCvV; beide cliëntenraden hebben ter zake van de wijziging van het privacyprotocol een verzwaard adviesrecht overeenkomstig artikel 3 lid 1 sub l Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Er had dus op dezelfde wijze naar die tweede cliëntenraad moeten worden geluisterd. Nu dit niet is gebeurd, is terecht een beroep op de nietigheid door de cliëntenraad gedaan en is het besluit door de zorgaanbieder niet rechtsgeldig genomen.
‘In de hoedanigheid van arts’ ruimere betekenis
Een tweede zeer lezenswaardige uitspraak betreft die van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) inzake de arts die twee drugsverslaafden opdracht had gegeven om in het huis van zijn ex-echtgenote brand te stichten (GZR 2015-0068). Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) te Zwolle had de klagende Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) niet-ontvankelijk verklaard, omdat de arts het handelen in privé had begaan. Het CTG oordeelde echter anders en volgde daarbij de motivering van de IGZ: het handelen van deze arts getuigt van een zo ernstig gebrek aan respect voor het leven en de gezondheid van een medemens dat het de hoedanigheid van arts direct raakt. Een arts dient te allen tijde op respectvolle wijze om te gaan met de gezondheid en het leven van degene die aan zijn zorg is toevertrouwd en het handelen van de arts tast het vertrouwen dat hij daartoe in staat is, wezenlijk aan. Daarom brengen volgens het CTG een redelijke uitleg van de tweede tuchtnorm en van de woorden ‘in die hoedanigheid’ mee dat deze norm in dit geval - waarin niet in de uitoefening van die hoedanigheid is gehandeld - van overeenkomstige toepassing is, zodat de arts ook tuchtrechtelijk verantwoordelijk kan worden gehouden voor dat handelen.
Apothekersketen moet worden toegelaten tot verband huisartsen en apotheek
Een derde lezenwaardige uitspraak gaat over de toelating van een landelijke keten van apotheken tot het elektronisch netwerk van huisartsen en een apotheek te Zierikzee. Deze laatsten weigeren de toelating, hetgeen uitmondde in een kort geding. De voorzieningenrechter oordeelde dat de landelijke keten niet mocht worden geweigerd. Wel mag er nog worden onderhandeld over de voorwaarden, aldus de rechter. De onderhandelingen bleken vervolgens aanleiding tot een executieprocedure eindigend in een procedure bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (GZR 2015-0071). Het hof oordeelde ter finale beslechting van het geschil dat in zijn ogen uitvoerig was gegeven aan de eis met elkaar te onderhandelen. Dat na het verstrijken van een maand na het vonnis voorwaarden worden bijgesteld is inherent aan onderhandelingen. Dat aanvankelijk een eis werd gesteld die volgens de Nederlandse Zorgautoriteit niet mocht en dus onredelijk of discriminatoir zou zijn, doet daaraan voorts niet af, aldus het hof.
Bestuurder Slotervaart terecht ontslagen en schadevergoeding verschuldigd
Een in het oog springende zaak is voorts de kwestie van de bestuurder van het Slotervaartziekenhuis. Op 27 maart 2013 is deze bestuurder door de algemene vergadering van aandeelhouders per direct ontslagen als statutair bestuurder en is de overeenkomst tussen haar en Slotervaartziekenhuis per direct beëindigd met een financiële compensatie gelijk aan een opzegtermijn van twee maanden. De bestuurder heeft het ontslag en de opzegging aangevochten, hetgeen heeft geleid tot een procedure in conventie en reconventie bij de Rechtbank Amsterdam (GZR 2015-0076). De rechtbank is alles overwegende tot het oordeel gekomen dat het ontslag niet kennelijk onredelijk was en dat de bestuurder onrechtmatig heeft gehandeld jegens het Slotervaartziekenhuis, waardoor zij in totaal een bedrag van € 1,7 miljoen aan het Slotervaartziekenhuis verschuldigd is.
Zwaarlijvigheid kan ‘handicap’ in de zin van Richtlijn 2000/78/EG zijn
Tot slot wijs ik u op een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (GZR 2015-0077). In een kwestie aangaande het ontslag van een zwaarlijvige kinderoppas werd door de Deense rechter aan het Hof de vraag gesteld of discriminatie op grond van zwaarlijvigheid op de arbeidsmarkt in strijd met het Unierecht is.
Het Hof stelt vast dat geen enkele Europeesrechtelijke bepaling een verbod op discriminatie op grond van zwaarlijvigheid bevat. In het afgeleide recht van de Unie is evenmin een beginsel van non-discriminatie op grond van zwaarlijvigheid neergelegd. Het voorgaande neemt niet weg dat zwaarlijvigheid mogelijk kan worden aangemerkt als ‘handicap’ in de zin van Richtlijn 2000/78/EG. ‘Handicap’ moet worden opgevat als een beperking die met name het gevolg is van langdurige lichamelijke, geestelijke of psychische aandoeningen die in wisselwerking met diverse drempels de betrokkene kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met andere werknemers aan het beroepsleven deel te nemen. Dit begrip ‘handicap’ heeft niet alleen betrekking op de onmogelijkheid om een beroepsactiviteit uit te oefenen, maar ook op belemmeringen bij het uitoefenen van een dergelijke activiteit. Het is nu vervolgens aan de Deense rechter om vast te stellen of sprake is van een handicap zoals hiervoor bedoeld.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Deze keer is er een annotatie van de hand van Bas van Schelven bij een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (GZR 2014-0466). Bas schrijft over de vrije artsenkeuze – wat is dat eigenlijk? En regardeert de vrije keuze eigenlijk alleen de relatie art-patiënt? U leest de annotatie hier.
Scripties
Een nieuwe scriptie is er van de hand van Iris van der Worp. Zij zet de voor- en nadelen van een no fault compensatiesysteem uiteen en beantwoordt de vraag of Nederland een dergelijk systeem zou moeten overwegen.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Zekerheidshalve wijs ik u op de nieuwe plannen van de Minister van VWS betreffende artikel 13 Zorgverzekeringswet. Kern van het nieuwe plan is dat patiënten een lager eigen risico kunnen krijgen als ze in zee gaan met een zorgverlener die door hun zorgverzekeraar is uitgekozen. De minister denkt dat de verzekeraars dan tegen een scherpere prijs zorg inkopen. De oppositie ziet vooralsnog geen heil in de plannen, maar de VVD en de PvdA lijken enthousiast.
Gezondheidsrecht cursussen live volgen vanaf uw werkplek?
Volg een cursus ‘GZR Actueel en verdiept’, live webinars inclusief PO-punten. In twee uur tijd en op hoog niveau wordt u bijgepraat over de laatste ontwikkelingen binnen het gezondheidsrecht. U kunt daarbij denken aan jurisprudentie, wetsvoorstellen of belangwekkende tijdschriftartikelen.
Data: 2 april; 18 juni; 15 oktober; 3 december
Kosten: € 138 excl. BTW per webinar (2 PO-punten)
Meer informatie en inschrijven
Aanbieding ‘4 halen - 3 betalen’
Indien u de vier webinars in 1x afneemt, betaalt u er maar 3. Volgt u deze 4 cursussen dan ontvangt u 8 PO punten voor € 414,- ex BTW, zijnde € 51,75 ex BTW per PO punt. U kunt ook per webinar inschrijven. Aan een webinar zijn 2 PO-punten verbonden.
Aanmelden voor 4 webinars
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof van Justitie van de Europese Unie
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Midden-Nederland Arbeidsovereenkomst directeur KNOV ontbonden vanwege onomkeerbare vertrouwensbreuk. Geen reflexwerking WNT. Dat KNOV een belangenvereniging is, drukt de vergoeding niet. Ontbindingsvergoeding van € 144.000 (C=0,8). 06-02-2015
- Rechtbank Noord-Holland Psychiater schendt zorgvuldigheidsnorm jegens patiënte door vermenging behandelrelatie met professionele en persoonlijke relatie. Causaal verband met schade aangenomen, immateriële schadevergoeding toegewezen. 22-01-2015
- Rechtbank Amsterdam Ontslag statutair bestuurder Slotervaartziekenhuis niet kennelijk onredelijk. Bestuurder heeft te hoog voorschot op salaris ontvangen en heeft als bestuurder onrechtmatig gehandeld (onder meer vanwege diverse privé-uitgaven), waardoor zij in totaal een bedrag van € 1,7 miljoen aan Slotervaartziekenhuis verschuldigd is. 21-01-2015
- Rechtbank Limburg Afwijkende referteperiode voor bepalen arbeidsomvang fysiotherapeut die werkzaam is op basis van een oproepovereenkomst. 15-01-2015
- Rechtbank Overijssel Ondanks wellicht als bedreigend ervaren uitingen van werkgever/medeaandeelhouder geen wilsgebreken bij opstellen vaststellingsovereenkomst, mede omdat werknemer/aandeelhouder zich liet bijstaan door een advocaat. 07-01-2015
- Rechtbank Amsterdam Ontbinding arbeidsovereenkomst directeur CBF wegens vertrouwensbreuk. Geen reflexwerking WNT vanwege ernstige verwijten die CBF worden gemaakt. Toekenning verschillende vergoedingen voor de situatie dat er geen en wel aanspraak op bovenwettelijke WW-uitkering blijkt te bestaan (€ 300.000 en € 125.000 bruto). 20-10-2014
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle De onderhavige procedure heeft betrekking op het handelen van een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige is berispt in verband met zijn nalatig optreden tijdens crisissituaties. 13-02-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Beoordeling in hoger beroep van een klacht jegens een verpleegkundige in haar hoedanigheid van waarnemend hoofd van de medische dienst van het detentiecentrum waar klaagster verbleef. Het Regionaal Tuchtcollege achtte klaagster ontvankelijk, omdat het handelen van de verpleegkundige voldoende weerslag heeft gehad op haar zorg. In hoger beroep wordt de ontvankelijkheid beoordeeld tegen de achtergrond van het tijdstip van indienen van het beroepschrift. Opnieuw wordt ook de weerslag op de zorg beoordeeld. Het beroep is verworpen. 12-02-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Beoordeling handelen arts, eruit bestaande dat hij twee drugsverslaafden opdracht heeft gegeven brand te stichten in het huis van zijn ex-vrouw. De arts is veroordeeld wegens poging tot moord en het medeplegen van opzettelijke brandstichting. Het Regionaal Tuchtcollege achtte de IGZ niet-ontvankelijk omdat het handelen niet was begaan 'in de hoedanigheid' van arts. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat dit begrip een ruimere strekking heeft en dat in een geval als het onderhavige moet worden gesproken van een 'wezenlijke aantasting van het vertrouwen' dat een patiënt in een arts mag hebben. Het handelen kan daarom onder de tweede tuchtnorm worden geschaard. De arts is gezien de strafrechtelijke veroordeling en de reeds verstreken tijd geen maatregel opgelegd. 12-02-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Het gaat in deze casus om een arts die een medisch advies voor het BMA heeft opgesteld, op aanvraag van de IND. Klager is het niet eens met de arts dat deze concludeert dat er geen sprake is van een medische noodsituatie. Hij is van mening dat het advies inconsistent is en onvoldoende gemotiveerd. Het college in eerste aanleg is het met klager eens dat het advies inconsistent is en onvoldoende gemotiveerd. Het Centraal College denkt daar echter anders over en vernietigt het besluit van het college in eerste aanleg. 12-02-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg In de onderhavige zaak heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) een klacht ingediend tegen een verpleegkundige werkzaam als EVV'er in de thuiszorg. Zij was als EVV'er verantwoordelijk voor de thuiszorg van een in 1930 geboren patiënte. Na een val heeft patiënte via een personenbeveiligingssysteem alarm geslagen. Zij is echter verstoken gebleven van adequate hulp. De IGZ spreekt verweerster hier in de klacht op aan. De klacht is in eerste aanleg gedeeltelijk gegrond verklaard. De IGZ is in beroep gegaan tegen de ongegronde klachtonderdelen. Het Centraal Tuchtcollege heeft één klachtonderdeel alsnog gegrond verklaard. De maatregel waarschuwing blijft echter onveranderd. 12-02-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Het gaat in deze casus om een huisarts die geen spoedecho heeft geïnitieerd, maar patiënt zelf een afspraak voor een echo heeft laten maken. De huisarts is ten onrechte van de richtlijn 'Acute epididymitis' afgeweken, wat heeft geleid tot ernstige consequenties voor patiënt, namelijk het afsterven van een teelbal. Hij had volgens de richtlijn nader onderzoek moeten verrichten of laten verrichten, vooral omdat het een adolescent betrof. 10-02-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Het gaat in deze casus om de informatieverstrekking tijdens consult door een andere uroloog dan de uroloog die uiteindelijk de operatie heeft uitgevoerd. Patiënt stelt dat hij geopereerd is door verweerder terwijl hij 'geen goede informatie met betrekking tot de risico's' van de twee andere urologen heeft gekregen. 10-02-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Het gaat in deze casus om een uroloog die 'vanwege zijn behandelrelatie met patiënt' en terwijl hij hiervoor onvoldoende bekwaam was een huid re-excisie heeft uitgevoerd waar eerder door een plastisch chirurg een moedervlek was verwijderd. Daarbij was geen sprake van een weloverwogen toestemming en heeft verweerder nagelaten de patiënt te informeren en te voorzien van adequate nazorg. Verweerder had, aldus het college, de patiënt moeten doorverwijzen. Mede gezien het risico op herhaling krijgt verweerder de maatregel opgelegd in de zin van een schorsing voor de duur van één jaar. 10-02-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg De onderhavige zaak is ingediend tegen een waarnemend huisarts. Haar is verweten dat zij een belastende doktersverklaring heeft opgesteld en ondertekend zonder dossierkennis, en deze aan derden ter hand heeft gesteld. De klacht is in eerste aanleg gegrond verklaard en het tuchtcollege heeft verweerster een berisping opgelegd. Verweerster is in hoger beroep gekomen tegen de zwaarte van de maatregel. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep gegrond verklaard en verweerster een waarschuwing opgelegd. 10-02-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle De onderhavige zaak is ingediend tegen een verpleegkundige en heeft betrekking op thuiszorg verleend aan de moeder van klagers. Zij hebben tevens een klacht ingediend tegen tien van haar collega’s. Het tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. 06-02-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam De verpleegkundige in onderhavige casus heeft in 2011 een zevental recepten vervalst. De geneesmiddelen waren bedoeld voor eigen gebruik. In 2013 is de vervalsing aan het licht gekomen en is een melding gedaan bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, welke vervolgens een klacht heeft ingediend bij het tuchtcollege. Geconcludeerd wordt dat het handelen op zichzelf voldoende grond is voor het opleggen van een maatregel. Voor de vraag welke maatregel passend is, is onder meer van belang in hoeverre er kans op herhaling bestaat. Het Regionaal Tuchtcollege acht deze kans uiterst gering en besluit tot de maatregel berisping. 13-01-2015