Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Grote zorgen tuchtcollege over grensoverschrijdende verpleegkundige
Ik begin met een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle (GZR 2015-0445). De reden is niet gelegen in de bijzondere aard van de klacht, noch in de onjuistheid van het handelen; inmiddels is wel duidelijk dat seksueel overschrijdend gedrag in een hulpverlener-patiëntrelatie niet wordt getolereerd. De reden is wel gelegen in de zorgen die het tuchtcollege aan het papier heeft toevertrouwd. Deze zorgen komen voort uit het feit dat de verpleegkundige ten tijde van een bij hem verricht persoonlijkheidsonderzoek onwaarheden heeft verteld over de relaties die hij met patiënten onderhield. Dit maakt ook dat het tuchtcollege de kans op recidive hoog inschat, hoewel uit het persoonlijkheidsonderzoek zou volgen dat de kans op recidive gering is. De zorgen zijn ook gerelateerd aan het feit dat er een kans bestaat dat de verpleegkundige zich enig moment als Gz-psycholoog kan registreren; hij volgt nu een opleiding. De verpleegkundige en de Inspectie voor de Gezondheidszorg zijn door het tuchtcollege aangespoord ervoor te zorgen dat als dit gebeurt, er voldoende waarborgen zijn om de individuele gezondheidszorg te beschermen. De registratie van de verpleegkundige is naar aanleiding van de onderhavige klacht in elk geval doorgehaald. Bij wijze van voorlopige voorziening is een onmiddellijke schorsing opgelegd.
De zwaarste maatregel voor een stelende en onzorgvuldig handelende verpleegkundige
Een zelfde lot trof een andere verpleegkundige werkzaam in de gehandicaptenzorg; ook zijn registratie is doorgehaald en ook bij hem is als voorlopige voorziening een schorsing opgelegd, die direct van kracht is geworden (GZR 2015-0459). De ontoelaatbare gedraging is evenwel van andere aard. De verpleegkundige is verweten dat hij achttien keer onterechte bloedsuikerwaarden bij een patiënt had gerapporteerd, zonder dat hieraan metingen ten grondslag hadden gelegen. Voorts is hem verweten dat hij zich gelden van cliënten had toegeëigend. Het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Gravenhage heeft de verwijten na (gedeeltelijke) erkenning (verweerder betwistte alleen het aantal van de onjuiste rapportages en de omvang van de gestolen gelden) als vaststaand aangenomen en in zijn overwegingen uiting gegeven aan de mate van verwijtbaarheid van dergelijk gedrag; het tuchtcollege rekent het de verpleegkundige zeer zwaar aan dat hij het vertrouwen van patiënten en collega’s heeft geschonden en willens en wetens het risico van gezondheidsschade heeft genomen bij de patiënt wier onjuiste bloedsuikerwaarden zijn gerapporteerd. Omdat het tuchtcollege geen inzicht heeft kunnen krijgen in het recidiverisico – de verpleegkundige heeft niets verteld over zijn drijfveren, noch over de hulp die hij voor zichzelf gevraagd heeft – acht het tuchtcollege alleen de zwaarste maatregel op zijn plaats.
Accountantsverklaring in inkoopprocedure mag en moet voldoen aan inkoopdocument
De volgende zaak waar ik u op wijs, gaat om een zorginkoopprocedure betreffende zuurfstofvoorzieningen inclusief toebehoren en bijbehorende dienstverlening bedoeld voor verzekerden van zorgverzekeraar CZ (GZR 2015-0449). CZ heeft deze opdracht gegund aan VitalAire en in dat verband verzocht om overlegging van een accountantsverklaring die duidelijk moet maken waarom VitalAire meent dat sprake is van realistische prijzen, zoals genoemd in het inkoopdocument. VitalAire en CZ zijn vervolgens in geschil geraakt over de vraag of de door VitalAire overgelegde accountantsverklaring voldoet aan de vereisten van het inkoopdocument; CZ meende van niet en wil terug komen op de gunning. De voorzieningenrechter heeft ter beoordeling van het geschil voorop gesteld dat een inkoopprocedure in beginsel civielrechtelijk van karakter is, maar zodanige trekken vertoont van een (openbare) aanbestedingsprocedure dat bij het voeren van de inkoopprocedure dient te worden aangesloten bij de beginselen van het aanbestedingsrecht. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch op 12 mei 2015 heeft immers geoordeeld dat CZ niet is aan te merken als aanbestedende dienst (GZR 2015-0230). De voorzieningenrechter is vervolgens tot het oordeel gekomen dat CZ op gegronde redenen heeft beslist dat de accountantsverklaring niet voldoet aan de vereisten van het inkoopdocument en dat die tekortkoming naar zijn voorlopig oordeel voldoende zwaarwegend is om terug te komen op de voorlopige gunning.
Een niet preferent geneesmiddel moet ‘op doktersoordeel’ worden vergoed
Een andere zaak die ik onder uw aandacht wil brengen, heeft betrekking op de vergoeding van niet-preferente geneesmiddelen, in dit geval het middel Lipitor 10 (GZR 2015-0450). Dit middel is jarenlang aan een hartpatiënt voorgeschreven en werd tot 2012 vergoed. Daarna is vergoeding door de zorgverzekeraar uitgebleven, omdat er een ander, goedkoper, middel zou zijn dat dezelfde werking zou hebben. De cardioloog van de patiënt schreef evenwel bewust het duurdere Lipitor 10 voor, gezien de ongewenste bijwerkingen van het andere middel. Tegen deze achtergrond heeft de kantonrechter te Breda geoordeeld dat de zorgverzekeraar het niet-preferente geneesmiddel moet gaan vergoeden. Het oordeel van de cardioloog luidt immers dat sprake is van een medische noodzaak en zonder andersluidend medisch oordeel dient de zorgverzekeraar daarvan uit te gaan.
Hoornse gynaecoloog in cassatie
Evenzeer lezenswaardig is de conclusie van de advocaat-generaal behorende bij het arrest van de Hoge Raad (artikel 81 RO) inzake het overlijden van een baby bij de bevalling (GZR 2015-0452). De zaak staat bekend als ‘de Hoornse gynaecoloog’ die strafrechtelijk is vervolgd voor dood door schuld. Het Gerechtshof Amsterdam achtte de gynaecoloog schuldig, maar legde geen straf op (ECLI:NL:GHAMS:2014:2280). Het verweer van de arts dat op grond van artikel 35-38 Wet BIG door de verloskundige verrichte handelingen tot het deskundigheidsgebied van de verloskundige behoren en als zodanig aan de verloskundige voorbehouden handelingen zijn, en dat dus de verloskundige alléén verantwoordelijk is voor deze handelingen, werd destijds door het hof verworpen. Immers, aldus het hof, de eigen verantwoordelijkheid van de verloskundige laat de eindverantwoordelijkheid van de gynaecoloog – gelet op zijn grotere deskundigheid en zijn rol als hoofdbehandelaar – onverlet. De gynaecoloog is in de meest ruime zin opdrachtgever van onder zijn verantwoordelijkheid werkende verloskundigen. Ook de advocaat-generaal concludeert dat onduidelijkheid in de taakverdeling tussen gynaecologen en verloskundigen niet wegneemt dat de gynaecoloog als hoofdbehandelaar in de meest ruime zin opdrachtgever is van de onder zijn verantwoordelijkheid werkende verloskundige en als zodanig door het geven van instructies de noodzakelijke helderheid kan en moet scheppen. Dit klemt te meer als de opdrachtconstructie van artikel 35-38 Wet BIG, alsmede de ter zake dienende protocollen en gedragsregels jarenlang strijd tussen gynaecologen en verloskundigen hebben opgeleverd en mede hebben bijgedragen aan deze onduidelijkheid. De arts moet ervoor waken dat een dergelijke strijd niet voor rekening van de patiënt komt, aldus de advocaat-generaal. De cassatieklacht dat blijkens artikel 35 lid 1 Wet BIG een opdracht van de gynaecoloog aan een verloskundige slechts kan plaatshebben onder de voorwaarde dat de opgedragen handelingen redelijkerwijs nodig zijn en de andere beroepsbeoefenaar, die de opdracht krijgt, de vereiste deskundigheid bezit, faalt volgens de advocaat-generaal. De woorden 'redelijkerwijs nodig' in artikel 38, eerste lid, Wet BIG hebben betrekking op het geven van aanwijzingen, niet op het verrichten van handelingen. De cassatieklacht berust op een onjuiste uitleg van artikel 38 Wet BIG.
Annotaties
Dit keer is er een annotatie van ondergetekende bij de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam over de MOM-heupprothese (GZR 2015-0389). In de uitspraak heb ik aanleiding gezien om te bezien welke rol een niet te onderkennen gebrek speelt bij de vraag naar de aansprakelijkheid van de hulpverlener en/of de producent. Dit heeft geleid tot een nader inzicht in de uitspraken over ongeschikte hulpzaken.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website. Veel belangstelling trokken de KNO-artsen van het Utrechtse Universitair Medisch Centrum; Zembla wijdde op 4 november jl. een uitzending aan mogelijke incidenten en de verzwijging daarvan. De KNO-vereniging en de Federatie Medisch Specialisten zullen naar aanleiding hiervan overgaan tot een kwaliteitsvisitatie.
Jaarcongres Gezondheidsrecht
Op 4 december 2015 organiseert GZR Updates in samenwerking met Studiecentrum Kerckebosch het Jaarcongres Gezondheidsrecht. Dit congres brengt u in één dag op de hoogte van de actuele ontwikkelingen en verdiepende thema’s op het gebied van het gezondheidsrecht. Klik hier voor het programma en aanmelden. Abonnees van GZR Updates en Tijdschrift voor Gezondheidsrecht ontvangen € 50 korting op de entreeprijs.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
Rechtbank
- Rechtbank Amsterdam Eiser heeft verzocht tot openbaarmaking van alle documenten over de aantallen gedeclareerde DBC-zorgproducten per DBC-zorgproduct en de gehanteerde prijs per DBC-zorgproduct per zorgaanbieder. De NZa heeft dit verzoek afgewezen omdat dit bedrijfs- en fabricagegegevens zijn. De rechtbank houdt dat oordeel in stand. Beroep ongegrond. 30-10-2015
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zorgverzekeraar dient niet-preferent geneesmiddel te vergoeden indien arts van mening is dat sprake is van medische noodzaak, nu dat oordeel in beginsel slechts aan de arts is. Zorgverzekeraar kan desgewenst of zo nodig andere arts inschakelen voor second opinion. Dit is in casu niet gebeurd, zodat zorgverzekeraar niet-preferent geneesmiddel dient te vergoeden. 28-10-2015
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Kort geding. Na arrest van Hof ’s-Hertogenbosch over het niet-aanbestedingsplichtig zijn van zorgverzekeraars herleeft oude jurisprudentie over aard van zorginkoopprocedures. Door zorgaanbieder overgelegde accountantsverklaring voldoet niet aan eisen inkoopdocument. Voldoende zwaarwegend belang om terug te komen op voorlopige gunning. 05-10-2015
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht door de broer van de overleden patiënt tegen specialist ouderengeneeskunde over de bejegening en zorg aan patiënt. Klager is niet-ontvankelijk in klacht over de behandeling van patiënt want hij is niet rechtstreeks belanghebbende. Klacht over bejegening is ongegrond. 06-11-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klaagster stelt dat huisarts beroepsgeheim heeft geschonden bij het geven van informatie aan de Raad voor de Kinderbescherming: ongegrond. Verklaring bevatte onder andere waardeoordelen: gegrond. Verklaring moet beperkt blijven tot relevante feitelijke informatie. Waarschuwing. 06-11-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen fysiotherapeut die zonder voorlichting en zonder toestemming een dry needling-behandeling heeft toegepast. Waarschuwing. 03-11-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht van instelling tegen verpleegkundige: verzoek verpleegkundige aan patiënte om geld te lenen en het onderhouden van seksuele relaties met patiënten. Berisping. 03-11-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager verwijt arts dat hij hem ten onrechte een behandeling heeft geweigerd en niet heeft doorverwezen. Het besluit om geen behandelaanbod te doen is echter zorgvuldig tot stand gekomen. Beroep ongegrond. 03-11-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klager verwijt psychiater dat hij zonder in te grijpen ten onrechte 24 uur in de separeer heeft gezeten. Het CTG acht de afweging van de psychiater die aan de vrijheidsbeneming ten grondslag lag niet onredelijk, zodat de psychiater geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. 03-11-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht van Inspectie tegen verpleegkundige: onjuiste bloedwaarden genoteerd in dossier patiënte en fraude gepleegd met patiëntengelden. Doorhaling en voorlopige voorziening: schorsing van de inschrijving. 03-11-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Klacht tegen een psychiater over het beëindigen van de behandelrelatie. Het RTG heeft de psychiater berispt. Het CTG oordeelt echter dat de psychiater heeft voldaan aan de eisen van zorgvuldigheid die in de gegeven omstandigheden konden worden gesteld. Klacht alsnog afgewezen. 03-11-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klacht tegen bedrijfsarts: schending beroepsgeheim, negeren adviezen van behandelend psychiater, aanpassen rapport onder druk van werkgever en niet reageren op vragen van klaagster. Berisping. 02-11-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht tegen tandarts, praktijkhouder. Praktijkhouder is verantwoordelijk voor een professionele communicatie met patiënten en dient personeel daarop aan te sturen. Verweerder heeft hierin zijn verantwoordelijkheid niet genomen. Waarschuwing. 30-10-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klacht over een medische adviesrapportage. Rapportage voldoet aan de criteria van het CTG. Tekortkoming van onvoldoende gewicht voor tuchtrechtelijke veroordeling omdat het een medische rapportage betrof voor intern gebruik. 29-10-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht van IGZ tegen arts die patiënten heeft behandeld met een experimenteel geneesmiddel dat niet eerder is toegepast op mensen en niet in Nederland is geregistreerd. Onvoldoende waarborgen en onvoldoende dossiervoering. Onjuiste voorlichting en informatie aan de patiënten. Doorhaling. 27-10-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klacht IGZ tegen waarnemend huisarts op huisartsenpost. Geen goed hulpverlenerschap, gehandeld in strijd met triagecriteria en onvoldoende dossiervorming. Waarschuwing. 27-10-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Klaagster verwijt een huisarts op de huisartsenpost dat de AIOS door wie zij is onderzocht een verkeerde diagnose heeft gesteld waardoor het handelen van de huisarts als supervisor tevens onzorgvuldig is. Ongegrond. 26-10-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Een verpleegkundige wordt verweten dat hij zich seksueel overschrijdend heeft gedragen tegenover meerdere patiënten. Een klacht is ingediend door de IGZ. In plaats van de genezing van de patiënten heeft verweerder zijn eigen zakelijke belangen en emotionele en lustgevoelens vooropgesteld, waarbij (kans op) schade aan patiënten voor lief is genomen. De klacht is in alle onderdelen gegrond en de inschrijving van verweerder wordt doorgehaald. Vanwege de ernst van de gedragingen wordt bij wijze van voorlopige voorziening de inschrijving onmiddellijk geschorst. 23-10-2015