Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Cliëntenraad geen ongeclausuleerd recht op informatie
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een uitspraak van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (GZR 2015-0363). Centraal stond onder meer de vraag of de cliëntenraad de beschikking mocht krijgen over gedetailleerde informatie van de zorgaanbieder betreffende zorgindicaties en inkomsten en uitgaven op cliëntniveau. De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden oordeelde dat een cliëntenraad geen ongeclausuleerd en ongelimiteerd recht op informatie heeft; de informatie moet noodzakelijk zijn om een advies mee te kunnen onderbouwen. Een cliëntenraad heeft geen controlerende taak vergelijkbaar met een accountant, concerncontroller of zorgfinancierder, aldus de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Ook zou het verstrekken van deze informatie een onevenredige inspanning van de zorgaanbieder vragen en de privacy van individuele cliënten schenden.
Herregistratie in het licht van de kwaliteit van de (bedrijfs)arts
De tweede uitspraak waar ik u op wijs, betreft een kwestie over herregistratie van een bedrijfsarts (GZR 2015-0364). De bedrijfsarts had gevraagd om herregistratie in het specialistenregister (als bedoeld in artikel 14 Wet BIG). De registratiecommissie had deze herregistratie echter geweigerd omdat de bedrijfsarts net te laat was met het ter goedkeuring voorleggen van zijn Individuele Verbeterplan, althans die goedkeuring werd eerst na het verloop van de registratieperiode verkregen. Voor de rest voldeed hij aan de kwaliteitseisen. Deze omstandigheden, evenals de gevolgen voor de bedrijfsarts, waren voor de Rechtbank Noord-Holland reden om te oordelen dat het besluit van de registratiecommissie onevenredige nadelen met zich bracht ten opzichte van het daarmee te dienen doel. Het besluit werd vernietigd en de bedrijfsarts werd opnieuw voor de duur van vijf jaren geregistreerd.
Cessieverbod mag niet in verband met bescherming patiënt
Voorts wijs ik u op een geschil tussen GGZ Momentum, een zorginstelling, en Menzis, een zorgverzekeraar, over een door de laatste gehanteerd cessieverbod (GZR 2015-0367). Tot dat verbod was het gangbare praktijk bij Momentum dat de patiënt bij aanvang van de behandeling een akte van cessie ondertekende waarmee hij zijn vordering op de zorgverzekeraar tot vergoeding van zorg cedeerde aan Momentum. Momentum diende vervolgens de declaratie in bij Menzis, die het verschuldigde bedrag aan Momentum uitbetaalde. De voorzieningenrechter oordeelde dat het cessieverbod van Menzis onzorgvuldig en onrechtmatig was jegens Momentum. De rechter overwoog daartoe dat het Menzis niet vrijstond de belangen van Momentum te verwaarlozen en nam mede in aanmerking dat de cessie in het leven was geroepen om een kwetsbare patiëntengroep – die moeite heeft met betaling van declaraties – te beschermen. Dat belang moet ook een zorgverzekeraar zich aantrekken, aldus de rechter.
It’s my party (drug)
Waar ik u eveneens op wijs, is de reeks van uitspraken van de kantonrechter te Eindhoven met als onderwerp een ‘feestje’ met een wat wrange afloop bij een GGz-instelling te Eindhoven, gespecialiseerd in de behandeling van ter beschikking gestelden (GZR 2015-0370; GZR 2015-0371; GZR 2015-0372). Op dit feestje, dat volgens de kantonrechter – anders dan de medewerkers betoogden – wel degelijk werkgerelateerd was, werden door medewerkers (onder wie verpleegkundigen) van de GGz-instelling harddrugs gebruikt. Het gebruik is (nadien) voor de GGz-instelling verborgen gehouden. Een en ander was voor de GGz-instelling reden om een verzoek in te dienen de arbeidsovereenkomsten te ontbinden. Terecht, aldus de kantonrechter, omdat met het gedrag van de medewerkers een grens was overschreden. Hij wees in dat verband op de voorbeeldfunctie die de werknemers hebben en de omstandigheid dat zij door het gebruik collega’s in verlegenheid hebben gebracht. De werknemers hadden zich in dat opzicht niet als goed werknemer gedragen. Omdat echter niet is komen vast te staan dat de werknemers drugs gebruikten tijdens de daadwerkelijke uitoefening van hun werkzaamheden of dat zij tijdens werktijd onder invloed van geestverruimende of -vernauwende stoffen verkeerden, zijn de arbeidsovereenkomsten (slechts) ontbonden wegens verandering van omstandigheden c.q. in het geheel niet ontbonden.
Inzage medische gegevens terechte reden voor ontslag op staande voet
De laatste uitspraak waar ik u op wijs, is eveneens van arbeidsrechtelijke aard (GZR 2015-0375). Een polikliniekassistente werkzaam in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis had medische gegevens van haar halfbroer geraadpleegd. Dit is in strijd met de heersende wetgeving, maar ook met het stringente beleid van het ziekenhuis op dit punt. Voor het ziekenhuis was dit reden om de assistente op staande voet te ontslaan. De rechter oordeelde dat dit ontslag in een bodemprocedure stand zou houden. Hij overwoog daartoe dat het evident is dat medewerkers van een ziekenhuis uiterst zorgvuldig met de zeer privacygevoelige gegevens van patiënten dienen om te gaan. Daar kwam bij dat de assistente verschillende verklaringen had afgelegd over de reden van inzage en dat zij, daarnaar meerdere keren gevraagd, geen openheid van zaken had gegeven. Dit vormt, gelet op het vertrouwen dat het ziekenhuis moet kunnen stellen in zijn medewerkers, juist waar het gaat om zeer privacygevoelige patiëntgegevens, een zodanig ernstige misdraging dat er sprake is van een dringende reden. Van het ziekenhuis kon dan ook niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, aldus de kantonrechter.
Annotaties
Een nieuwe annotatie, althans uitleg van een zaak, is van de hand van Coen Verberne en Ferry Weelen (Holla advocaten). De uitspraak die wordt besproken, is afkomstig van de Rechtbank Rotterdam en heeft als onderwerp de fusie van twee Brabantse ziekenhuizen. Een actueel onderwerp aldus (GZR 2015-0182). Veel leesplezier!
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Gelderland Hanteren cessieverbod door zorgverzekeraar onrechtmatig jegens zorgaanbieder. 28-08-2015
- Rechtbank Amsterdam Directeur valt onder WNT maar kan op grond van cao (algemeen verbindend) een aanvulling op de WW en een beëindigingsvergoeding krijgen die tezamen meer dan € 75.000 bedragen. 20-08-2015
- Rechtbank Overijssel Inleveren valse VOG leidt tot een voorwaardelijke ontbinding zonder billijke vergoeding. Verval concurrentie- en relatiebeding wegens ontbreken noodzaak. 20-08-2015
- Rechtbank Amsterdam Polikliniekassistente raadpleegt onbevoegd medische gegevens van halfbroer en ontkent aanvankelijk dat te hebben gedaan. Ontslag op staande voet en voorwaardelijke ontbinding zonder vergoeding. 18-08-2015
- Rechtbank Oost-Brabant Alcohol- en (soft)drugsgebruik tijdens werkgerelateerd feest door verpleegkundig medewerker bij GGzE-instelling leidt niet tot ontbinding arbeidsovereenkomst. 31-07-2015
- Rechtbank Oost-Brabant Drugsgebruik tijdens werkgerelateerd feest door medewerker veiligheid en logistiek bij GGzE-instelling leidt tot ontbinding arbeidsovereenkomst zonder vergoeding. 31-07-2015
- Rechtbank Oost-Brabant Drugsgebruik tijdens werkgerelateerd feest door verpleegkundig begeleider bij GGzE-instelling leidt tot ontbinding arbeidsovereenkomst zonder vergoeding. 31-07-2015
- Rechtbank Noord-Holland Verzoek om herregistratie in register voor bedrijfsartsen slechts gedeeltelijk gehonoreerd. Nadelige gevolgen van besluit onevenredig in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen. Beroep is gegrond. Rechtbank herroept primaire besluit en voorziet zelf in de zaak. 22-04-2015
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- College van Beroep voor het bedrijfsleven Beroep tegen afwijzend verzoek van de NZa tot versnelde afschrijving van de Immateriële Vaste Activa is ongegrond. De strikte toepassing door de NZa wordt door het CBb niet onredelijk geacht. 17-07-2015
- College van Beroep voor het bedrijfsleven Beroep tegen afwijzend verzoek van de NZa tot versnelde afschrijving van de Immateriële Vaste Activa is ongegrond. De strikte toepassing door de NZa wordt door het CBb niet onredelijk geacht. 17-07-2015
- College van Beroep voor het bedrijfsleven Beroep tegen afwijzend verzoek van de NZa tot versnelde afschrijving van de Immateriële Vaste Activa is ongegrond. De strikte toepassing door de NZa wordt door het CBb niet onredelijk geacht. 17-07-2015
- College van Beroep voor het bedrijfsleven CBb stelt dat beschikbaarheidsbijdrage voor post mortem orgaanuitname-functie ten aanzien van de kostendekkendheid moet worden voorzien van een toereikende motivering. 13-07-2015
- College van Beroep voor het bedrijfsleven NZa mocht verzoek compensatie oude plankosten afwijzen. 06-07-2015
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage De onderstaande zaak is door de IGZ ingediend tegen een orthopeed die in plaats van de voorste kruisband van het linkerbeen de voorste kruisband van het rechterbeen heeft verwijderd. De IGZ verwijt verweerder dat hij als operateur niet zorgvuldig heeft gehandeld en de richtlijn ‘Het Preoperatieve traject’ niet zorgvuldig heeft gevolgd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en verweerder een berisping opgelegd. 25-08-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage In de onderhavige zaak staat de zorg van een orthopeed centraal. Klaagster verwijt verweerder (i) het stellen van een verkeerde diagnose, (ii) dat hij heeft nagelaten om klaagster te volgen en te begeleiden in de verschillende stappen van de verschillende diagnostische activiteiten en (iii) dat hij een onvolledig en slecht leesbare decursus heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft alle klachtonderdelen gegrond verklaard en verweerder een berisping opgelegd. 25-08-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage In deze zaak gaat het over het verstrekken van medische informatie aan de verzekeraar door een cardioloog. Door daarnaast een oordeel over de arbeidsongeschiktheid van de patiënt te geven heeft de cardioloog de grenzen van zijn kundigheid als beroepsbeoefenaar overschreden. Het college acht dit handelen in strijd met de richtlijnen van de KNMG en legt de maatregel van een waarschuwing op. 25-08-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Verweerder in kwestie, een patholoog, wordt in eerste aanleg verweten dat hij een dubieuze diagnose heeft gesteld, die hij bovendien ook veel te laat heeft gesteld. Het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege acht het klachtonderdeel met betrekking tot het te laat stellen van een diagnose gegrond: de patholoog had voortvarender te werk moeten gaan. Vakantie, onderwijsverplichtingen, verplichtingen in het buitenland en het ook noodzakelijkerwijs eerst moeten laten verrichten van andere onderzoeken doen niet af aan het feit dat de diagnose sneller had kunnen en moeten worden gesteld. Waarschuwing. 20-08-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Verpleegkundige die zich schuldig heeft gemaakt aan zeer ernstig grensoverschrijdend gedrag heeft van het Centraal Tuchtcollege de maatregel van ontzegging van het recht om weer in het register ingeschreven te worden opgelegd gekregen. 20-08-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Het gaat in deze casus om een verpleegkundige die verdacht wordt van het plegen van seksueel misbruik met patiënten die op de PAAZ-afdeling (Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) onder behandeling waren. Verweerder ontkent en beroept zich op contra-expertise, maar laat na deze in de procedure te brengen. Het college in eerste aanleg beoordeelt het verweer als onvoldoende en indiceert een doorhaling van de inschrijving in het BIG-register. Het Centraal Tuchtcollege vindt de opgelegde maatregel passend en geboden. Herhaling van het verweten gedrag dient voorkomen te worden. 20-08-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage In de onderstaande zaak staat de zorg van een anesthesioloog centraal. Klager, echtgenoot van een overleden patiënte, heeft tevens een klacht ingediend tegen de gynaecoloog van zijn echtgenote (zie ECLI:NL:TGZRSGR:2015:114). Het Regionaal Tuchtcollege acht de volgende klachtonderdelen gegrond: (i) dat verweerder te laat is begonnen met stollingscorrectie, (ii) dat er een arteriële en centrale lijn hadden moeten worden aangebracht, (iii) dat er bij de overdracht aan de IC betere instructies hadden moeten worden gegeven en (iv) dat verweerder patiënte na 17.00 uur frequenter had moeten monitoren en hulp van een collega had moeten inroepen. Het Regionaal Tuchtcollege legt verweerder een waarschuwing op. 18-08-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage De onderstaande zaak is ingediend door de echtgenoot van een overleden patiënte. Klager verwijt verweerder, gynaecoloog, dat hij niet adequaat heeft gehandeld c.q. een verkeerde of late diagnose heeft gesteld, onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling, de gevolgen en een eventueel alternatief, medische fouten heeft gemaakt, mogelijkerwijs verkeerde medicijnen heeft gegeven c.q. ingrepen heeft toegepast en patiënte niet heeft doorverwezen naar een gespecialiseerde beroepsbeoefenaar. Het Regionaal Tuchtcollege acht het laatste klachtonderdeel gegrond en legt verweerder een waarschuwing op. Er was sprake van een uitzonderlijke situatie met een sterk verhoogd risico op massaal bloedverlies in een voor Nederland uitzonderlijk geïsoleerde geografische locatie. Als de bevalling grondiger was voorbereid, had het tuchtcollege de beslissing om niet te verwijzen nog kunnen billijken. Klager heeft tevens een klacht ingediend tegen de betrokken anesthesioloog (zie ECLI:NL:TGZRSGR:2015:115). 18-08-2015