Naar boven ↑

Update

Nummer 17, 2015
Uitspraken van 23-08-2015 tot 03-09-2015
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.

Cliëntenraad geen ongeclausuleerd recht op informatie
De eerste uitspraak waar ik u op wijs, betreft een uitspraak van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (GZR 2015-0363). Centraal stond onder meer de vraag of de cliëntenraad de beschikking mocht krijgen over gedetailleerde informatie van de zorgaanbieder betreffende zorgindicaties en inkomsten en uitgaven op cliëntniveau. De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden oordeelde dat een cliëntenraad geen ongeclausuleerd en ongelimiteerd recht op informatie heeft; de informatie moet noodzakelijk zijn om een advies mee te kunnen onderbouwen. Een cliëntenraad heeft geen controlerende taak vergelijkbaar met een accountant, concerncontroller of zorgfinancierder, aldus de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Ook zou het verstrekken van deze informatie een onevenredige inspanning van de zorgaanbieder vragen en de privacy van individuele cliënten schenden.

Herregistratie in het licht van de kwaliteit van de (bedrijfs)arts
De tweede uitspraak waar ik u op wijs, betreft een kwestie over herregistratie van een bedrijfsarts (GZR 2015-0364). De bedrijfsarts had gevraagd om herregistratie in het specialistenregister (als bedoeld in artikel 14 Wet BIG). De registratiecommissie had deze herregistratie echter geweigerd omdat de bedrijfsarts net te laat was met het ter goedkeuring voorleggen van zijn Individuele Verbeterplan, althans die goedkeuring werd eerst na het verloop van de registratieperiode verkregen. Voor de rest voldeed hij aan de kwaliteitseisen. Deze omstandigheden, evenals de gevolgen voor de bedrijfsarts, waren voor de Rechtbank Noord-Holland reden om te oordelen dat het besluit van de registratiecommissie onevenredige nadelen met zich bracht ten opzichte van het daarmee te dienen doel. Het besluit werd vernietigd en de bedrijfsarts werd opnieuw voor de duur van vijf jaren geregistreerd.

Cessieverbod mag niet in verband met bescherming patiënt
Voorts wijs ik u op een geschil tussen GGZ Momentum, een zorginstelling, en Menzis, een zorgverzekeraar, over een door de laatste gehanteerd cessieverbod (GZR 2015-0367). Tot dat verbod was het gangbare praktijk bij Momentum dat de patiënt bij aanvang van de behandeling een akte van cessie ondertekende waarmee hij zijn vordering op de zorgverzekeraar tot vergoeding van zorg cedeerde aan Momentum. Momentum diende vervolgens de declaratie in bij Menzis, die het verschuldigde bedrag aan Momentum uitbetaalde. De voorzieningenrechter oordeelde dat het cessieverbod van Menzis onzorgvuldig en onrechtmatig was jegens Momentum. De rechter overwoog daartoe dat het Menzis niet vrijstond de belangen van Momentum te verwaarlozen en nam mede in aanmerking dat de cessie in het leven was geroepen om een kwetsbare patiëntengroep – die moeite heeft met betaling van declaraties – te beschermen. Dat belang moet ook een zorgverzekeraar zich aantrekken, aldus de rechter.

It’s my party (drug)
Waar ik u eveneens op wijs, is de reeks van uitspraken van de kantonrechter te Eindhoven met als onderwerp een ‘feestje’ met een wat wrange afloop bij een GGz-instelling te Eindhoven, gespecialiseerd in de behandeling van ter beschikking gestelden (GZR 2015-0370; GZR 2015-0371; GZR 2015-0372). Op dit feestje, dat volgens de kantonrechter – anders dan de medewerkers betoogden – wel degelijk werkgerelateerd was, werden door medewerkers (onder wie verpleegkundigen) van de GGz-instelling harddrugs gebruikt. Het gebruik is (nadien) voor de GGz-instelling verborgen gehouden. Een en ander was voor de GGz-instelling reden om een verzoek in te dienen de arbeidsovereenkomsten te ontbinden. Terecht, aldus de kantonrechter, omdat met het gedrag van de medewerkers een grens was overschreden. Hij wees in dat verband op de voorbeeldfunctie die de werknemers hebben en de omstandigheid dat zij door het gebruik collega’s in verlegenheid hebben gebracht. De werknemers hadden zich in dat opzicht niet als goed werknemer gedragen. Omdat echter niet is komen vast te staan dat de werknemers drugs gebruikten tijdens de daadwerkelijke uitoefening van hun werkzaamheden of dat zij tijdens werktijd onder invloed van geestverruimende of -vernauwende stoffen verkeerden, zijn de arbeidsovereenkomsten (slechts) ontbonden wegens verandering van omstandigheden c.q. in het geheel niet ontbonden.

Inzage medische gegevens terechte reden voor ontslag op staande voet
De laatste uitspraak waar ik u op wijs, is eveneens van arbeidsrechtelijke aard (GZR 2015-0375). Een polikliniekassistente werkzaam in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis had medische gegevens van haar halfbroer geraadpleegd. Dit is in strijd met de heersende wetgeving, maar ook met het stringente beleid van het ziekenhuis op dit punt. Voor het ziekenhuis was dit reden om de assistente op staande voet te ontslaan. De rechter oordeelde dat dit ontslag in een bodemprocedure stand zou houden. Hij overwoog daartoe dat het evident is dat medewerkers van een ziekenhuis uiterst zorgvuldig met de zeer privacygevoelige gegevens van patiënten dienen om te gaan. Daar kwam bij dat de assistente verschillende verklaringen had afgelegd over de reden van inzage en dat zij, daarnaar meerdere keren gevraagd, geen openheid van zaken had gegeven. Dit vormt, gelet op het vertrouwen dat het ziekenhuis moet kunnen stellen in zijn medewerkers, juist waar het gaat om zeer privacygevoelige patiëntgegevens, een zodanig ernstige misdraging dat er sprake is van een dringende reden. Van het ziekenhuis kon dan ook niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, aldus de kantonrechter.

Annotaties
Een nieuwe annotatie, althans uitleg van een zaak, is van de hand van Coen Verberne en Ferry Weelen (Holla advocaten). De uitspraak die wordt besproken, is afkomstig van de Rechtbank Rotterdam en heeft als onderwerp de fusie van twee Brabantse ziekenhuizen. Een actueel onderwerp aldus (GZR 2015-0182). Veel leesplezier!

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

 

Hof

Rechtbank

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Tuchtcolleges