Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe GZR Update aan.
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Zorgverzekeraar CZ c.s. geen aanbestedende dienst
De eerste lezenswaardige uitspraak betreft die van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch (GZR 2015-0230). Aan het hof lag ter beoordeling voor of zorgverzekeraar CZ aangemerkt moet worden als een aanbestedende dienst en dientengevolge de regels moet naleven van de Aanbestedingswet daar waar het gaat om de inkoop van zorg. In eerste aanleg oordeelde de voorzieningenrechter nog dat CZ een aanbestedende dienst is, zulks vanwege de omstandigheid dat CZ een instelling is die voorziet in een behoefte van algemeen belang anders dan van commerciële aard en door de jaarlijkse ontvangst van de vereveningsbijdrage en de rijksbijdrage voor meer dan de helft door de Staat wordt gefinancierd. Het hof is echter een andere mening toegedaan. Het hof heeft in het kader van de beoordeling onderzocht of CZ voorziet in een behoefte van algemeen belang die van commerciële aard is. Het hof heeft in dat verband beoordeeld of CZ i) een winstoogmerk heeft, althans bestuurd wordt op basis van criteria van rendement, doelmatigheid en rentabiliteit, (ii) opereert onder normale marktomstandigheden en (iii) het economisch risico van haar activiteiten draagt. Deze beoordeling – bevestiging op voornoemde drie punten – leidt tot de conclusie dat CZ geen aanbestedende dienst is.
Een arboarts is nog geen bedrijfsarts
Een andere uitspraak die ik aanstip, betreft een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ’s-Gravenhage (GZR 2015-0232). Een patiënt klaagde diens arboarts aan, niet alleen in verband met een ondeugdelijke rapportage maar ook omdat de arboarts zich bediende van de titel ‘bedrijfsarts’. Dat ‘bedrijfsarts’ niet hetzelfde is als ‘arboarts’ wordt door het tuchtcollege maar weer eens bevestigd: alleen ‘bedrijfsarts’ is een specialistentitel en daarom is het voeren van die titel uitsluitend voorbehouden aan diegenen die zijn ingeschreven in het desbetreffende erkende specialistenregister.
Niet-ontvankelijkheid civiele rechter in een declaratiegeschil
Ook een interessante uitspraak is die van de voorzieningenrechter te Den Haag (GZR 2015-0236). Het geschil dat aan deze civiele rechter werd voorgelegd, had betrekking op een declaratiegeschil tussen zorgverzekeraar Menzis en zorgaanbieder Home-Care. Menzis was van mening dat zij te veel betaald had voor de geleverde zorgprestaties terwijl Home-Care een tegenovergestelde mening was toegedaan. Het probleem was alleen dat Menzis slechts gehouden is declaraties goed te keuren voor een bedrag waarvoor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) toestemming heeft verleend, hetgeen betekent dat Home-Care feitelijk bij de NZa moest zijn en niet bij Menzis. Daar komt bij dat de NZa een zelfstandig bestuursorgaan is en dat tegen haar beslissingen bezwaar en beroep openstaan. Dit brengt mee dat niet de burgerlijke rechter maar de bestuursrechter bevoegd is. Met het oog op de thans aanhangige bezwaarprocedure bij de NZa merkt de voorzieningenrechter voorts op dat het in het algemeen onwenselijk is dat tegelijkertijd voor zowel de bestuursrechter als de burgerlijke rechter procedures over hetzelfde onderwerp worden gevoerd, met het risico van verschillende uitkomsten, welk risico zich hier zou kunnen verwezenlijken. Aldus volgde niet-ontvankelijkheid.
Cliëntenraad niet adviesplichtig bij uitblijvende wijziging geldende regeling
Interessant is ook een uitspraak van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (GZR 2015-0246). Aan de uitspraak lag een grote onvrede over de zorgservicekosten in een aanleunwoning ten grondslag. De zorgaanbieder had onduidelijkheid wat de kosten betreft erkend en vervolgens een informatiefolder opgesteld. De cliëntenraad was van mening dat de folder de onduidelijkheid en met name de indruk over dubbele kosten niet kon wegnemen. De commissie oordeelde echter dat de cliëntenraad op dit punt niet adviesplichtig is (artikel 3 lid 1 sub l Wmcz) omdat geen sprake is van een wijziging van een voor cliënten geldende regeling. De folder mocht volgens de commissie dan ook zonder positief (verzwaard) advies van de cliëntenraad worden uitgebracht.
Van 65 naar 70 jaar
De laatste uitspraak die ik eruit licht, is een uitspraak van het Gerecht in Eerste aanleg van Aruba (GZR 2015-0247). Het voorgelegde geschil had betrekking op de wijziging van de leeftijd waarop de toelatingsovereenkomst met een medisch specialist zou eindigen. De medisch specialist was nimmer akkoord gegaan met een beëindiging bij 65 jaar; hij had die leeftijd op zijn contract destijds gewijzigd in 70 jaar. Omdat het ziekenhuis daar nooit tegen in was gegaan of op andere wijze de indruk had gegeven niet akkoord te zijn, achtte het gerecht de thans ingezette beëindiging bij 65 jaar onterecht en oordeelde het dat de medisch specialist alsnog moest worden toegelaten.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties.
Deze keer is er een annotatie van de hand van Bas van Schelven bij de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland 26 februari 2014 (GZR 2015-0129). Deze uitspraak gaat over een fraudeonderzoek en – in dat verband – de vraag of een zorgaanbieder in het kader van een fraudeonderzoek verplicht is patiëntgegevens te verschaffen aan een zorgverzekeraar. Voor Bas was deze uitspraak een goede aanleiding voor een algemene beschouwing over de verstrekking van patiëntgegevens aan zorgverzekeraars.
Voorts is er een annotatie van de hand van Mieke de Die bij drie recente uitspraken van het College van Medisch Toezicht (GZR 2015-0223; 224 en 225). Het College zag in twee van de drie zaken reden om de desbetreffende beroepsbeoefenaar in het BIG-register door te halen wegens misbruik van drank c.q. middelen. Mieke heeft de uitspraken aangegrepen om een beschrijving te geven van de procedure bij dit bijzondere college en vervolgens de drie uitspraken geanalyseerd.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Ik wijs u zekerheidshalve op het bericht dat uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen is gebleken dat patiënten niet kunnen achterhalen of hun ziekenhuis wel genoeg budget heeft voor dure medicijnen die de patiënten nodig hebben. 80% van de algemene ziekenhuizen krijgt van de zorgverzekeraars onvoldoende budget en kan hier moeilijk afspraken over maken. Het is vaak onbekend welke nieuwe geneesmiddelen voor welk bedrag wanneer in de basisverzekering worden opgenomen. Bovendien verschilt het per ziekenhuis of zij een vast bedrag krijgen om alles te betalen, of kunnen voorschrijven tot aan een bepaald plafond. Als het budget echter op is, moeten ze vaak de patiënten toch de geneesmiddelen voorschrijven.
Een ander bericht betreft een rapport van de Algemene Rekenkamer over regionale verschillen in de langdurige zorg. Deze verschillen laten zich niet makkelijk verklaren en het is dan ook onzeker of de bezuiniging van 500 miljoen euro op de langdurige zorg wel gerealiseerd kan worden. De invloed van variabelen op het zorggebruik zijn met name leeftijd, huishoudsamenstelling en huishoudinkomen. Deze variabelen zijn echter niet of nauwelijks door beleid te beïnvloeden. Minister Schippers (VWS) heeft daarom onvoldoende onderbouwing en onvoldoende concrete handvatten om de bezuiniging te realiseren, aldus de Rekenkamer.
Tot slot wijs ik u op het persbericht van de voorzitter van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, waarin uitdrukkelijk afstand wordt genomen van de in de pers geponeerde stelling dat het tuchtrecht inmiddels de (beoogde) strekking zou krijgen van een lichte vorm van strafrecht. Wel is het de bedoeling dat maatregelen goed worden gemotiveerd.
Inzenden eigen rechtspraak?
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen?
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Alvast een goed – en vooral zonnig – weekend gewenst!
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Er is geen sprake van onderlinge uitwisselbaarheid van de oude en de nieuwe functie, waardoor het afspiegelingsbeginsel niet van toepassing is en werknemer niet tewerkgesteld hoeft te worden in nieuwe functie. 08-05-2015
- Rechtbank Den Haag Zorgaanbieder niet-ontvankelijk in nakomingsvordering jegens zorgkantoor omdat bezwaarprocedure bij de NZa aanhangig is ten aanzien van herschikkingsronde. 07-05-2015
- Rechtbank Gelderland De onderhavige procedure ziet op een geschil over het condicio sine qua non-verband tussen het onjuist handelen van het ziekenhuis en de schade van de patiënt. De rechtbank ziet geen reden om de omkeringsregel toe te passen. Wel past de rechtbank de leer van de kansschade toe, maar acht de kans op een beter behandelingsresultaat te klein om een vergoeding toe te kennen. 22-04-2015
- Rechtbank Midden-Nederland Ontbinding arbeidsovereenkomst vanwege samenwerkingsproblemen binnen de vakgroep kindergeneeskunde. Beiden treft enig verwijt. Vergoeding ongeveer neutrale kantonrechtersformule. 25-03-2015
Antillen
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen een arbo-arts. Drie klachtonderdelen gegrond, te weten (i) schending beroepsgeheim, (ii) conclusies uit een rapport van een bureau dat klaagster heeft beoordeeld verkeerd weergegeven en (iii) niet bevoegd de specialistentitel van bedrijfsarts te voeren. Ongegrond zijn de onderdelen (i) onvoldoende bescherming geboden tegen het incorrecte gedrag van de werkgever en (ii) klaagster niet geholpen. Voorts heeft de arts er onvoldoende op toegezien dat de werkgever adviezen van een bureau dat klaagster heeft beoordeeld ten aanzien van re-integratie opvolgde. Ongepaste terminologie gebruikt in de verslaglegging aan het UWV, de FML niet besproken met klaagster. De arbo-arts is gewaarschuwd. 02-06-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Klacht tegen een psychiater/geneesheer-directeur. Deze heeft onzorgvuldig gehandeld door de geneeskundige verklaring te ondertekenen zonder enige controle op het dossier. De klacht is gegrond. In de geneeskundige verklaring staat een aantal onduidelijkheden. Dit had voor de psychiater aanleiding moeten zijn nader onderzoek te verrichten. Waarschuwing. 02-06-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam In onderhavige zaak gaat het om het handelen van een psychotherapeut/gz-psycholoog. Op enig moment krijgt hij fysiek contact met cliënte waarbij zij elkaar omhelzen, zoenen en geslachtsdelen aanraken. Het college oordeelt de klacht van de IGZ omtrent het in strijd handelen met artikel 47 lid 1 wet BIG gegrond. Het college stelt dat verweerder de relatie moest stoppen, ongeacht of er sprake zou zijn van een mogelijke suïcidaliteit. Een eventuele suïcidaliteit mag nooit de reden zijn een seksuele relatie te beginnen dan wel voort te zetten. Het college is daarnaast niet overtuigd van enig zelfinzicht van verweerder en acht de maatregel van een schorsing voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes voorwaardelijk, passend. 02-06-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Patiënte van verweerder was enige jaren bekend met DM type II, waarvoor zij grotendeels werd gecontroleerd door de praktijkondersteuner. Op enig moment daalt de bloedsuikerspiegel van patiënte en plant verweerder een overleg met de praktijkondersteuner in. Helaas al voor dit overleg overlijdt de patiënte als gevolg van een lactaatacidose. Het college verwijt de huisarts dat hij heeft nagelaten een actief behandelplan op te stellen. Het college twijfelt bovendien aan de kennis met betrekking tot de behandeling van DM type II. Het college acht de klacht gegrond en legt de maatregel van een berisping op. 02-06-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven De onderstaande klacht is ingediend tegen een SEH-arts. Haar wordt verweten dat haar onderzoek onvoldoende is geweest, omdat zij het ernstige spraakgebrek van patiënt niet heeft opgemerkt en niet heeft opgemerkt dat patiënt niet zelfstandig kon lopen. Het tuchtcollege heeft de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard en verweerster een waarschuwing opgelegd. 27-05-2015
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven In deze zaak gaat het om het handelen van een huisarts. Na een bezoek door de psychiater aan de patiënt heeft de huisarts nagelaten wederom een bezoek te brengen aan patiënt. Bovendien heeft de huisarts geen verslag genoteerd omtrent het gesprek met de psychiater. Het college acht dit handelen verwijtbaar en legt de maatregel van een berisping op. 27-05-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Het gaat in onderhavige procedure om het handelen van een kinderarts. Naar aanleiding van het overlijden van een minderjarige patiënt wordt de NODO-procedure gestart. Klagers verwijten de kinderarts dat zij geen toestemming hebben gegeven voor obductie, zij niet goed geïnformeerd zijn over de procedure en zij niet gewaarschuwd zijn over de lichamelijke status van hun zoon na obductie. Het college in eerste aanleg verklaart de klacht deels gegrond zonder oplegging van een maatregel. In hoger beroep verklaart het centraal college het principaal beroep niet-ontvankelijk. Het incidenteel beroep slaagt, waardoor de klacht alsnog ongegrond wordt verklaard. 21-05-2015
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg In onderhavige zaak gaat het om het handelen van een gepensioneerd gezondheidszorgpsycholoog, verweerder. Op enig moment wordt hij door een school gevraagd een onderzoek te doen naar het kind van klagers. Er treden problemen op in het contact met de ouders en verweerder besluit het onderzoek te stoppen. Hij laat dit per brief weten aan de ouders en de school van het kind. Klagers verwijten verweerder dat hij onzorgvuldig is geweest in zijn onderzoek en dit op een onzorgvuldige wijze voortijdig heeft beëindigd. Daarnaast verwijten klagers verweerder dat hij zonder toestemming heeft gerapporteerd en dat hij geen klachtenregeling heeft. Ten aanzien van de klachtenregeling stelt het college klagers in het gelijk evenals het beroep dat ziet op het zonder toestemming rapporteren aan de school. Voor het overige slaagt het beroep niet. Het college vernietigt de beslissing van het regionaal college (waarschuwing) en legt een berisping op aan verweerder. 21-05-2015
Uitspraken zonder ECLI
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Onderbouwing servicekosten aanleunwoningen in algemene informatiefolder is niet adviesplichtig ex artikel 3 lid 1 sub l Wmcz. 2015-04-30
- Klacht gericht tegen een verpleegkundige. Oordeel over ontvankelijkheid in eerste aanleg en hoger beroep nu de verpleegkundige handelde in de hoedanigheid van kindertherapeute.