Hof

• Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Teneinde het handelen van een arts in een civiele procedure te beoordelen, kan gebruik worden gemaakt van het oordeel van de tuchtrechter. De rechter die bij de beoordeling van medisch handelen van een arts komt tot een oordeel dat afwijkt van het oordeel dat de tuchtrechter heeft gegeven naar aanleiding van een klacht met betrekking tot datzelfde medisch handelen, dient zijn oordeel zodanig te motiveren dat dit, ook in het licht van de beoordeling door de tuchtrechter, voldoende begrijpelijk is. Daarbij valt in het bijzonder te denken aan een motivering met behulp van verklaringen van een of meer, zo nodig door de rechter te benoemen, deskundigen. In dit geval neemt de civiele rechter het oordeel van de tuchtrechters over. 25-02-2014
• Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch beslist in navolging van het rapport van de door haar benoemde deskundige dat de artsen van het ziekenhuis adequaat hebben gehandeld. Het conceptrapport van een eerder benoemde en weer ontslagen deskundige wordt terzijde geschoven; het kan ook niet worden ingebracht als een rapport van een partijdeskundige. 18-02-2014

Rechtbank

• Rechtbank Den Haag Huisarts heeft een tweetal operaties uitgevoerd in verband met een kin- en halslift. De ene operatie is niet uitgevoerd volgens de regelen der kunst en voor de andere ontbrak bij de huisarts de vereiste bekwaamheid, aldus de deelgeschilrechter. Dit is onrechtmatig jegens de patiënt. 19-02-2014
• Rechtbank Amsterdam Een patiënt is op de afdeling spoedeisende hulp van een trolley gevallen. De rechtbank concludeert, alles overwegende, dat ten opzichte van deze patiënt niet de zorgvuldigheid in acht is genomen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in gelijke omstandigheden mocht worden verwacht, nu de patiënt aan een groter risico is blootgesteld dan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs verantwoord was.  13-02-2014
• Rechtbank Midden-Nederland MediRisk moet onderhandelen over dekking uitlooprisico. Vordering curatoren dat uitlooprisico geacht moet worden gedekt te zijn op grond van gemaakte afspraken wordt afgewezen. 12-02-2014
• Rechtbank Noord-Nederland Artikel 1019w Rv biedt de persoon die een ander aansprakelijk houdt voor zijn letselschade, de mogelijkheid, ook voordat de zaak ten principale aanhangig is, de rechter te verzoeken te beslissen over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering in de hoofdzaak. De wetgever heeft bij het ontwerp van de wet derhalve de situatie voor ogen gehad dat onderhandelingen tussen de betrokken partijen zijn vastgelopen, maar dat deze na beslechting van een deelgeschil door de partijen succesvol kunnen worden afgesloten. Blijkt 'dat naast het deelgeschil over wezenlijke andere geschilpunten ook nog geen overeenstemming is bereikt, dan is de zaak (nog) niet geschikt voor een deelgeschilprocedure'. Het verzoek van patiënte in de onderhavige kwestie werd om die reden afgewezen. Daarnaast bleek nader onderzoek door een deskundige nodig, ook iets wat niet goed te verenigen valt met de deelgeschilprocedure. 11-02-2014
• Rechtbank Overijssel De kwestie jegens neuroloog X heeft vele malen de pers gehaald. Zijn inschrijving in het BIG-register is bij uitspraak van de Zwolse tuchtrechter d.d. 20 december 2013 doorgehaald. In de onderhavige kwestie staat het handelen van neuroloog X in het kader van het strafrecht centraal. De rechtbank komt tot de conclusie dat de ten laste gelegde mishandeling (de opzettelijke benadeling van de gezondheid) van acht patiënten bewezen kan worden. Deze mishandeling heeft in één geval de dood tot gevolg gehad en in de andere gevallen heeft de mishandeling zwaar lichamelijk letsel teweeggebracht. Tevens wordt de diefstal van recepten, de vervalsing van machtigingsformulieren en recepten en de verduistering van gelden bewezen geacht. Dit levert neuroloog X een gevangenisstraf van drie jaren op. 11-02-2014
• Rechtbank Noord-Nederland De Rechtbank Noord-Nederland oordeelt in de onderhavige kwestie dat Achmea c.s. de in haar zorginkoopdocument genoemde tarieven ook na afloop van de oorspronkelijke inschrijftermijn heeft mogen wijzigen. Daartoe waren Achmea c.s. bevoegd op grond van het in het zorginkoopdocument opgenomen algemene wijzigingsbeding. 05-02-2014
• Rechtbank Oost-Brabant Zijn het ziekenhuis en de huisartsenpraktijk gehouden tot afgifte van informatie uit medische dossiers van de overleden broer van eiseres, omdat eiseres stelt dat haar broer wilsonbekwaam was ten tijde van het opmaken van zijn testament? In dit geval niet aldus de voorzieningenrechter. Hij acht het onvoldoende aannemelijk dat de patiënt toestemming zou hebben verleend en bovendien zijn er andere manieren om het bewijs van de wilsonbekwaamheid te leveren. 30-01-2014
• Rechtbank Amsterdam In de onderhavige procedure beoordeelt de rechtbank of de chirurg zijn inlichtingenplicht heeft geschonden, niet heeft gehandeld als een goed hulpverlener en heeft gehandeld zonder toestemming. De rechtbank komt tot het oordeel dat op onderdelen niet goed is gehandeld en dat patiënte daarvan schade heeft ondervonden. 29-01-2014
• Rechtbank Rotterdam De NVWA heeft een aantal Becel-producten op grond van het aandieningscriterium terecht als geneesmiddel gekwalificeerd. Het feit dat de producent een handelsvergunning heeft op grond van de Claimsverordening doet niet af aan de regels die voor geneesmiddelen gelden op grond van de Geneesmiddelenwet, onder andere de noodzaak te beschikken over een handelsvergunning en het verbod om reclame te maken voor geneesmiddelen. Boete is terecht opgelegd, de overtreding is toerekenbaar en de hoogte van de boete is niet onevenredig. 23-01-2014
• Rechtbank Den Haag Artikel 1019w Rv biedt de persoon die een ander aansprakelijk houdt voor zijn letselschade, de mogelijkheid, ook voordat de zaak ten principale aanhangig is, de rechter te verzoeken te beslissen over een geschil omtrent of in verband met een deel van hetgeen ter zake tussen hen rechtens geldt en waarvan de beëindiging kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst over de vordering in de hoofdzaak. De wetgever heeft bij het ontwerp van de wet derhalve de situatie voor ogen gehad dat onderhandelingen tussen de betrokken partijen zijn vastgelopen, maar dat deze na beslechting van een deelgeschil door de partijen succesvol kunnen worden afgesloten. Het verzoek van patiënt in de onderhavige kwestie zag echter op een beslechting van het hele geschil en werd dus afgewezen. 08-01-2014
• Rechtbank Den Haag Doorhaling inschrijving als arts in het BIG-register omdat hem in het buitenland een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd waardoor eiser aldaar niet meer werkzaam mocht zijn als arts. Beroep op de hardheidsclausule faalt. 28-10-2013

Raad van State

• Raad van State Aanbieder van AWBZ-zorg ingekocht via pgb is een zorgaanbieder in de zin van de Wkcz en moet voldoen aan de eisen van de Wkcz. Dat hij niet onder de reikwijdte van de Kwaliteitswet zorginstellingen valt is niet relevant voor de toepasselijkheid van de Wkcz. 19-02-2014
• Raad van State Terechte weigering tot openbaarmaking van een aantal suïciderapporten op grond van het belang van inspectie, controle en toezicht. Oordeel van de rechtbank dat een van de suïcideverslagen valt onder het afgeleid beroepsgeheim van de IGZ in hoger beroep niet bestreden. 12-06-2013

Tuchtcolleges

• Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg In deze zaak staat het handelen van een GZ-psychologe centraal. De ingediende klacht ziet op ontoelaatbaar, grensoverschrijdend gedrag van een GZ-psychologe jegens een patiënte. Daarnaast houdt de klacht, samengevat, in dat de GZ-psychologe te weinig afstand heeft bewaard met betrekking tot de professionele relatie, met desastreuze gevolgen voor de patiënt. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de GZ-psychologe ernstig tekort is geschoten in haar handelen jegens patiënte en dat zij een groot aantal professionele normen ernstig heeft overschreden. Daarnaast is het college van oordeel dat ook tijdens de behandeling in hoger beroep is gebleken dat de GZ-psychologe wederom een niet-professionele houding heeft aangenomen, waarbij zij haar persoonlijke motieven wederom zwaarder heeft laten wegen en op geen enkele wijze rekening heeft gehouden met de gevoelens van de nabestaanden van patiënte. Om die reden is het college van oordeel dat de door het Regionaal Tuchtcollege opgelegde maatregel, schorsing voor de duur van een jaar, niet passend is. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en legt de zwaarste maatregel op aan de GZ-psychologe, te weten doorhaling van haar inschrijving in het BIG-register. 13-02-2014
• Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg In de onderhavige zaak staat het handelen van een kinderarts centraal. De klacht had betrekking op het niet-informeren van klager over de gezondheidstoestand van zijn zoon. Klager was gescheiden van de moeder en tussen klager en de moeder bestond een contactverbod. Het college in eerste aanleg oordeelde dat de klacht gegrond was, maar aangezien er een tiental jaren waren verstreken, heeft het college afgezien van het opleggen van een maatregel. Klager is hiervan in beroep gegaan. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt echter het beroep niet-ontvankelijk. 13-02-2014
• Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven Het handelen als osteopaat door een BIG-geregistreerde fysiotherapeut heeft een voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg om het handelen als BIG-geregistreerde fysiotherapeut tuchtrechtelijk toetsbaar te maken. 09-01-2014
• Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Een toezegging van de IGZ om geen klacht in te dienen brengt niet met zich dat de IGZ niet-ontvankelijk zou zijn in haar klacht. Artikel 65 lid 1 sub d Wet BIG moet ruim worden opgevat en veronderstelt tevens een rechtens te dienen belang. Of de beroepsbeoefenaar weer in staat kan worden geacht verantwoorde zorg te bieden en weer aan het werk zou kunnen, is een vraag die door de IGZ moet worden beantwoord en niet door het college. Het college toetst primair de kwaliteit van het ter discussie gestelde handelen van de beroepsbeoefenaar. 07-01-2014
• Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Het gaat in deze zaak om het handelen van een arts in zijn privétijd, waarvan de Inspectie voor de Gezondheidszorg van oordeel is dat de tweede tuchtnorm zoals neergelegd in artikel 47 eerste lid onder b Wet BIG is geschonden. Het College oordeelt dat de Inspectie niet-ontvankelijk is in haar klacht. Het handelen van de arts vond plaats in de privésfeer en daarbij had de arts niet de hoedanigheid van arts.  15-11-2013

Uitspraken zonder ECLI

• Scheidsgerecht Gezondheidszorg Onherstelbaar gebrek aan vertrouwen waardoor verdere samenwerking onmogelijk is. Een lange voorgeschiedenis, steun van de maatschap en het stafbestuur aan de opzegging, kunnen gewichtige redenen zijn voor opzegging van de toelatingsovereenkomst. Het ziekenhuis heeft een inspanningsplicht om problemen binnen een maatschap op te lossen en dient hierbij de objectiviteit te waarborgen. Het ziekenhuis is verplicht de betrokken arts de gelegenheid te geven te reageren op de tekst van het rapport alvorens op basis daarvan definitieve beslissingen te nemen. Bijzondere omstandigheden rechtvaardigen een billijkheidsvergoeding. 2014-01-06
• Scheidsgerecht Gezondheidszorg Het Scheidsgerecht bepaalt dat de maatschap anesthesiologie aanspraak maakt op een goodwillvergoeding. Dit geldt ook voor een maatschap van een privékliniek. 2013-11-04