Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief. Ik licht er enkele voor u uit.
Verrekening over- en onderproductie
Een eerste uitspraak betreft een oordeel van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb). De Noord Nederlandse Coöperatie van Zorginstellingen had in het kader van de nacalculatie 2011 voor drie van de tot haar organisatie behorende woonzorgcentra bij de NZa verzocht om een productieoverheveling naar andere – niet tot haar organisatie behorende – instellingen en om de overgehevelde productie te verwerken in de nacalculatie 2011 van die andere instellingen. De NZa wees dit verzoek af en het daartegen gerichte bezwaar werd ongegrond verklaard. De Coöperatie heeft daartegen beroep ingesteld. Het CBb oordeelde dat de Beleidsregel Nacalculatie 2011 gebaseerd is op het uitgangspunt dat nacalculatie plaatsvindt op basis van gerealiseerde productie, tenzij een expliciete uitzondering op een bepaalde prestatie/budgetcomponent in de Beleidsregel is opgenomen. Daarom kan artikel 4.2, onderdeel c, Beleidsregel niet anders worden uitgelegd dan dat over- en onderproductie uitsluitend kan worden verrekend tussen instellingen als die tot dezelfde rechtspersoon behoren (GZR 2014-0380).
Hardheidsclausule bij in het Verenigd Koninkrijk gesanctioneerde arts
Een tweede uitspraak betreft een procedure in hoger beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State over het besluit van de minister van VWS om de inschrijving in het BIG-register van arts in Nederland door te halen. Achterliggende reden was een sanctie in het Verenigd Koninkrijk. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat de minister ten onrechte niet artikel 7a Wet BIG (de hardheidsclausule) had toegepast (GZR 2014-0381).
Twee keer belastingen, twee keer te veel
Lezenswaardig zijn ook twee uitspraken die ‘de belastingen’ tot onderwerp hebben.
De Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelde dat de werkzaamheden van een arts/acupuncturist vrijgesteld van omzetbelasting behoorden te zijn. In dat verband was van belang dat de acupuncturist volgens de rechtbank diensten verricht op het gebied van de gezondheidskundige verzorging van de mens en dat de arts in kwestie een opleiding had gevolgd die ten minste gelijk is aan de door artsen in het kader van een vervolgopleiding verworven kennis en vaardigheden (GZR 2014-0390).
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat een zelfstandig verpleegkundige die voor verschillende thuiszorginstellingen werkt voor de belasting als ondernemer moet worden aangemerkt. 1) De BIG-verpleegkundige was niet verplicht opdrachten van die instellingen te aanvaarden. 2) De verpleegkundige regelde zelf eventuele vervanging bij ziekte. 3) De verpleegkundige was niet gehouden aan een vast aantal uren werk. 4) De verpleegkundige was mede verantwoordelijk voor het opstellen en uitvoeren van het zorgplan. 5) De verpleegkundige voerde werkzaamheden naar eigen inzicht uit, zonder toezicht (GZR 2014-0398).
Medisch advies naar patiënt op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens
Een uitspraak die ik u ook niet wil onthouden betreft een Wbp-kwestie. In navolging van eerdere uitspraken op dit vlak oordeelde ook de Rechtbank Noord-Holland dat de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis/de arts op grond van artikel 35 Wbp een afschrift van het advies van zijn medisch adviseur aan de benadeelde patiënt moet verstrekken (GZR 2014-0392).
Artikel 6:96 BW en no-cure-no-pay-afspraken
De laatste uitspraak die ik benadruk betreft een beoordeling in cassatie van de hoogte van de te vergoeden buitengerechtelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2, sub b en c, BW in een medische aansprakelijkheidskwestie. De Hoge Raad vernietigde het oordeel van het hof, omdat het heeft geoordeeld dat artikel 6:96 lid 2, aanhef en onder b en c, BW geen grondslag biedt voor een kostenberekening op basis van de no-cure-no-pay-overeenkomst en dat ook in dit geval het aantal door de belangenbehartiger gewerkte uren, de verrichte werkzaamheden en een uurtarief tot uitgangspunt moeten worden genomen. Het hof is ten onrechte niet ingegaan op de omstandigheden van het geval (GZR 2014-0394).
Commentaren
Nieuw is de rubriek ‘Commentaren’. Een commentaar is geen annotatie bij een uitspraak en evenmin een scriptie. Wat is het dan wel? Een commentaar is een reactie bij regelgeving. Het kan daarbij gaan om een wet, een beleidsregel of een ander daarmee te vergelijken document. Inmiddels kunt u vier commentaren lezen. Zo zijn er commentaren van Marije Osse bij het visiedocument van de Autoriteit Consument & Markt en bij de Stroomlijningswet. Er is ook een kort commentaar van mijn hand bij de subsidieregeling van het ministerie van VWS in verband met integrale tarifering medisch specialistische zorg. Een laatste uitvoerig commentaar is van de hand van Gerdien van der Voet. In haar commentaar doet zij uit de doeken wat het effect is van de wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning voor de medezeggenschapsrechten van cliënten (patiënten).
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Ik wijs u op het bericht dat een meerderheid in de Tweede Kamer donderdag 25 september jl. ingestemd heeft met de Wet langdurige zorg, die vanaf 1 januari de zorg voor de kwetsbaarste groepen moet regelen. De wet vervangt grotendeels de AWBZ. Staatssecretaris Martin van Rijn van VWS kan hiermee zijn grootschalige hervormingen in de zorg voltooien. Coalitiepartijen VVD en PvdA en oppositiepartijen D66, ChristenUnie, SGP, CDA, Groep Bontes/Van Klaveren, 50Plus/Klein gingen akkoord met het wetsvoorstel. De PVV, GroenLinks, SP en 50Plus/Baay stemden tegen.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Alvast een goed weekend.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Verpleegkundige werkt als zelfstandige voor vijf verschillende instellingen. De Belastingdienst beschouwt haar inkomsten niet als winst uit onderneming. Het hof oordeelt uiteindelijk dat daar wel sprake van is, omdat de werkzaamheden door de belastingplichtige zelfstandig en voor eigen rekening en risico worden verricht en zij daarbij ondernemersrisico loopt. 23-09-2014
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Voor schending hinderpaalcriterium is vergoedingspercentage niet-gecontracteerde zorg in polis van belang, niet de bereidheid van zorgaanbieder verschilbedrag niet in rekening te brengen bij patiënten. 26-08-2014
Rechtbank
- Rechtbank Den Haag Zodanige bijzondere omstandigheden dat sprake is van rechtsverwerking bij zorgaanbieder. 17-09-2014
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant In de onderhavige procedure heeft de rechter geoordeeld dat de werkzaamheden van een arts/acupuncturist vrijgesteld zijn van omzetbelasting. 16-09-2014
- Rechtbank Amsterdam Verpleegkundige bekijkt zeer vaak het medisch dossier van haar zus, die is opgenomen in de instelling waar de verpleegkundige werkt. Zij heeft daar geen toestemming voor. Werkgever komt daar achter en verzoekt kantonrechter te ontbinden. Kantonrechter ontbindt wel, maar met vergoeding gelijk aan C=0,3 omdat verpleegkundige verder altijd goed heeft gefunctioneerd in een zware functie en werkgever geen protocol heeft voor dit soort situaties. 29-08-2014
- Rechtbank Gelderland Na een eerdere ontbindingsprocedure waarbij een zorginstelling van de kantonrechter lik op stuk kreeg, diende de instelling wederom een ontbindingsverzoek in. De kantonrechter zag eigenlijk geen redenen om te ontbinden, maar omdat werknemer door een en ander arbeidsongeschikt is geworden en zelf ook een ontbindingsverzoek had ingediend, oordeelt de rechter dat werkgever slecht heeft gehandeld en moet werkgever ruim € 140.000 (C=5) betalen. Bij een andere begeleider zijn min of meer dezelfde procedures gevolgd, met dezelfde oordelen, zij het dat die begeleider niet arbeidsongeschikt was en wilde blijven werken en de rechter het tweede verzoek van de werkgever afwees. 03-07-2014
- Rechtbank Midden-Nederland De onderhavige procedure betreft een deelgeschilprocedure, waarin de rechter is verzocht een oordeel te geven over het causaal verband tussen de medische fout en de beperkingen van de patiënt. De rechter wijst het verzoek af. 21-05-2014
Raad van State
- Raad van State De onderhavige procedure in hoger beroep ziet op het besluit van de minister van VWS om de inschrijving van een in het Verenigd Koninkrijk gesanctioneerde arts in Nederland door te halen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is van oordeel dat de minister ten onrechte niet artikel 7a Wet BIG (de hardheidsclausule) heeft toegepast. 17-09-2014
- Raad van State De onderhavige procedure ziet op een beoordeling in hoger beroep. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het college van burgemeester en wethouders ten onrechte het beroep van de appellant in kwestie niet heeft beoordeeld op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. 16-07-2014
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Klacht tegen huisarts. Bij symptomen van acute middenoorontsteking heeft de huisarts mogen verwijzen naar spoedspreekuur en hoefde hij klaagster naar het oordeel van het college niet onmiddellijk te zien. Wijze van communiceren verdient niet de schoonheidsprijs maar leidt niet tot tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht kennelijk ongegrond. 23-09-2014
- Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Een fysiotherapeut wordt onder andere verweten geen klachtenregeling te hebben. Hoewel dit op zich juist is, wordt het gezien de omstandigheden van het geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar geacht. De klacht is ongegrond. 04-09-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage In het onderhavige geval gaat het om het handelen van een ervaren verpleegkundige. De verpleegkundige diende te beoordelen in welke cel een persoon geplaatst diende te worden. Deze persoon bleek suïcidaal en had zichzelf na overplaatsing verhangen. IGZ klaagt over het feit dat de verpleegkundige ten onrechte een dienstdoende arts niet heeft geconsulteerd en geen volledig verslag heeft gelegd van hetgeen in het gesprek met deze persoon aan de orde is geweest. De klacht is gegrond, geen tuchtrechtelijke maatregel. 26-08-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage In het onderhavige geval gaat het om het handelen van een ervaren verpleegkundige. De verpleegkundige diende te beoordelen in welke cel een persoon geplaatst diende te worden. Persoon bleek suïcidaal en had zichzelf na overplaatsing verhangen. IGZ klaagt over het feit dat de verpleegkundige ten onrechte een dienstdoende arts niet heeft geconsulteerd en geen volledig verslag heeft gelegd van hetgeen in het gesprek met deze persoon aan de orde is geweest. De klacht is gegrond, geen tuchtrechtelijke maatregel. 26-08-2014
Uitspraken zonder ECLI
- Rechtbank Noord-Holland De beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis/de arts moet op grond van artikel 35 Wbp een afschrift van het advies van zijn medisch adviseur aan de benadeelde patiënt verstrekken. 2014-09-04
- Rechtbank Limburg De onderhavige procedure ziet op het verzoek om vernietiging van een bindend advies strekkende tot de vaststelling van de goodwill van een arts/lid van de maatschap. De rechtbank laat het bindend advies in stand. 2014-09-17
- Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Wijziging openingstijden centrale ingang adviesplichtig vanwege verbondenheid met begrotingsbesluit. 2014-07-31