Update
Geachte heer/mevrouw,
Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief.
Elektronisch patiëntendossier niet in strijd met Wbp
Interessant is in het bijzonder de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (GZR 2014-0300). Aanleiding voor het in die procedure te beoordelen geschil betrof (primair) een vordering van de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) aan de rechtbank om voor recht te verklaren dat de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) als verantwoordelijke in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens onrechtmatig jegens eisers handelt door een infrastructuur voor elektronische uitwisseling van medische persoonsgegevens in de zorg in te voeren, die reeds op zichzelf en/of in de toepassing ervan strijd oplevert met artikel 8 EVRM, de Wet bescherming persoonsgegevens, de bepalingen omtrent de geneeskundige behandelingsovereenkomst in het BW (boek 7 titel 7 afdeling 5 BW) en/of zich niet verdraagt met de geheimhoudingsverplichtingen van zorgaanbieders. Tevens verzocht de VHP een veroordeling tot het onmiddellijk staken van alle handelingen gericht op het uitwisselen van patiëntengegevens via het landelijk Schakelpunt of enige andere ICT-toepassing. De rechtbank wees de vorderingen echter af. De rechtbank oordeelde dat de manier waarop het elektronisch patiënten systeem is ingericht niet in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens.
Verleningsbesluit bevel 8 lid 4 Kwz moet de minister van VWS opnieuw motiveren
Interessant is ook een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (GZR 2014-0302). De uitspraak is een resultante van de beoordeling van het bevel ex artikel 8 Kwz van de IGZ en het verlengingsbesluit van de minister van VWS. Het bevel en het verlengingsbesluit zagen op het verbod drie cardiologen zorg te laten verlenen binnen het Ruwaard van Puttenziekenhuis. De rechtbank oordeelde dat de IGZ terecht tot het oordeel was gekomen dat de situatie in het ziekenhuis (afdeling cardiologie) zodanig acuut en ernstig was dat het nemen van maatregelen op basis van een plan van aanpak niet kon worden afgewacht, zodat de IGZ bevoegd was tot het geven van het bevel. Hoewel het bevel voor de cardiologen grote consequenties had, mocht de IGZ in de gegeven omstandigheden het patiëntenbelang zwaarder laten wegen dan de belangen van de cardiologen. Daarbij heeft de rechtbank het van belang geacht dat de werking van het bevel beperkt was tot een duur van zeven dagen. De rechtbank oordeelde voorts dat de minister van VWS had kunnen besluiten het bevel van de IGZ te verlengen. Omdat de minister van VWS aan de duur van de verlenging en de mogelijkheid van in de toekomst te verlenen zorg door de cardiologen geen overwegingen had gewijd, kon het besluit echter niet in stand blijven. De minister van VWS is daarom opgedragen een nieuw besluit te nemen.
Lezenswaardig is ook het aantal uitspraken betreffende de arbeidsrelatie.
Geen bewust roekeloze tandarts
De eerste op dat terrein is een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam (GZR 2014-0306). Het gaat om een tandarts die tijdens zijn dienstverband een aantal beroepsfouten heeft gemaakt. Volgens de werkgever had de tandarts zelfs bewust roekeloos gehandeld, getuige de uitspraken van de tuchtrechter. Het hof volgde de werkgever echter niet. Voor verhaal van schade is het ingevolge artikel 7:661 BW noodzakelijk dat de werknemer zich onmiddellijk voorafgaand aan de gedraging daadwerkelijk bewust was van (zo daarvan al sprake was geweest) het roekeloze karakter daarvan. Dat bewustzijn ontbrak.
IC-verpleegkundige laat dochter poseren op de afdeling
De tweede op dat terrein is een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (GZR 2014-0308). Het gaat om een IC-verpleegkundige die tijdens haar nachtdienst foto’s maakte van haar dochter, ‘Miss International Netherlands’. De dochter was gekleed in het verpleegkundige tenue en de foto’s waren gemaakt op de IC-afdeling. De kantonrechter achtte dit gedrag voldoende voor ontbinding wegens verandering van omstandigheden (vertrouwensbreuk). Er volgde geen vergoeding, hoewel de verpleegkundige 35 jaar in dienst was.
Annotaties
Verder maak ik u ook graag attent op onze annotaties. Dit keer is er een annotatie bij een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (GZR 2014-0297) van de hand van Coen Verberne. In de procedure stond het handelen van de Stichting Isala Klinieken en de Vereniging Medische Staf ten opzichte van een medisch specialist centraal. De medisch specialist stelde zowel de Stichting als de Vereniging aansprakelijk op grond van een jegens hem gepleegde onrechtmatige daad. Wat de Vereniging betreft met succes.
Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.
Ik wijs u volledigheidshalve nog op het bericht dat het ministerie van VWS Andersson Elffers Felix (AEF) heeft gevraagd te verkennen hoe een opsporingsfunctie in de zorg structureel vorm gegeven kan worden. Het rapport is inmiddels gereed en bij brief van 22 juli 2014 aan de Tweede Kamer toegezonden.
Ik wijs u er ook op dat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) op haar website berichten heeft gepubliceerd die verband houden met de samenwerking tussen zorgaanbieders bij het bieden van zorg als bedoeld in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De ACM geeft tips over de wijze waarop aanbieders en gemeenten kunnen samenwerken. Op de website zijn ook brochures te vinden evenals enkele richtsnoeren.
Een ander bericht waar ik uw aandacht op vestig, is de nieuwe Richtlijn ‘IGZ melden’. Vanaf 28 juli jl. is er een uniforme richtlijn voor het opstellen van een rapportage aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over een calamiteit. Zorgaanbieders kunnen aan de hand van deze richtlijn hun onderzoek uitvoeren naar een calamiteit. Voorheen waren er verschillende richtlijnen, bijvoorbeeld voor huisartsenposten, ziekenhuizen of valcalamiteiten.
Op 7 augustus 2014 werd bovendien verduidelijkt dat zorginstellingen namen en BIG-registratienummers van artsen niet hoeven door te geven bij het melden van ernstige incidenten via de website van de IGZ. Dat schreef de IGZ in een brief aan de KNMG, in reactie op het commentaar van de artsenorganisatie over de nieuwe ‘Leidraad meldingen IGZ 2013’.
Scripties
Hebt u al kennis genomen van de scripties op onze website? De scripties zijn geschreven door jonge gezondheidsrechtjuristen. Momenteel zijn het er acht.
Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.
Ik wens u een fijne week, of – als u nog op vakantie bent/gaat – een fijne vakantie.
Met vriendelijke groet,
Rolinka Wijne Hoofdredacteur GZR Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De onderhavige procedure heeft betrekking op de begroting van de schade, die het gevolg is van een medische fout van het Antonius Ziekenhuis. 05-08-2014
- Gerechtshof Den Haag Werkneemster verpleeghuis glijdt op trap uit over koffie en stelt werkgever aansprakelijk. Werkgever niet aansprakelijk want is zorgplicht nagekomen en werkneemster had zelf beter moeten uitkijken. 20-05-2014
- Gerechtshof Amsterdam Werkgever (tandartsenpraktijk) kan schade ten gevolge van beroepsfouten van werknemer (tandarts) niet op die werknemer verhalen. 06-05-2014
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De verplichting tot overname van personeel uit de CAO Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening is ook van toepassing als bij de heraanbesteding van het werk de ‘opdracht’ is gewijzigd (ruime uitleg). Gemeente is ook opdrachtgever indien zij enkel subsidie verstrekt. 15-04-2014
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam De onderhavige procedure ziet op de beoordeling van het bevel ex artikel 8 KWZ van de IGZ en het verlengingsbesluit van de minister van VWS. Het bevel en verlengingsbesluit zien op het verbod drie cardiologen zorg te laten verlenen binnen het Ruwaard van Putten Ziekenhuis. De rechtbank is van oordeel dat de IGZ terecht tot het oordeel is gekomen dat de situatie in het ziekenhuis ter zake van de afdeling cardiologie zodanig acuut en ernstig was dat het nemen van maatregelen op basis van een plan van aanpak niet kon worden afgewacht, zodat de IGZ bevoegd was tot het geven van het bevel. Hoewel het bevel voor de cardiologen grote consequenties had, mocht de IGZ in de gegeven omstandigheden het patiëntenbelang zwaarder laten wegen dan de belangen van de cardiologen. Daarbij heeft de rechtbank het van belang geacht dat de werking van het bevel beperkt was tot een duur van zeven dagen. De rechtbank is daarnaast van oordeel dat de minister van VWS heeft kunnen besluiten het bevel van de IGZ te verlengen. Omdat de minister van VWS aan de duur van de verlenging en de mogelijkheid van in de toekomst te verlenen zorg door de cardiolgen geen overwegingen heeft gewijd, kan het besluit van de minister van VWS echter niet in stand blijven. De minister van VWS is daarom opgedragen een nieuw besluit te nemen. 31-07-2014
- Rechtbank Midden-Nederland Invoering zorginformatiesysteem voor elektronische uitwisseling van medische gegevens niet in strijd met Wbp. 23-07-2014
- Rechtbank Overijssel Assistent-begeleider wordt verweten dat zij niet professioneel met cliënt is omgegaan. Zij wordt op non-actief gesteld. Overeenkomst ontbonden met C=1 omdat beide partijen een en ander te verwijten valt. 11-06-2014
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ic-verpleegkundige maakt tijdens nachtdienst foto’s voor privedoeleinden en wordt op staande voet ontslagen. Kantonrechter ziet geen dringende redenen maar wel een verandering van omstandigheden die werkneemster is aan te rekenen en ontbindt (voorwaardelijk) zonder vergoeding. 10-06-2014
- Rechtbank Overijssel Ontslag directrice kinderopvang tijdens de proeftijd wegens strafblad partner directrice in verband met kinderpornosites, geen oneigenlijk proeftijdontslag. Toetsing proeftijdontslag aan artikel 7:611 BW niet mogelijk. 06-05-2014
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant In de onderhavige deelgeschilprocedure gaat het om de vraag of er sprake is van schade waarvoor het ziekenhuis aansprakelijk is en die moet worden vergoed als verzoekster haar WWB-uitkering verliest vanwege het door haar ontvangen bedrag aan schadevergoeding. De rechter meent dat dit het geval is. Daarbij overweegt hij dat vanwege de grove fouten van het ziekenhuis een ruime toerekening gerechtvaardigd is. 16-04-2014
- Rechtbank Rotterdam Geen onverschuldigde betaling – zorg behoort tot stand van de wetenschap en praktijk. 21-02-2014
- Rechtbank Midden-Nederland De onderhavige procedure betreft een vervolg op een eerder tussenvonnis waarin de schade van een met hiv besmette patiënte centraal stond. In dat tussenvonnis overwoog de rechtbank dat patiënte recht had op een vergoeding van immateriële schade, omdat zij veel leed had ondervonden. In deze procedure staat de hoogte van de vergoeding centraal. 12-02-2014
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Tuchtcolleges
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam Klaagster heeft een klacht ingediend over de behandeling van haar overleden moeder. Klaagster verwijt de betrokken artsen en hun supervisor dat zij patiënte onzorgvuldig hebben behandeld door ten onrechte de diagnose hyperventilatie te stellen, deze ‘verlegenheidsdiagnose’ onvoldoende te onderbouwen en patiënte ten onrechte naar huis te sturen. Patiënte is aan de gevolgen van een longembolie thuis overleden. Klaagster verwijt de artsen voorts dat zij hun afzonderlijke bevindingen onvoldoende met elkaar hebben besproken waardoor een tunnelvisie gericht op de diagnose hyperventilatie kon ontstaan en dat het dossier onvoldoende is bijgehouden. De supervisor wordt verweten onvoldoende haar verantwoordelijkheden als supervisor te hebben ingevuld. 29-07-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Handelen neuroloog; neuroloog is in ernstige mate tekortgeschoten in zijn zorgplicht jegens klager. De neuroloog heeft ten onrechte de radioloog niet in kennis gesteld van de spoedeisendheid van een MRI-onderzoek en de uitslag daarvan ten onrechte niet besproken met de radioloog. Ook had hij aanvullend onderzoek dienen te verrichten bij latere vervolgafspraken, hetgeen hij niet heeft gedaan. Daarnaast is hij tekortgeschoten in zijn informatieplicht jegens de patiënt, op grond van artikel 7:448 BW. Het college acht de maatregel van een berisping passend. 29-07-2014
- Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Gravenhage Handelen anesthesioloog verwijtbaar geacht; berisping opgelegd. Anesthesioloog heeft ten onrechte spinale anesthesie toegepast bij patiënte met morbide obesitas. Klaagster wel ontvankelijk geacht door college ook al was zij gescheiden van de patiënte, zij heeft wel aangetoond dat zij na de scheiding de levensgezel van patiënte is gebleven. 29-07-2014