Naar boven ↑

Update

Nummer 13, 2014
Uitspraken van 13-06-2014 tot 26-06-2014
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief.

Interessant is in het bijzonder een beschikking van het Gerechtshof Amsterdam over het inzagerecht van een patiënt in het medisch advies van de medisch adviseur van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van het ziekenhuis op grond van artikel 35 Wbp (GZR 2014-0227). Het hof oordeelde eerder in zijn tussenbeschikking in dezelfde zaak dat een patiënt recht heeft op inzage in dat medisch advies en herhaalt dat oordeel in de onderhavige beschikking. Artikel 43 sub e Wbp verzet zich daartegen niet. Interne notities en persoonlijke gedacht die aan het papier zijn toevertrouwd vallen echter niet onder het inzagerecht.

Bijzonder lezenswaardig is ook een uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens over het recht van de ouders te weten wat er met het stoffelijk overschot van hun kind is gebeurd (GZR 2014-0228). Het kind was dood ter wereld gekomen en de ouders hadden de schouw en begrafenis van het kind overgelaten aan het ziekenhuis. Het ziekenhuis liet het lijkje vervolgens met klinisch afval verwerken en lieten de ouders daarvan in het ongewisse. Een en ander levert een schending op van het door artikel 8 EVRM gerespecteerde family life.

U mag bovendien niet de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle vergeten over het verwijt dat de inspecteur in de zaak Jansen Steur maakte (GZR 2014-0230). De inspecteur heeft zijn grip op de neuroloog ten onrechte laten verslappen, zeker op het moment dat deze naar Duitsland vertrok. Zowel de Nederlandse als de Duitse patiënt verdiende bescherming en daar had de inspecteur zich voor moeten inzetten door de door hem gestelde voorwaarden te controleren op naleving, aldus het tuchtcollege.

Een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege te ’s-Gravenhage is lezenswaardig, omdat daarin wordt geoordeeld dat de arts in haar verdedigingsbelang is geschaad (GZR 2014-0246). Op verzoek van klaagster zijn de medische gegevens vernietigd. Een recht van de patiënt, maar het leidde ertoe dat de arts zich in rechte niet kon verweren.

Voorts wijs ik u op de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam in de kwestie van de Hoornse gynaecoloog (GZR 2014-0235). De gynaecoloog werd in 2009 geconfronteerd met een hoog risico-patiënte, die eerder was bevallen door middel van een spoed-keizersnede. Hij heeft nagelaten met haar overleg te plegen over de met haar behandelend gynaecoloog gemaakte afspraken en over het door hem te voeren beleid. Tevens heeft de gynaecoloog nagelaten dat beleid te bespreken met het verloskundig team. Kort daarop is de gynaecoloog naar huis gegaan zonder instructies achter te laten. Drie uur later is hij met spoed naar het ziekenhuis geroepen, nadat de coassistent had geconstateerd dat de baby in foetale nood verkeerde. Hij heeft toen alsnog een spoed-keizersnede verricht, maar de baby is kort daarna overleden. De moeder heeft als gevolg van de bevalling zwaar lichamelijk letsel opgelopen. Het hof acht het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld bewezen evenals de schuld aan de dood van het kind. Het hof legt de gynaecoloog echter geen straf of maatregel op vanwege de negatieve publiciteit en het feit dat de gynaecoloog al een berisping heeft gekregen van de tuchtrechter.

Tot slot maak ik melding van twee rapporten van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Het eerste rapport heeft betrekking op de ouderenzorg. Ondanks inspanningen verloopt de verbetering van kwaliteit moeizaam (GZR 2014-0229). Het tweede rapport heeft betrekking op de medisch microbiologische laboratoria die met tuberculosebacteriën werken. Ze voldoen aan de belangrijkste veiligheidsvoorschriften, maar het kan beter (GZR 2014-0236).

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Ik wijs u op het bericht dat de Tweede Kamer op 24 juni jl. heeft ingestemd met een wijziging van artikel 13 Zvw. Deze wijziging veroorzaakte eerder veel ophef, omdat het de vrije artsenkeuze in de weg zou staan.

Een ander lezenswaardig bericht ziet op de bij de bestuursrechter aanhangig gemaakte procedure over siliconen borstprotheses. Het Steunpunt voor vrouwen met siliconen implantaten eist van de IGZ dat zij handhavend zal optreden. Partijen hebben thans besloten tot mediation.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.

Alvast een goed weekend.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Tuchtcolleges

Uitspraken zonder ECLI