Naar boven ↑

Update

Nummer 11, 2014
Uitspraken van 16-05-2014 tot 28-05-2014
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.

Geachte heer/mevrouw,

Rechtspraak
Graag wijs ik u op de uitspraken onder aan deze nieuwsbrief.

Interessant is bijvoorbeeld de zaak waarin het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde dat de bestuurder van een zorgorganisatie terecht was ontslagen wegens het handelen in strijd met de statuten. De bestuurder had de statuten zonder unanieme besluitvorming gewijzigd om een medebestuurder te ontslaan (GZR 2014-0175).

Interessant is ook de uitspraak van de meervoudige belastingkamer van de Rechtbank Noord-Nederland. De belastingkamer oordeelde dat een verpleegkundige, die AWBZ-zorg in natura verleent via een bemiddelingsbureau, haar werkzaamheden niet voor eigen rekening en risico verricht en geen ondernemer is (GZR 2014-0178).

De afgelopen twee weken werden ook twee lezenswaardige aansprakelijkheidskwesties gepubliceerd.

De eerste kwestie betrof een gedetineerde die de Staat in kort geding dagvaardde en vervolgens in hoger beroep ging, omdat hem, zo stelde hij, medische zorg werd onthouden. Hij deed daarbij mede een beroep op schending van artikel 22 van de Grondwet en artikel 3 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele vrijheden. Zonder succes echter; het Gerechtshof ’s-Gravenhage overwoog dat het behandelplan van de gedetineerde in detentie kon worden uitgevoerd en ook zag het hof overigens geen aanwijzingen om ervan uit te gaan dat in een bodemprocedure tot onrechtmatig handelen van de Staat geoordeeld zou worden (GZR 2014-0180).

De tweede kwestie betrof een patiënte die in een regulier ziekenhuis een buikoperatie onderging. De patiënte bleek echter ook suïcidaal. Op enig moment heeft zij zichzelf van het leven beroofd door uit het raam van het ziekenhuis te springen. De partner van de patiënte stelde het ziekenhuis aansprakelijk, stellende dat sprake was van een onveilige situatie en dat het ziekenhuisgebouw niet voldeed. De Rechtbank ’s-Gravenhage volgde de partner daarin echter niet. Er waren geen aanwijzingen dat patiënte zich (impulsief) van het leven zou beroven en het feit dat de ramen open konden, maakt niet dat het gebouw niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen (GZR 2014-0195).

Dat patiënten zich vaker van het leven beroven doch de arts daarvan doorgaans geen verwijt valt te maken, blijkt ook uit drie uitspraken van het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam. Een patiënte werd na een weekendverlof levenloos aangetroffen op een afdeling van het psychiatrische ziekenhuis. De vader van de patiënte diende een klacht in tegen twee psychiaters en een klinisch psycholoog. De klachten kwamen in essentie neer op een onvoldoende zorgverlening. Het tuchtcollege achtte de klachten ongegrond. Er waren geen aanwijzingen voor de omstandigheid dat patiënte een zelfmoord aan het beramen was. De artsen hadden geen maatregelen hoeven treffen (GZR 2014-198; GZR 2014-199 en GZR 2014-0200).

Een andere interessante uitspraak van de tuchtrechter betreft een psychiater die was betrokken bij de bemoeizorg aan een net bevallen patiënte (GZR-2014-0186). Na een huisbezoek deelde hij informatie met Bureau Jeugdzorg, ook over de partner van de patiënte. De partner diende daarover een klacht in. Het Centraal Tuchtcollege geeft belangrijke overwegingen over de te maken afweging bij gegevensuitwisseling in het kader van bemoeizorg. Vragen die beantwoording behoeven zijn: is het nodig vanuit het goed hulpverlenerschap en voldoet de uitwisseling aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid?

Een belangwekkende uitspraak die ook het nieuws haalde betreft de vrijspraak van maagchirurg Nick. R. De maagchirurg was mishandeling en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel ten laste gelegd, omdat hij in mei 2009 een gaasje achterliet in het lichaam van een patiënte. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden vastgesteld dat de chirurg wist dat de aanmerkelijke kans bestond dat door het achterblijven van een gaasje de patiënte zwaar lichamelijk letsel zou bekomen of pijn zou ondervinden, noch dat hij deze kans bewust heeft aanvaard. De rechtbank is voorts van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat patiënte lichamelijk letsel van een zodanige ernst heeft bekomen, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van haar ambts- of beroepsbezigheden is ontstaan (GZR 2014-0181). Het Openbaar Ministerie gaat in hoger beroep, aldus de laatste nieuwsberichten.

Nieuws
De afgelopen twee weken verschenen verschillende nieuwsberichten. Deze zijn op frequente tijden te lezen op de website.

Ik maak u attent op twee nieuwsberichten. Het eerste bericht betreft artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. De minister van VWS ziet reden om dit artikel aan te passen c.q. te verwijderen waardoor de vrije artsenkeuze op de tocht zou komen te staan. In de uitzending van Nieuwsuur van woensdag 28 mei jl. werd nader ingegaan op deze consequentie. Patiëntenfederatie NPCF stuurde eerder al een brief naar de onderhandelaren in Den Haag.

Het tweede bericht ziet op het aantal verwisselingsfouten in ziekenhuizen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg bracht een rapport uit waaruit blijkt dat het aantal fouten nog te veel is en dat er te weinig verbetering volgt na zo een incident.

Inzenden eigen rechtspraak
Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de gezondheidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden. Wij stellen dat erg op prijs.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar gzr-updates@budh.nl.

Ik wens u een fijne week.

Met vriendelijke groet,

Rolinka Wijne
Hoofdredacteur GZR Updates

Hof

Rechtbank

Tuchtcolleges