Update
Uitspraken van 01-01-2014 tot 08-01-2014
Redactie: mr. dr. R.P. Wijne, mr. L. Beij, mr. drs. R.M. Bertens, mr. J.W. Bosman, mr. M. Christe, mr. A.C. de Die, mr. M.A. Goldschmidt, mr. J.F. Groen, mr. N.A.D. Groot, mr. I.W. Hanemaaijer, mr. M.M. Hofstee, mr. A. Jagt, mr. J.M. Janson, mr. drs. C. van der Kolk, mr. X.R. van der Kruk-Ras, mr. I.J. de Laat, mr. E. Lam, mr. M. Martin, mr. A.M. De Nijs, mr. C. Pluijgers, mr. T.R. Riemersma, mr. A. Rube, mr. D. Schuurman, mr. S. Snelder, mr. C. Velink, mr. C.W.M. Verberne, mr. H.B.M. Vrieling, mr. J.M. de Vries, mr. D. van der Wal en mr. K.S. Waldron.
Download hieronder de nieuwsbrief als PDF
Rechtbank
- Rechtbank Oost-Brabant In de onderhavige deelgeschilprocedure staat ter discussie of de arts in kwestie de patiënt had moeten informeren over het risico op beschadiging van een zenuw bij de arm. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. Ter motivering wijst de rechtbank op de uitspraak van het CTG op dit punt. Hoewel een tuchtprocedure niet ter vaststelling van civielrechtelijke aansprakelijkheid dient, is het oordeel van de tuchtrechter wel van betekenis voor een oordeel over de norm welke zorg een arts bij de uitoefening van zijn professie jegens een cliënt dient te betrachten. Aan de uitspraak van de klachtencommissie wordt, gezien de niet-bindende kracht van een dergelijke beslissing, door de rechtbank minder waarde gehecht. 06-12-2013
- Rechtbank Rotterdam De ouders van een kind met een Erbse parese (aandoening waarbij het zenuwvlechtwerk in de hals en de oksel is beschadigd, in dit geval als gevolg van een schouderdystocie) vorderen 12 jaar na de geboorte schadevergoeding van de behandelend gynaecoloog. De rechtbank oordeelt echter dat de ouders reeds kort na de geboorte daadwerkelijk bekend waren met de schade aan het kind en de omstandigheid dat de gynaecoloog door zijn handelen hieraan mogelijk debet was. Het had daarom op de weg van de ouders gelegen de arts (veel) eerder aansprakelijk te stellen of de verjaring te stuiten. Nu is de vordering verjaard. 04-12-2013
- Rechtbank Amsterdam Beoordeling tekortkoming tandarts ten opzichte van zijn patiënt. Het niet in acht nemen van een veiligheidsmarge bij het bepalen van de boordiepte is niet conform de zorgplicht. Ook had een korter implantaat moeten worden gebruikt. De rechtbank gaat daarbij af op het oordeel van de door haar benoemde deskundige. Om het causaal verband tussen de tekortkoming en de schade van de patiënt vast te stellen, past de rechtbank de omkeringsregel toe. 13-11-2013