X/Y
Verweerster heeft bij klaagster in één ingreep een boven- en onderooglidcorrectie aan beide ogen uitgevoerd, waarbij aan de rand van het rechter onderooglid een kleine bloeding is ontstaan. Klaagster verwijt verweerster het geven van foute en onvoldoende informatie, onzorgvuldig handelen en het afschuiven van eigen verantwoordelijkheid tijdens de operatie zelf en de eerste maanden van nazorg/controlemomenten. Het RTG oordeelt tot gedeeltelijke gegrondverklaring van de klacht en legt een maatregel van gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid op, te weten om boven- en onderooglidcorrecties te verrichten. In beroep oordeelt het CTG, anders dan het RTG, tot ongegrondverklaring van het derde klachtonderdeel, omdat in beroep niet is komen vast te staan dat de arts onzorgvuldig heeft gehandeld. Het CTG ziet geen aanleiding tot het opleggen van een andere maatregel.
Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 31-05-2018