X/Y
De rechtbank acht – onder verwijzing naar onder meer de wetsgeschiedenis – niet bewezen dat aangeefster zich bevond in de in artikel 243 Sr bedoelde gesteldheid. De rechtbank acht voorts de ten laste gelegde ontuchtige handelingen niet bewezen, deels wegens het ontbreken van bewijs van ontuchtig karakter. De rechtbank acht wel bewijs voor andere ontuchtige handelingen aanwezig, maar die zijn niet ten laste gelegd.
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 12-06-2018