X/Y
De betrokkene vordert een schadevergoeding (art. 35 Wet Bopz), omdat niet binnen de beslistermijn is besloten op een verzoek tot voortgezette machtiging en omdat de voorschriften omtrent de wettelijke aantekening en het behandelplan zijn geschonden. De rechtbank wijst deze vordering af, net als het Hof Arnhem-Leeuwarden. De beslissing na het verzoek is door toedoen van de betrokkene zelf later genomen, waardoor dit voor zijn eigen rekening en risico komt. Daarnaast is de in artikel 17 Wet Bopz genoemde indieningstermijn voor een verzoek tot voortgezette machtiging bedoeld om de procedure te stroomlijnen en niet rechtstreeks ter bescherming van de (op geld waardeerbare) belangen van de betrokkene. Het verzoek wordt afgewezen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-10-2018