X/Y
Cliënte heeft gedurende anderhalf uur persweeën en wordt dan van het geboortehuis naar het ziekenhuis overgebracht. Cliënte stelt dat zij daar te lang heeft moeten wachten. Het lukte niet om de ruggenprik te plaatsen, andere pijnstilling werkte niet. Cliënte stelt dat bij een niet vorderende uitdrijving een keizersnede geïndiceerd is. Het ziekenhuis heeft daar volgens cliënte niet op gereageerd, de baby is uiteindelijk via de vacuümpomp geboren. Na de bevalling heeft cliënte hoofd- en nekklachten. Cliënte vordert immateriële schadevergoeding. Het ziekenhuis stelt dat geen sprake is van onzorgvuldig en/of nalatig handelen. De Geschillencommissie Ziekenhuizen oordeelt dat het verrichten van de vaginale bevalling medisch gezien niet onjuist was, de optie voor keizersnede had echter uitdrukkelijker besproken moeten worden. De klacht wordt ongegrond verklaard.
Geschillencommissie ziekenhuizen, 17-01-2019