X/het Drechtstedenbestuur te Dordrecht
Appellante exploiteert een zorgcentrum, waarbij zij voorziet in de huisvesting en de verlening van zorg aan vijf tot tien hulpbehoevende cliënten. Ter bekostiging van de zorg heeft een cliënte een persoonsgebonden budget aangevraagd. Dit is op een gegeven moment bij besluit stopgezet, omdat de verleende zorg van appellante van onvoldoende kwaliteit was. Appellante stelt bezwaar in, maar wordt door het Drechtstedenbestuur te Dordrecht niet als belanghebbende gezien. De rechter oordeelt in eerste instantie dat appellante geen belanghebbende is. In hoger beroep beslist de Centrale Raad van Beroep echter dat appellante wel als belanghebbende aangemerkt wordt, omdat het besluit directe financiële gevolgen voor appellante heeft. Appellante heeft los van haar contractuele relatie met de cliënte ook een zelfstandig eigen belang bij het besluit.
Centrale Raad van Beroep, 05-03-2019