NZa doet aanbevelingen voor scheiden van wonen en zorg

Klager kennelijk niet-ontvankelijk in klacht tegen leden-beroepsgenoten tuchtcollege.

Vervangende toestemming verleend voor toedienen medicatie (Ritalin).

Geschil tussen ouders over toedienen medicatie. De rechtbank acht het in het belang van het kind wenselijk om het advies van een kinderpsychiater over de noodzaak tot toedienen van medicatie te volgen.

Voorwaardelijke schorsing voor verpleegkundig specialist GGZ wegens grensoverschrijdend gedrag.

Klacht tegen een verpleegkundig specialist GGZ wegens grensoverschrijdend gedrag. De IGJ verwijt verweerder dat hij een seksuele relatie is aangegaan met een cliënt. Het RTG verklaart de klacht gegrond en legt een voorwaardelijke schorsing op.

NZa: Pas 45-minutennorm SEH’s aan en richt acute zorg anders in

COVID-19. Klacht over weigeren consult vanwege niet dragen mondkapje ongegrond.

Patiënt heeft de huisartsenpraktijk verlaten vóórdat het consult had plaatsgevonden, omdat hij niet bereid was om een mondkapje te dragen. Klacht over weigeren consult kennelijk ongegrond.

Umc’s willen wettelijk verankerde gezondheidsdoelen

COVID-19. Klacht tegen SEH-arts over niet aangaan behandelingsovereenkomst vanwege niet dragen mondkapje ongegrond.

Ongegronde klacht tegen SEH-arts, omdat zij klager niet wilde behandelen vanwege het niet dragen van een mondkapje. De SEH-arts kon in de gegeven omstandigheden besluiten om geen behandelingsovereenkomst aan te gaan en heeft daarbij aan de zorgvuldigheidseisen voldaan.

Handhavingsverzoek Autoriteit Persoonsgegevens.

Vrijbit verzoekt de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) handhavend op te treden tegen de opgestelde regels van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), die een schending zouden vormen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest). De AP heeft terecht geoordeeld dat de zorgverzekeraars feitelijk niet in strijd handelen met de privacyregels. Daarnaast bestaat er geen wettelijke verplichting voor zorgverzekeraars om te werken met een door de AP goedgekeurde gedragscode. De Gedragscode van ZN kan daarom niet worden aangepast. Pas als een concrete overtreding in de feitelijke werkwijze van zorgverzekeraars is geconstateerd, is de AP bevoegd handhavend op te treden. De Afdeling oordeelt, net als de rechtbank, dat de AP het in de tussenuitspraak opgelegde onderzoek zorgvuldig heeft uitgevoerd. Het hoger beroep is daarmee ongegrond en zowel de tussenuitspraak als de einduitspraak wordt bevestigd.