Vermoeden van beroepsfout(en) voldoende aannemelijk gemaakt, moeder suïcidant krijgt inzage in behandeldossier woonvoorziening en medisch dossier GGZ.
Een man woont met een indicatie ‘beschermd wonen’ in een open woonvoorziening en staat daarnaast onder behandeling van een GGZ-instelling. Na een aantal pogingen daartoe slaagt de man in suïcide. De moeder van de man vermoedt dat er fouten zijn gemaakt door de woonvoorziening en GGZ. Zij vordert afschrift van het behandeldossier en het medisch dossier. De kantonrechter beoordeelt de doorbreking van het beroepsgeheim op grond van de WGBO en de Wmo 2015 en het zwaarwegend belang van artikel 7:458a BW en het rechtmatig belang van artikel 843a Rv op gelijke wijze. Naar het oordeel van de kantonrechter zijn er voldoende onbeantwoorde reële vragen over de zorgverlening door beide instellingen. Daarmee heeft de moeder het vermoeden van een medische en/of beroepsfout voldoende aannemelijk gemaakt. De kantonrechter wijst de vordering toe, maar beperkt die in periode.
Rechtbank Midden-Nederland, 18-09-2024